Hoofdstuk 4

29 4 6
                                    

POV Snowdrop
Als ik mijn ogen open zie ik dat het al de volgende dag is. De zon komt net op en de vogels fluiten. Ik stap uit m'n bed en ga ontbijten. Daarna zet ik alles klaar om te beginnen met schoonmaken. Een emmer met sop en warm water, een dweil en een swiffer. Ik begin met al het stof van mijn meubels af te halen. Dat gooi ik meteen in de prullenbak. Dan begin ik met dweilen tot mijn vloer er weer glanzend bij ligt.

Ik kijk op de klok, en schrik van de tijd. Half twee al! Ik heb nog niet geluncht! Ik zet mijn spullen even aan de kant en ga dan de deur uit. Ik loop een rondje door het dorp en haal ondertussen een broodje gezond. Die eet ik op op een bankje. Als ik mijn laatste hap doorslik zie ik dat de lucht begint dicht te trekken. Doei zonnige dag.... denk ik. Ik sta op en loop naar mijn huis. Net als ik de deur achter me dichtsla begint het te regenen.

Ik ga met een zucht weer aan het werk. Met een doekje en de sop maak ik mijn keuken schoon. Als alles helemaal geboend is laat ik me op de bank neerploffen. Dan wordt er op de deur geklopt. Ik loop erheen en doe hem open. "Storm?! Wat doe jij hier? Hoe weet je waar ik woon?" Roep ik. "Lang verhaal...." zegt Storm. "Mag ik binnenkomen?" Ik knik en laat hem binnen.

Het volgende deel is eigenlijk het vervolg van hoofdstuk 3 en dezelfde dag vanuit Storm

POV Storm
Als ik thuis aankom is het al donker. Ik loop naar binnen, draai de deur op slot en loop naar mijn slaapkamer. Daar plof ik neer op mijn bed en ik val in slaap. De volgende ochtend wordt ik gewekt door de eerste zonnestralen die door de gordijnen op mijn gezicht schijnen. Ik sta op en maak een ontbijt voor mezelf. Als ik die op heb trek ik het bos in, voor een fijne ochtendwandeling.

Na ruim een uur wandelen kom ik weer thuis. Ik pak net het brood uit de kast als er hard op de deur gebonkt wordt. "We weten dat je hier zit Shannara!" Schreeuwt er iemand. Zienerjagers! Denk ik bang. Ik verstop me in mijn slaapkamer als ik een hard gekraak hoor. Ze hebben de voordeur eruit geramd en zijn binnengekomen. Snel bedenk ik hoe ik weg moet komen. Mijn raam kan ik niet openen, die piept te veel en dan verraad ik mijn plaats. Dan valt er een zonnestraal op de Shannara-steen om mijn hals. Ik zou de teleportatiespreuk kunnen proberen.... denk ik. De teleportatiespreuk is een van de lastigere spreuken.

Ik doe mijn ogen dicht, en span me tot het uiterste in. Ik denk aan de plek waar ik heen wil en opeens sta ik midden in het dorp waar ik Snowdrop gisteren had afgezet. Snel race ik naar het station. Daar ga ik naar het betaalhokje. Bij het hokje wordt namelijk bijgehouden naar welke plaats iemand gaat. Alleen een Shannara-steen kan die dingen natrekken. En laat ik er nou net zo eentje hebben.

Ik vertel de eenhoorn in het hokje dat ik iets moet natrekken vanwege een zaak. Hij gelooft me en laat me erbij. Ik druk mijn steen tegen de scan aan en krijg toegang tot het systeem. Ik zoek naar de tijd van gisteren waarop Snowdrop vertrok. Al snel vind ik het tijdstip. Welke buis was het ook alweer? Vraag ik mezelf af. Oh ja! Buis 5. Ik druk op het knopje met 'buis 5' erop. Ik krijg het adres te zien waar Snowdrop moet wonen. Een paar keer herhaal ik het in mijn hoofd. Dan sluit ik het systeem af en ik betaal de eenhoorn uit het hokje wat geld om zelf met een buis te gaan.

Misschien denk je nu 'maar als je een teleportatiespreuk kent, waarom teleporteer je dan niet gratis naar Snowdrop?' Dat komt omdat er op elke grens van een gemeente een soort grendel zit, waardoor je alleen binnen die gemeente met een teleportatiespreuk kan voldoen. En aangezien Snowdrop net buiten deze gemeente woont, moet ik met de teleportatiebuizen.

Ik stap een buis in en denk aan Snowdrop haar adres. Maar blijkbaar dacht ik het verkeerde nummer, want ik kom voor een klein kerkje terecht. Ik zie dat de lucht dichttrekt en besluit om het kerkje binnen te gaan. Het is niet een heel groot dorpje, dus ik neem aan dat iemand in het kerkje haar wel kent. Dus ik loop het kerkje binnen, en vraag aan de eerste eenhoorn die ik tegenkom "Weet u misschien het adres van ene Snowdrop?" De eenhoorn schudt bang van nee. Waarschijnlijk schrikt mijn massieve, zwarte uiterlijk hem af. Niet iedereen is gewend aan Shannara-eenhoorns. Dan wijst de bange eenhoorn naar een andere eenhoorn die even verderop op een bankje zit. "D... d.... die eenhoorn k...kan u waarschijnlijk w... w... wel helpen." Zegt hij. "Dankjewel." Antwoord ik vriendelijk, hopend hem iets op zijn gemak te stellen.

Ik stap naar de eenhoorn op het bankje toe. Als ik dichterbij kom zie ik dat het een wat oudere eenhoorn is. "Goedendag meneer." Zeg ik beleefd. De eenhoorn kijkt op, en lijkt even te schrikken van mijn zwarte vacht. "Hallo." Antwoord hij dan. "Ik wilde u vragen, kent u het adres van ene Snowdrop?" De oude eenhoorn denkt even na en knikt dan. Hij verteld me het adres en ik bedank hem vriendelijk. Als ik het kerkje uit wil stappen zie ik dat het intussen pijpenstelen regent.

Snel ren ik over het plein voor het kerkje. Ik sla het straatje in die de oude eenhoorn genoemd had. Al rennend scan ik de huisnummers af. Dan zie ik het goede nummer en ik rem af. En precies dit huis heeft geen afdakje... denk ik. En dan herinner ik me opeens dat Snowdrop dat misschien wel kon 'lezen' aangezien ze een ziener is. Ik bel aan, en niet veel later doet Snowdrop de deur open. "Storm?! Wat doe jij hier? Hoe weet je waar ik woon?" Roept ze verbaasd "Lang verhaal...." zegt ik met een zucht. Ik moet rillen van de kouden stralen die over mijn rug lopen "Mag ik binnenkomen?" Vraag ik. Snowdrop knikt en laat me binnen.

Eenmaal binnen geeft ze me een handdoek en loopt de keuken in. Ik wrijf mezelf warm en droog. Snowdrop komt inmiddels aan met twee kopjes thee, die ze beide neer zet op het salontafeltje. Ze gaat op de bank zitten en ik ga naast haar zitten. "Nou vertel maar." Zegt Snowdrop, en ik zie dat ze mij nieuwsgierig aankijkt. Dus ik vertel het hele verhaal, van de achtervolging en hoe ik haar adres gevonden heb. Snowdrop knikt. "Dus je kan eigenlijk niet meer naar huis?" Vraagt ze, en er klinkt een lichtelijk medeleven in haar stem. Ik knik, en zeg; "Altijd als ze iemand niet kunnen vinden, branden ze het huis af in de hoop dat degene die ze zoeken door de vlammen sterf." Snowdrop kijkt bedachtzaam. "Dan mag je hier wel blijven, totdat je een nieuw huis hebt." Zegt ze. Ik kijk haar dankbaar aan.

Dan kletsen we nog wat, en drinken onze thee op. We vertellen elkaar over ons verleden. Ik zie dat ze ontzettend schrikt van mijn vreselijke jeugd. Ik probeer er nuchter onder te blijven. Van buiten lijkt het alsof ik er overheen ben, maar van binnen huil ik nog steeds om de dood van mijn vader.

POV Snowdrop
Nadat Storm mij alles heeft uitgelegd kletsen we nog wat over ons verleden. Ik dacht eerst altijd dat ik een niet al te vrolijk verleden had. Maar nu ik het verhaal van Strom heb gehoord, vind ik mijn verleden echt helemaal niet zo somber. Vanbuiten houdt Storm zich sterk, maar ik kijk in zijn geest en voel zijn verdriet over zijn vader. Ik heb echt medelijden met hem. Eerst moest hij al zijn vader missen, en nu is het huis waarin hij is opgegroeid tot de grond platgebrand. Ik wil iets voor hem doen, maar het enige wat ik kan doen is hem onderdak bieden totdat hij een nieuw huis heeft.

Unicorn [VOLTOOID]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu