Hoofdstuk 2:

3K 118 25
                                    

Grace p.o.v. 

Ik keek hem vol verbijstering, en een tikje walging, aan, trok mijn hand los, veegde deze heel rustig aan zijn shirt af terwijl ik van binnen op het randje van een verstandsverbijstering zat,

en daarna sloeg hem in zijn gezicht. Zoals elk normaal nadenkend wezen waarschijnlijk had gedaan. 

De jongen bracht, nu met ook zijn gezicht vol verbijstering, zijn hand naar zijn ietwat rood wordende wang. In zijn ogen was een tikje fascinatie te zien. Achter hem hoorde ik zijn vrienden lachen. 

Ik nam de kalmste mogelijke toon aan die ik nu kon, en probeerde wat sarcastisch te klinken terwijl ik zei: 

 'Hallo, ik ben Grace en de receptie is hier twee gangen links en dan rechtdoor.'

Hij kreeg een klein lachje op zijn gezicht en toen pas had ik door dat er niemand anders meer in de gangen was. Alleen hij, zijn vrienden die achter in de gang stonden te lachen en ik. 

De bel was gegaan. 

'Shit.'

'Zei je iets, schoonheid?'

Had dit scharminkel nu ook nog het lef om me schoonheid te noemen?

Niet over nadenken nu, eerst maar zien te zorgen dat je geen straf krijgt. 

Tot mijn eigen spijt kwam ik erachter dat mijn enige oplossing voor me stond. 

Die vlerk en zijn vrienden. 

'Als jullie op jullie eerste dag graag 229 strafregels willen schrijven moeten jullie hier blijven. Wie dit niet wilt doen moet nu met mij mee naar de receptie lopen.'

De jongens stopten met lachen en keken me aan alsof ze probeerden te peilen of ik het meende of niet. 

En alsof ik het meende. 

Het zou niet de eerste keer zijn dat ze een straf uitdeelden aan een nieuwe leerling op de eerste dag. 

'We lopen wel met je mee.'

De andere jongens stonden er nu ook bij, in totaal waren ze met vier. Een jongen die blond was en een tattoosleeve had op zijn linkerarm, een jongen met zwart haar die nerveus met de ketting om zijn nek aan het spelen was, een jongen met roodachtig bruin haar en vrolijke groene ogen, 

en dan nog de jongen die me aan mijn hand gelikt had, Mason. 

Hij had een haarkleur die tussen donker en lichtbruin in zat en grijze ogen die je konden doorboren. 

De verschijning van de vier vond ik een interessant gezicht. Ze waren niet bepaald wat je op het St. Paulo's dagelijks rond zag lopen. Ze pasten meer op Rowland High School, waar ze geloof ik ook op hadden gezeten hiervoor. 

Wat me af deed vragen hoe ze in vredesnaam met z'n vieren tegelijk van school waren getrapt. 

'Kom op dan.'

Ik liep, de voor mij bekende, gangen door naar de receptie. De vrouw die achter de balie zat gaf me al jaren de kriebels. 

'Deze jongens willen graag hun rooster komen ophalen.'

Ze keek me beoordelend aan, zoals mensen die wisten wie mijn ouders waren wel vaker deden. 

'Namen?' vroeg de vrouw. 

Mason leunde met een arm op de toonbank en zei: "Mason Parker, Connor Jacobs, Taco Schouten en Brian Gerritsen.'

'Prima,' de vrouw tikte wat in op haar computer en de eeuwenoude printer achterin het kantoortje begon te ratelen. 'En wat doe jij niet in je les, Grace Carter?'

Als je het Claimt, dan moet je het likken.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu