waarom ik

158 4 1
                                    

'oh, wat een toffe avond!' zeg ik tegen mijn vriendin lies als we van het concert komen. 'ik vond het ook super cool, vooral als kaj dan heel dicht bij kwam',  zei lies. daag, liesje!  saluu, tot morgen ellen. liesje gaat via de fietsweg naar huis ik moet een hele andere kant op;  jammer genoeg.  Ik vind het achter al die dagen nog altijd eng om 's nachts alleen in het het donker te rijden. 'Je kunt het Ellen, er gebeurt toch niet ergs' zeg ik tegen om me zelf wat moed te geven , maar toch weet ik dat het niet veel zal helpen ik blijf hartstikke bang.  bonk, dong, tonk! Ik schrik zo hard dat ik van mijn fiets val. 'Wie is daar' zeg ik met een bange stem. Er reageerde niemand, ik voelde mijn  hart in mijn keel bonken. ik probeerde nog eens: 'wie is daar?' zei ik angstig.  ik pakte mijn fiets op en reed er als de bliksem vandoor. pff dat was eng. Ik heb het gevoel dat er iemand achter me fietst , maar ik durf niet achter om te kijken...

'Hey,'zei iemand met een zwaare stem, 'waar ga je heen. naast mij fietst een een jongen. knap maar toch niet mijn type. waar ga je heen, of heb je je tong verloren. ' dat zijn u zaken niet!' antwoord ik grof terug. ach, je tong toch niet kwijt,  nu tad we het toch over de tong hebben... hij duwt me van mijn fiets in de gras  vlakte en neemt mijn armen vast. hij zit op mijn benen. nu kan ik niets doen. hij boeit mijn handen vast en short mijn benen samen met een touw daar lach ik dan, met een bang hart, want ik wist niet wat er gebeurde. ik vroeg, 'wat wil je van me?' 'oh niet zo veel' zei hij vast beraden, 'alleen je wat beter leren kennen.' wie zegt er dat ik dat wil! ik zeg wat jij wilt, punt uit. ik schrok van zijn antwoord. over wat hadden we het daar net weer? oh, ja , ik weet het weer! hij hij nam mijn kleren stevig vast en kwam op me zitten. duwde mijn hoofd tegen hem. hij zei.' we hadeen het  daarnet over de tong, ik zal je wat demonstraties geven hij kuste me en beet op mijn lip als ik tegen prutelde, maar voor een bloedende lip heef ik niet op! ik beet terug. zijn kaak zat rood. ik had dat beter niet gedaan, dacht ik bij me zelf. hij sloeg me, en rukte aan al mijn kleren. gaan we het zo spelen, ok. hij nam me vast beet op mijn lippen  kuste me en scheurde mijn kleren los. ik had het koud en rilde. er passerde net een auto. het wordt hier te gevaarlijk. kom mee, nu! hij trok aan mijn haar en sleepte me mee. laat me los, schreeuwde ik! hij nam zijn gsm, belde iemand op en zei: code 4E op plaats 5657. binnen enkele seconden stond er een zwarte jeep voor me. hij trok me in de kofferbak en riep:'rijden, snel' ze reden sneller dan lucki luck. hij sloeg me de hele rit.ik bloede en kost niets doen. plots stopte de auto aan een chice villa daar sleuren ze me naar boven op het bed in de kamer maken ze me vast aan elke paal van het bed. Ik ben bang echt bang. Mijn hart klop zo hart dat je het kunt horen als je naast me staat. Ik schrik: de jongen staat naast me. hij zegt:'zouden we elkaar toch niet beter leren kennen?' Ik knik, maar wil niet. Ik snap niet waarom ik zo dom kon zijn. hij maakt 1 hand los. hij zegt: 'als je flink bent maak ik je misschien los!' ik schrok. Natuurlijk gehoorzaamde ik hem zodraa ik los zou zijn zou ik toe slaan. dat dacht ik toch: hij kuste mij en kuste me. die rara jongen was zo lief voor zijn slachtoffer, te lief naar mijn zin. hij laat me los maar hij wil natuurlijk meer dan een kus dus deed ik een beetje mee. maar hij lokte me mee naar de kamer er naast.  ik dacht nu vlucht ik , ik wil me los ruken maar hij duwt me in de kamer en sluit me op. ik draai me om en zie een grote douche hij komt uit een andere deur en zegg ga in die douche staan. ik kijk hem aan met een vraag gezicht. hij snauwt op me: 'heb je me niet goed gehoort dove, in die douch. ik stap er in en deuren sleuten...

Hey iedereen, Ik zit vol inspiratie voor dit boek ik ga er maar aan beginnen!

ebebloempje

Ik wordt helemaal ondergespoelt, van kop tot teen, door ijskoud water. het heeft een hele hoge druk. In geen mum van tijd sta ik tegen de muur geduwt, door het water. Ik hed het zo koud!

'Stop, stop alsjeblieft, ' roep ik,' stop, stop!' Ik barst in huilen uit...Mijn moed was op.

'Stop!' roep ik nog maals. Plots wordt alles zwart. Ik voel het water niet en heb het heel warm, maar het water stroomt nog. Mijn ogen valen dicht.

Ik open mijn ogen en alles is wazig. Ik kijk rond, ik zie een kale, witte kamer, mijn lichaam hangt vol met buisjes. Er klopt iemand op de deur. Ik antwoord, 'j..., j..., ja.' Een verpleegster komt binnen.  'Dag Ellen', zegt de verpleegster. Hoe weet zij hoe ik heet, ik weet dat niet eens? Wie is zij, wat doe ik hier, wie ben ik?

waarom ikWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu