POV Storm
Als Snowdrop na een uur nog niet wakker is begin ik me zorgen te maken. Ik loop naar haar toe en schud haar zachtjes heen en weer. "Snowdrop?" Vraag ik voorzichtig. Geen reactie. Opnieuw schud ik haar heen en weer, dit keer iets harder. "Snowdrop wordt wakker..." zeg ik, maar weer zonder reactie. "Snowdrop? Kom aan..... wordt wakker... ." ik krijg een onbehagelijk gevoel van binnen wat omhoog kruipt en zich in mijn hart nestelt. Ik wil niet dat ze dood gaat, ik geef om haar."Snowdrop? Snowdrop?! Snowdrop!" Ik begin langzaam aan haar naam te roepen. Dan beweegt ze haar hoofd.
POV Snowdrop
"Snowdrop!" Storm zijn bijna smekende geroep haalt mij weer tot aarde. Ik open mijn ogen en kijk recht in die van hem. Het valt me nu pas op dat ze heel donkergroen zijn. Er zitten kleine, goudachtige spikkels in.Storm omhelst me. "Ik dacht dat je doodging!" Zegt hij, met duidelijke opluchting. Dan neemt hij weer afstand, en als eenhoorns zouden kunnen blozen had hij het vast gedaan. Toch vond ik de omhelzing eigenlijk wel fijn. "Ik dacht zelf ook dat ik doodging." Zeg ik om de ongemakkelijke stilte die er gevallen was te verbreken. Storm glimlacht naar me, en ik lach terug.
"Hoe laat is het eigenlijk?" Vraag ik. Storm werpt een blik op de klok, waar ik eigenlijk zelf ook op had kunnen kijken. "Half 3 's nachts." Antwoord hij. "Wat moest die eenhoorn van je hebben?" Vraagt Storm dan. Ik denk na, maar haal dan mijn schouders op. Ook Storm denkt na. Dan worden zijn ogen groot, wat altijd gebeurt als hij een ontdekking doet. "Ik zag hem op de markt! En toen jij schreeuwde keek hij naar jou, met zo'n blik van 'nu heb ik je'. Ik denk dat hij een zienerjager is. En waar één zienerjager is...." ".... zijn er meerdere." Maak ik zijn zin af. Storm knikt. "We moeten hier weg, en wel nu." Zegt hij dan. Ik knik. "Spullen pakken en gaan." Zeg ik.
Storm staat al op, en ik wil achter hem aan. Maar zodra ik opsta word ik duizelig en mijn benen voelen plots als pudding. Net op het moment dat ik denk dat ik de grond zal raken voel ik een sterk lichaam dat mij opvangt. Ik kijk omhoog, weer recht in Storm zijn groene ogen, die me bezorgd aankijken. Ik krabbel recht, maar zoek nog steeds steun bij Storm, aangezien mijn puddingbenen niet helemaal mee willen werken. Zodra ik minder duizelig ben en weer recht kan staan neem ik wat afstand van Storm. Ondertussen staan we al op de overloop. "Ik gooi even een plens water in mijn gezicht. Ga jij maar alvast wat eten bij elkaar rapen." Zeg ik. Storm knikt en loopt naar beneden. Ik loop de badkamer in.
POV Storm
Beneden pak ik de boodschappentas van Snowdrop en stop er het eten in dat we gister op de markt gehaald hadden. Eerst pak ik al het voedsel wat goed voedend is, en dan nog wat eten om tussendoor op te knabbelen. Ik zoek een bidon en uiteindelijk vind ik er drie. Ik vul ze alledrie helemaal met water, en stop die ook in de tas.Snowdrop komt naar beneden met twee slaapzakken. "Het zijn thermo-slaapzakken. Die zullen ons wel goed warm houden tijdens koude nachten. En ze zijn ook waterdicht." Zegt ze. "Hoe kom je daaraan?" Vraag ik. "Ik heb vroeger een tijdje bij de scouts gezeten. Toen heb ik bij twee wedstrijdjes deze slaapzakken gewonnen. Ik dacht dat ze nooit van pas zouden koken, maar dit is het tegenbewijs."
Dan ziet Snowdrop de zware tas die ik ingepakt heb. Ze lijkt even na te denken en loopt dan weer naar boven. Even later komt ze terug met twee paar zadeltassen. Dan heb je een soort band om je middel, waar aan de twee weerszijden een stevige tas hangt.
We verdelen het eten, en nemen beide een slaapzak. Intussen is het half 4, en we besluiten ook maar meteen te vertrekken. Snowdrop maakt nog een briefje, die ze in een plastic hulsje doet. Deze hangt ze op de buitenkant van de voordeur. Op het briefje staat:
Hallo,
Ik ben uit dit huis weggegaan. De eerste de beste eenhoorn die hier wilt wonen mag gewoon intrekken.
De sleutel van de deur hangt in het slot.
Groetjes de oude bewoner van dit huis.Snowdrop houd zichzelf anoniem. Ze steekt zoals ze zei op het briefje de sleutel in het slot, en ze trekt de deur dicht. "We kunnen." Zegt ze. Ik knik, en samen lopen we het dorp uit. Van teleportatiebuizen kunnen we maar beter geen gebruik maken. Je weet niet waartoe die Zienerjagers in staat zijn. Dus we gaan gewoon wandelen, net zoals vroeger werd gedaan.
POV Snowdrop
Na weet ik veel hoe lang lopen kan ik gewoon niet meer. Ik heb het gevoel alsof ik elk moment door mijn benen kan zakken. Ook barst ik van de honger. Maar pas als ik licht in mijn hoofd begin te worden zeg ik; "Storm, ik kan niet meer." Storm draait zich naar me toe, en ziet dat ik echt doodop ben. Dan kijkt hij om zich heen, op zoek naar een goeder stopplaats."Kan je nog tot daar?" Vraagt hij dan aan me. Hij wijst richting het begin van een bos, ongeveer 100 meter van ons verwijdert. Ik knik. "Ik denk het wel." Zeg ik. Storm begint weer te lopen, maar wel op een iets rustiger tempo. Ik sjok maar achter hem aan.
Na wat voor mij een eeuw lijkt te duren, maar wat eigenlijk 10 minuten was, bereiken we de de bosrand. We gaan zitten onder een stevige eik. Ik snak naar water en pak een bidon. Toch drink ik rustig, met kleine slokjes. Want als je te veel in 1 keer drinkt kan je ziek worden. Na ongeveer een kwart van de grote bidon leeggedronken te hebben is mijn dorst wel gelest. Ook Storm drinkt wat, maar minder dan ik. Dan nemen we beiden twee broodjes. We blijven nog even uitrusten onder de boom.
"Hoe kan het dat jij het zo lang volhoud, dat lopen?" Vraag ik. Storm grinnikt. "Shannara hè?" Zeg hij. "Ik heb vroeger met mijn vader veel rondgetrokken in het bos waar ons huis lag. Ik heb vele overlevingstechnieken geleerd van hem. Soms bleven we hele weken weg." Er glijdt een verdrietige trek over Storm zijn gezicht bij de herinnering aan zijn vader.
Als ik in zijn hoofd kijk zie ik het hele tafereel van zijn vaders dood. Het speelt als een soort film in Storms hoofd. Ik schrik van de vreselijke beelden die voorbij flitsen. Storm en ik kijken elkaar aan. Storm weet sowieso dat ik in zijn hoofd keek. Ik zucht en kijk naar de grond.
De herinneringen van een eenhoorn zien is niet altijd een pretje... Galdurs stem dreunt door mijn hoofd. Wacht een even... Galdur! We kunnen naar hem toe! Denk ik blij.
POV Storm
"We zouden naar Galdur kunnen gaan, de Druïde die mij opgeleid heeft." Zegt Snowdrop. Ik schrik op uit de vreselijke beelden die ik in mijn hoofd afspeel. "Eh sorry.... wat zei je?" Vraag ik. Snowdrop lacht zacht. "Ik zei dat we naar Galdur, de Druïde die mij heeft opgeleid, kunnen gaan." Herhaalt ze. Ik denk na. Druïdes wonen heel afgelegen, dus er is weinig kans dat we daar gevaar lopen. Ik knik. "Dat lijkt me een goed plan. Waar woont hij?" Snowdrop fluistert het adres, ze wil waarschijnlijk niet dat iemand anders het weet.Ik laat het een aantal keer door mijn hoofd gaan. Dan kijk ik om me heen. Ik sluit mijn ogen, en begin langzaam te draaien tot ik voor mijn gevoel in de goede richting sta. Ik open mijn ogen en zie dat ik recht naar het grote bos toe sta. "We moeten door het bos heen." Zeg ik tegen Snowdrop, die mij vragend aankijkt. Bang kijkt ze nu richting het dichte bos. "Is er geen weg omheen?" Vraagt ze, duidelijk benauwd door het idee dat ze door het bos heen moet. Ik schud van nee. "Dat duurt veel te lang, minimaal een week langer." Snowdrop zucht. "Goed dan, dan gaan we door het bos." We pakken onze spullen in en stappen dan onder het dikke bladerdak van de bomen.
JE LEEST
Unicorn [VOLTOOID]
Fantasía(Dit verhaal is voor de schrijfwedstrijd van annielol16.) Hoi, mijn naam is Snowdrop. Ik ben een zilverwitte eenhoorn, en heb de kracht om in andermans hoofd te kijken. Ik kan hun gedachten lezen, hun dromen zien, en ook hun angsten. Men zegt dat di...