Hoofdstuk 2, Het pleeggezin

714 7 1
                                    

------------------------------------------------------------------------------------

Toen kwam de maand mei. De maand dat ik naar een pleeggezin zou gaan. De mevrouw van jeugdzorg kwam nog een keer langs om te vragen in wat voor een gezin ik wou. Ze vroeg of ik met meerdere kinderen in een pleeggezin wou en of ik tegen dieren kon. Ik wou graag met meerdere kinderen en dieren vond ik niet erg.

Ik weet het nog goed. Het was 12 mei. Ik ging naar mijn nieuwe gezin. De familie Repels. Ik kwam aan bij een huis. Nummer 13 was het, in de Purpelstaat. Er kwam een mevrouw naar buiten. Ze zei dat ze blij was dat ik er was. Ik wist eigenlijk niet of ik nu vrolijk moest zijn. De mevrouw vroeg ik mee naar binnen kwam. Ik liep achter haar aan. Het zag er wel gezellig uit. We gingen naar de woonkamer. Daar zaten een man en 2 kinderen, twee jongetjes. Ik denk dat de jongens 5 en 8 jaar waren. Een stuk jonger dan mij dus. Ze gaven me allemaal een hand. Ook hun waren blij dat ik er was. We gingen samen wat drinken. Ik kreeg een grote koek. Ze zeiden dat het een beetje feest was omdat ik er was. Ik wist niet goed wat ik moest denken. Feest? Ik was eigenlijk niet echt blij. Maar toch, ik moest er overheen komen en dan zou ik het vast weer fijner hebben. De man liet me de kamer zien waar ik mocht slapen en mijn spulletjes neer kon zetten. Het was een kleine kamer maar het zag er wel gezellig uit. De muren waren lichtblauw en er lag bruin laminaat op de vloer. Er stond een kast waar ik mijn kleren ik kon doen. Ik legde mijn kleren alvast in de kast en daarna ging ik weer naar beneden. Het was bijna 1 uur dus we gingen eten. Het was heel gezellig bij hun aan tafel. Ik hoopte dat ik hier mocht blijven. Ik had op internet gelezen dat sommige kinderen wel in 7 gezinnen kwamen omdat het toch te druk was of dat het niet goed ging bij het nieuwe gezin. Ik hoopte dat ik hier mocht blijven wonen.

Het was eind mei. Ik ging weer naar school en het ging beter met mij. Ik mistte mijn familie elke dag, maar wist er nu mee om te gaan. Tot die ene dag. Mijn pleegmoeder werd ernstig ziek en ze hadden het erg moeilijk, ze moesten ook nog voor hun eigen kinderen zorgen en eigenlijk kon ik er toen niet meer bij. Ik werd overgeplaatst naar een ander gezin. Dit gezin was een stuk verder weg dus ik moest met de trein naar school. Bij deze mensen kon ik ook niet lang blijven. Ze hadden een kat en daar was ik allergisch voor. Of de kat moest weg of ik. Ze hebben toen mij gekozen. Voor de tweede keer moest ik naar een ander gezin. Elke keer kwam dat ene zinnetje weer in mijn hoofd. 'Er zijn kinderen die in 7 gezinnen terecht komen'. 

Toen kwam er een nieuw gezin voor mij. De familie Deriksen. Een man, vrouw, jongen en een meisje. Het jongetje was 6 en het meisje was denk ik een jaar of 11. Gelukkig kon ik hier wel blijven wonen. Ook in dit gezin waren ze erg lief voor mij. Ik had een eigen kamer waar ik mijn spullen neer kon zetten en kon slapen. Na 4 dagen veranderde iets. Het was zaterdag ochtend en ik was al een beetje gewend aan mijn nieuwe huis en nieuwe gezin. Ik werd om 10 uur wakker. Ik liep naar beneden en zei goedemorgen tegen mijn pleegouders. Ik liep naar de keuken om wat te eten te pakken. Ik deed de kast open waar het brood lag. En deed er worst op. Ik hoorde iets achter me. Ik draaide mij om en daar stond mijn pleegvader. Ik schrok, hij straalde iets uit maar wat weet ik niet. Hij deed gelukkig niets en vroeg of ik even wou komen zitten aan de tafel. Mijn pleegmoeder zat daar ook met een papier in haar handen. Ik ging aan tafel zitten en vroeg wat er was. Mijn pleegmoeder zei dat ik nu 4 dagen bij hun woonde en dat ik hier mocht blijven. Dat vond ik wel fijn want dan had ik tenminste een huis om te slapen. Maar er zijn wel regels zei ze. Ze gaf mij het papier. Het stond helemaal vol met allemaal regels. Ik las de eerste. Voor 11 uur lig je in bed en heb je gedoucht. Ik vroeg of ik zelf mocht weten wanneer ik op bed ging. Ze zeiden dat het mocht, als het maar voor 11 uur is. Ik las de volgende regel. Je moet om de dag douchen, alleen de dagen dat je gym hebt mag je achter elkaar douchen. Deze regel had ik vroeger ook. Toen mijn ouders er nog waren. Opeens voelde ik mee eenzaam. Ik miste mijn ouders. Ik vroeg of ik naar boven mocht. Gelukkig mocht dat. Ik liep naar boven en nam mijn broodje en het blad met de regels mee. Ik ging op mijn bed zitten en ik las de regels verder. Als je iets lekkers wil moet je het zelf kopen, brood, boter, melk en warm eten krijg je van ons, koekjes, snoep, chips en andere lekkere dingen moet je zelf betalen. Ik las de regel nog is over. Toen drong het tot me door dat ik zelf mijn eten moest betalen. Naja, de lekkere dingen. Ik las verder. Je moet maandag en dinsdag afwassen, 's ochtends, 's middags en 's avonds, woensdag stofzuigen en tafeldekken, donderdag de wc schoonmaken en vrijdag Jordy en Eline naar school brengen, omdat ik dan de eerste 2 uur vrij was. Jordy en Eline dat zijn trouwens de namen van mijn pleegbroertje en zusje. Ik dacht dat ik gek werd. Sinds wanneer moet iemand van 15 de wc schoonmaken en zoveel klusjes doen in huis?

En waarom moest ik mijn pleegbroertje en zusje naar school brengen. Ik vond deze regels echt raar. Ik las nog even door. Totdat ik las wat er onderaan het blad stond. Er stond dat als ik niet deed wat er op dit blad stond dat ik klappen kreeg. 

Later die week ging ik nog even naar de stad. Ik kocht een boekje waar ik alle dingen in opschreef vanaf de dag dat mijn ouders, broertje en zusje er niet meer waren. Het was een soort van dagboek waar ik de leuke dingen in opschreef maar ook de vervelende dingen.

Het was alweer maandag en ik moest weer naar school. De weg die ik moest fietsen was nieuwe voor mij, maar toch ging in de goede kant op. 3 Kwartier deed ik erover. Vroeger was ik altijd in 10 minuutjes op school. Op school aangekomen zag ik mijn vriendinnen. Ze liepen naar mij toe en vroegen hoe het ging. Ik was de afgelopen weken niet elke dag op school geweest. Vanaf vandaag zou ik er wel weer elke dag zijn. De bel ging en we liepen naar binnen. Nog snel gingen we even naar ons kluisje om boeken te halen en onze jas op te hangen. Bijna half 9 was het. Ik vroeg aan mijn vriendin welke les we het eerste uur hadden. Ze zei dat we geschiedenis hadden. De tweede bel ging. Snel liepen we naar ons lokaal toe. We kwamen aanlopen en onze leraar wou net de deur dicht doen. Bijna te laat dames riep hij.

De uren daarna kon ik mijn aandacht moeilijk bij de les houden. Het was bijna 2 uur de les dag zat er gelukkig op. De bel ging en ik pakte mijn spullen en liep naar mijn kluisje. Mijn vriendin vroeg welke kant ik op moest. Ik zei dat ik richting het winkelcentrum moest en dan alleen maar rechtdoor. Ze fietste een klein stukje met me mee en we begonnen gezellig wat te kletsen. Opeens vroeg ze waar ik nu woonde. Ik wist het niet precies maar ik zou morgen het adres aan haar geven. Toen kwam de splitsing en ik moest rechtdoor en zij naar links. Tot morgen! Riep ze.

------------------------------------------------------------------------------

Herschreven 7-3-2016

Toen ze er nog waren...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu