Thuis Besneden

149 4 1
                                    

Binnen de Joodse en Islamitische gemeenschap is het heel normaal dat de zoons op vroege leeftijd besneden worden. Je houdt er op latere leeftijd een mooie paddenstoel aan over. De besnijdenis wordt gedaan uit religieuze overtuiging. Zo ook bij ons thuis.

Het is eind jaren 70. Het is een bijzondere, maar rumoerige dag bij ons thuis op de tweede etage van de Semarangstraat nummer 37. Er swingt Arabische muziek uit de luidspreker van de cassette recorder van ome Phillips. Mijn zusje speelt en danst met haar pop in de slaapkamer. Mijn moeder staat zich uit te sloven in de keuken. De geur van gegrild gekruid vlees waait met windkracht één vanuit de keuken door de gang linksaf de woonkamer in om vervolgens mijn neusgaten te penetreren. Heerlijk! Heerlijk zo een windje. 

Ondertussen bij de buren op de eerste etage:

Corrie: "Hey Arie, hoor je dat kattengejank hierboven weer?" 

Arie: "Se sulle wel weer een feessie hebbe. Als se maar nie weer een schaap in de badkamer slachten."

Alsof wij iedere week een schaap in de badkamer slachten. Wat een vooroordelen! Je gaat toch niet iedere week een schaap in je badkamer slachten? Dat doe je toch niet?! Een keer per jaar. Je slacht één keer per jaar een schaap in je badkamer en men begint te zeiken. Weet je wel hoeveel moeite het kost om dat beest op de tweede etage in de badkamer te krijgen? 

Terug naar de tweede etage:

In de woonkamer zaten een groepje gastarbeiders met ieder een prachtige moustache, een imam met een geitenbaardje, mijn vader met een mooie zwarte volle haarbos, mijn illegale oom en ik als klein jochie. We zaten relax op de banken. We nipten aan mooie handgeschilderde Marokkaanse theeglazen gevuld met zoete muntthee waarbij na iedere slok een stukje glazuur van je tanden werd geëlimineerd.

Mijn vader, de imam, mijn illegale oom en de gastarbeiders wisselden beleefdheden uit. Ze lachten vriendelijk naar elkaar en namen weer een slokje van de muntthee om een lekker Marokkaans koekje weg te spoelen die ze zojuist in hun kwebbel hadden geschoven. Kortom, ze hadden het oer-Hollands gezellig. En toch vertrouwde ik hen niet. Het zag er allemaal veel te mooi en te vreedzaam uit. Het voelde gewoon niet goed.

Want waarom moest ik vandaag ineens een witte mannenjurk aan? En zo een raar hoedje op? Ik leek wel een circusbaviaan! Ik heb nooit een jurk aan. Ik wou gewoon mijn toffe trainingsbroek aan van het merk Adidas, maar dan met vier strepen en een B in plaats van een D. Adibas! Gekocht op de markt in Marokko. Origineel volgens de verkoper. Ik mocht mijn Adibas trainingsbroek niet aan want het was een speciale dag. "Vandaag word jij een man", zei mijn papa. Een man worden? Dat ben ik toch al? Toen ik vanochtend wakker werd hing er toch echt wel een Marokkaans worstje tussen mijn poten.

Er hing een vreemd luchtje in huis en dat was niet het worstje tussen mijn poten en ook niet het gegrilde vlees met kruiden. Die gastarbeiders, die imam, mijn illegale oom en mijn vader waren iets van plan. Maar wat? 

Daar zou ik helaas snel achter komen! De imam vroeg aan mijn vader of de muziek uit mocht. "Je hebt de imam gehoord. Zet de muziek uit!", zei mijn ouwe. Ik liep naar ome Philips en gaf hem een tik. Niet wetende dat ik vele jaren later met Ajax meerdere tikken aan ome Philips en zijn zooitje zou uitdelen, maar dit ter zijde. Met een tik legde ik hem het zwijgen op. Het was nu stil. 

Ondertussen bij de buren op de eerste etage:

Corrie: "Hey Arie, hoor je dat? Het is stil boven. Wat spoken ze nou weer uit?" 

Arie: "Arme schaap" 

Terug naar de tweede etage:

"Kom maar effe bij de imam zitten", riep het geitenbaardje. "Hoe oud ben jij?, vroeg hij. "Ik ben bijna 4", antwoordde ik. "Dan ben je al een grote jongen. Vandaag gaan we jou een meneer maken", riep één van de gastarbeiders terwijl hij het laatste koekje in zijn bek douwde. Ik dacht, gast! Waar heb jij het over? En daar gaat het laatste koekje. 

De imam begon teksten uit de koran te citeren. De aanwezigen luisterden aandachtig en zeiden tegelijkertijd, "Amen", toen de imam klaar was met zijn preek. De heren inclusief mijn vader stonden op. Ik dacht mooi, die gaan pleite, dan is er lekker meer gegrild gekruid vlees voor mij. Helaas geen koekjes meer, want het laatste koekje heeft die pannenkoek zojuist zitten kanen. Fijn dat ze oprotten, want ik vertrouwde ze toch niet. Met bloed, zweet en een huiskamer vol Marokkanen, zei ik rot hier nu maar op. Zei ik vrienden, dag vrienden, de koek is op. Zat ik er effe kilometers naast zeg! In plaats dat de mannen pleite gingen, stonden ze ineens in een kring om mij heen. 

"Gaan we stoelendansen?", vroeg ik. "Pap, geef jij ome Philips weer effe een tik?, zei ik tegen hem. Mijn vader en nog twee grote snorren keken heel serieus, ze liepen op mij af, grepen me vast en legde mij gestrekt met mijn rug op de bank. Voor ik het wist werd mijn jurkje omhoog getrokken en mijn broekje uitgetrokken. Mijn toetertje stond direct rechtop en keek als een stokstaartje om zich heen en vroeg zich waarschijnlijk ook af: "Asjemenou! Wat gebeurt hier nou? Wat moeten die relnichten van me?"

De imam toverde een klein schaartje te voorschijn. Nee! Ik heb ze eindelijk door. Ze gaan mijn worstje afknippen. "Nee, niet mijn toetertje afknippen", schreeuwde ik. De adrenaline spoot ineens door mijn aders. De heren kregen het moeilijk om mij in bedwang te houden. Nog twee gastarbeiders en mijn illegale oom haastten zich om mij in bedwang te houden. De imam brabbelde het één en ander terwijl drie andere gastarbeiders alle moeite hadden om mijn, door de adrenaline inmiddels gigantische paddenstoel, klem vast te houden. De imam realiseerde zich dat zijn schaartje geen schijn van kans had. Hij liep weg. 

De drie mannen hielden mijn geslachtsdeel in een houdgreep en worstelden zich suf. Ze hadden alle moeite met mijn Anton Geesink. Na ongeveer een minuut kwam de imam terug met een mega betonschaar. Ik dacht: Dat had ik je meteen kunnen vertellen imammetje! Ik bleef desondanks tegenstand bieden alsof ik een beer was, maar uiteindelijk moest ik me overgeven. Ze hadden gewonnen. Een deel van mijn toetertje was afgeknipt. Mijn arme worstje was gemolesteerd. Ik was uitgeput. 

Er klonk een vreugdekreet door het huis, iedereen was blij en feliciteerde elkaar, maar vooral mij. "We zijn trots op je jongen, goed gedaan!", zei mijn vader. Vervolgens werd ik overladen met cadeaus, kusjes en een boel centjes. 

Ik keek naar de imam die op de grond zat en mijn zojuist afgesneden stuk vel aan het oprollen was. "Wat gaat u daarmee doen?", vroeg ik. De imam antwoordde: "Die ga ik gebruiken als zeil voor als ik op vakantie ga met mijn busje."

Thuis BesnedenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu