(1)
Soms is het maar goed dat ik alleen woon. Verscholen in mijn eigen huis en ver weg van al het rumoer en geruzie. Dat is wat ik het liefste doe. Me verstoppen voor alles wat me nog pijn zou kunnen doen, want dat is al te veel gebeurd. Ik bouw dus een muur. Iets dat me beschermt en me even alles laat vergeten. Geen idee hoe het uiteindelijk zo ver heeft kunnen komen. Hoe het is gekomen dat ik nu zo anders ben. Nog buitengewoner dan ik was. Het experiment heeft mijn leven veranderd. Ik ben nu een Victoriaan en heb een nieuw leven. Ik ben niet voor niets teruggetrokken en zwijgzaam. Maar een paar mensen kennen mijn verhaal.
~~~
Hij sloeg me hard in mijn gezicht en ik struikelde achteruit, mijn hand tegen mijn borst aan geklemd. 'Gek! Je hoort hier niet! Ga terug naar waar je vandaan komt!'
Een volgende stomp in mijn maag die me deed dubbelklappen van pijn. De tranen sprongen automatisch in mijn ogen. Met een arm probeerde ik ze weg te houden maar ze waren met te veel. 'Alsjeblieft! Stop!' Een kort gegrinnik was mijn antwoord.
Iemand duwde me op de grond en trapte tegen mijn hoofd aan. Ik voelde mijn lip openbreken en een dun stroompje bloed langs mijn wang omlaag glijden. Ik bedekte snel mijn hoofd met mijn handen. Alsjeblieft. Laat het ophouden.
'Waarom leef je eigenlijk nog?'
Een klap in mijn gezicht.
'Wat een zwaar leven moet je familie hebben!'
Een schop in mijn buik.
'Als je beter zou weten, was je allang weggegaan.'
En toen hield het eindelijk op.
De klappen hielden eindelijk op. Gegons in mijn oren en een pijn waarvan ik me maar al te bewust was, vulden mijn wereld. Mijn eigen wereld achter de denkbeeldige muren. Uiteindelijk werd het stil maar ik bleef nog een tijd liggen. De woorden spookten nog door mijn hoofd. Waarom je leef je nog? Ga weg! Misschien hadden ze gelijk. Misschien was iedereen gelukkiger als ik er niet meer was. Ik. Stick. De jongen met het witte haar die altijd alles fout deed. Zelfs als hij het goed ging. Zelfs nu ik studeerde en voor de laatste keer probeerde om iets met mijn leven te doen. Het pesten was er al zolang ik me herinnerde maar het werd nu steeds meer fysiek. Mijn altijd zo gladgestreken masker begon langzaam scheuren te vertonen. Oh, wat wilde ik ze graag terugpakken. Ze de grond in boren zodat ze wisten hoe ik me voelde. Hoe het voelde om steeds achterom te moeten kijken omdat je bang was dat er zomaar iemand achter je kon opduiken om in elkaar te slaan. Hoe het voelde om alle blauwe plekken steeds te moeten verbergen om vragen te voorkomen en om je hele leven lang te horen dat je niet goed genoeg was. Dat je ook nooit goed genoeg zou worden. Wat had het leven dan nog voor zin?
Ik stond op en kreunde. Mijn lip begon al op te zwellen en geïrriteerd likte ik het bloed er af. Het was klaar. Het was genoeg geweest. Het had geen zin meer om zo verder te gaan dus het kon net zo goed meteen ophouden. Ik pakte mijn boeken op en stopte ze weer terug in mijn tas. Een paar gescheurde bladzijden bungelden nutteloos aan de onderkant. Ik besloot ze eruit te scheuren want ik ging er toch niets meer mee doen. De kapotte blaadjes gooide ik op de grond.
De wind blies hard en haalde mijn gehate haar door de war. Waarom was het niet gewoon blond of bruin zoals bij de anderen? Waarom had ik niet een normale kleur haar?
Geen zin om daarover na te denken. Ik voelde de norsheid die vaak opkwam weer terugkomen. Snel duwde ik de deur open en klikte het licht aan. De stoffige kamer die er verscheen was me meer dan bekend. Ik gooide mijn boekentas op de grond en ging snel naar de badkamer om de schade te bekijken. Het bleek niet meer dan anders te zijn maar toch voelde het als de druppel die de emmer liet overlopen. Ik zuchtte en liet me op bed vallen. Het had geen nut meer om de wonden te verzorgen want ik wist toch deze dag mijn laatste zou zijn. Ik staarde wezenloos uit het raam.
De brief die ik schreef was kort maar bevatte alles wat ik kwijt moest. Het is teveel geweest en het was goed zo. Ik klikte het licht uit, sloot me op in mijn kamer en was niet van plan er ooit nog uit te komen.
JE LEEST
Victoriaan
VampireDit is eigenlijk een deel 0 van de boeken: It's just a game en It's just love. Er is een tijd waarin Victorium nog niet bestond. Voor de oorlog met koning Raa en het land Devina zoals we het nu kennen. Er is een tijd dat er geen Victorianen bestonde...