Hoofdstuk 8:

2.3K 116 23
                                    

Grace p.o.v. 

Dit was een enorm dom idee. 

Hoe had ik het ooit zo ver laten komen dat ik op die motor stapte. Dat Mason mij liet rijden. 

Hoe had ik dat ooit kunnen doen. 

En nu zat ik naast Mason voor een agent die een kopje koffie teveel op leek te hebben. Er klopte een ader bij zijn slaap en zijn ogen stonden wagenwijd open. 

'Namen?'

Voordat ik ook nog maar kon spreken zei Mason al iets: 

'Nancy Gilbert en Jonathan Olburg.'

'ID?'

'Ligt thuis.'

'Rijbewijs?'

'Thuis.'

'Dan denk ik dat dit een nachtje de cel in wordt voor jullie.' Mijn ogen werden groter en ik kon wel gillen, terwijl Mason rustig bleef zitten. 

'En is je vriendinnetje haar tong verloren.'

'Nee meneer.'

'Jullie mogen één telefoontje plegen. Niet meer, niet minder.'

De agent schoof ons een telefoon toe en Mason pakte die op een nummer te draaien en de hoorn naar zijn oor te brengen. 

'Eeey Brian. Met Jonathan Olberg. Zou je mijn en Nancy's ID-kaart en rijbewijs misschien even kunnen brengen naar het politiebureau?'

Mason schonk me een geruststellend kneepje in mijn hand. Ik had niet doorgehad dat hij die al de hele tijd vast had gehad, waarschijnlijk was ik daar teveel in shock voor. 

'Dag Brian!'

Mason legde de telefoon weer neer en keek me even kort aan voordat hij zich naar de agent draaide. 

'Dan mogen jullie nu meekomen naar jullie cel.'

--------------------------------------

Nadat we gefouilleerd waren werden we begeleid naar de cel.  We zaten er helaas niet alleen in. We deelden hem met een herrieschopper die zei dat zijn naam Hurricane was. De cel tegenover ons was bezet door een dronken vrouw die alleen maar kon giechelen en twee mannen die ons aanstaarden. Ik zat naast Mason en had mijn hoofd op zijn schouder gelegd. 

'Als mijn moeder hier achter komt zit ik zo diep in de problemen,' zuchtte hij. Ik keek op, meestal was ik degene die in problemen zou komen met haar ouders. 

'Hetzelfde hier.'

'Dan hadden jullie hier niet moeten belanden, tortelduifjes.'

Mason schonk Hurricane een dodelijke blik toe en ik trok mijn wenkbrauwen naar hem op. 

'Nog steeds niet door dat wij niet samen zijn?' vroeg ik aan Hurricane. 

'Och sorry meis. Jullie lijken me wel een leuk stelletje,' giechelde hij. 

Ik probeerde hem te negeren en haalde mijn hoofd van Masons schouder. 

Als je het Claimt, dan moet je het likken.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu