Het is vandaag nog al een hectische dag. Ik denk dat we ons aan elkaar irriteren. Zij moet altijd van alles een probleem maken. Alles wat ik zeg is fout in haar ogen. Ze wil altijd het laatste woord hebben. En we hebben nooit niet ruzie. Maar in het eind houd ik wel van haar. Want ze is toch mijn zus.