{Karim}
Daar zit ik dan vastgebonden aan een gammele oude stoel. Zachtjes hoor ik de deur open kraken. Daar staat hij... of zij, de zwart geklede persoon. Hij had een bord vast met een appel en water. Hij maakte mijn handen los en ik dook naar het eten. Ik nam een hap van de appel, maar spuugde het weer uit. 'BAH deze appel is rot.' Zei ik. 'Ja denk je nou serieus dat we je verse dingen zouden geven.'. Dat betekent dat er meer zijn. 'Ga nu maar weer op je stoel zitten. Langzaam ga ik op de stoel zitten. 'SNELLER' riep hij en hij sloeg me met een zweepje. Ik dook in mekaar van de pijn. Hij liep weer weg terwijl de tranen over mijn wangen stroomden. 'Waarom mij, wat had ik gedaan?'
*
Ik word wakker,ik doe rustig mijn ogen open en merk dan dat ik niet op dezelfde plek ben. Ik zit in een zwarte kamer met een lamp op me gericht. Maar ik zit ook recht tegenover een raam ik zie twee mensen staan zwart gekleed. Er staat ook een camera.
Ik schrik als ik een deur achter me met een klap dicht hoor gaan. 'Wat gaan jullie met me doen?' Vraag ik angstig. 'We gaan je filmen terwijl je pijn lijdt, dat sturen we naar je rijke pappie en die gaat ons geld geven.' Zei hij grijnzend. Opeens voel ik een harde klap in mijn rug. Daarna een op mijn gezicht. Zo gaat het een tijdje door, maar als laatste krijg ik een stomp in mijn ballen. Vlak voor dat iedereen weg gaat maken ze me los en zeggen dat ik even mag afkoelen. Meteen val ik neer op de grond, het bloed stroomt van mijn hoofd af. Huilend zit ik tegen de muur. Ik hoor weer gerommel en ook op dat moment gaat de deur weer open. Maar dit keer had diegene geen zwart pak aan. Een jongen kwam binnen, hij droeg normale kleren en had geen bivakmuts op dit keer. Hij liep op me af en zei: 'Je gaat naar je kamer.' 'Kamer? het is toch een bezemhok.' Vraag ik verlegen. 'Ze geven je nu een kamer.'. Ik knik maar en loop vervolgens met hem mee.~~~
Daar zit ik dan. Op mijn bed te wachten tot er weer iets gebeurt. Uren zit ik hier al. Het is super saai en ik heb niks te doen. ik hoor een slot klikken en de deur gaat open. Daar staat hij weer. 'meekomen je moet eten' Zei hij. Ik loop door een donkere gang er zijn een paar deuren maar ook een paar ramen, alleen het enige dat ik zie zijn bomen. We komen aan in een keuken, de jongen wijst naar een stoel en ik ga zitten. Hij stopt iets in een magnetron en blijft wachten. 'Is het weer rot?' Vraag ik zacht. 'Rot? Wij geven geen rotte dingen aan jou.' Zei hij verbaasd. 'Gister kreeg ik een rotte appel.'. 'Ik mag dit eigenlijk niet vertellen, maar ik ben nieuw dus ik weet helemaal niks. Ik weet ook niet waarom ze je gister avond verplaatsten.'. 'Ze martelden me' zei ik en er gleed weer een traan over mijn wang. Hij kijkt me met grote ogen aan. 'WAT!' Roept hij opeens. 'Niet zo hard dadelijk horen ze je nog.'. 'Sorry'. Op dat moment hoor ik een pling de jongen haalt het bord uit de magnetron en zet het voor me. Pasta lekker. Ik neem voorzichtig een hap en merk dat er niks mee is. Gulzig eet ik de rest ook op. 'Wat is je naam eigenlijk' Vraagt de jongen opeens. 'Karim' zei ik. 'Leuke naam ik heet Jace.'. 'Ook een leuke naam.'. Zei ik terwijl ik opsta. Samen lopen we weer richting mijn slaapkamer. Aangekomen in mijn slaapkamer neem ik afscheid en ga op mijn bed liggen. Jace is best aardig. Met mijn gedachten in een andere wereld doezel ik langzaam in slaap.
*
Ik schrik wakker door geweerschoten. Ook op dat moment komt Jace binnen rennen. 'KOM WE MOETEN HIER WEG!' Schreeuwt hij. Samen rennen we door het bos. We rennen en rennen aan een stuk door. Opeens zien we dat er een stadje nadert. We staan hijgend stil. Dan wijst Jace naar het stadje 'daar zijn we veilig' zei hij nog hijgend. Samen lopen we naar het stadje, maar als we aankomen zien we een man met een groot geweer in zijn handen. Hij kijkt ons strak aan . 'Wat komen jullie hier doen?' Vraagt de man met een diepe stem. 'We zijn op de vlucht in het bos is namelijk een groot gevecht aan de hand.'. Hij kijkt ons met fronsende wenkbrauwen aan. 'Willen jullie misschien onderdak?'. Jace en ik staren elkaar twijfelend aan, maar knikken dan toch vriendelijk naar de man.
~~~
We zitten nu al een tijdje hier in het huis van de man. Jace en ik zitten op de bank met een glas cola, de man was even naar buiten om met iemand te praten maar ik heb een vreemd gevoel in mijn maag. Jace en ik besluiten om via de gesloten deur mee te luisteren. 'Ja die twee zitten binnen bij mij' horen we de man tegen iemand zeggen. Jace en ik kijken elkaar aan maar luisteren dan verder. 'Mooi zo, als ik die verrader Jace te pakken krijg dan zwaait er wat.'. Ik zie hoe erg Jace is geschrokken en meteen op dat moment zwaait de deur met een knal open. Daar stond hij... of zij weer degenen in het zwarte pak. We worden bij de kraag vast gepakt en we spartel heel erg tegen met 0% geluk we worden in een busje gegooid en rijden weer weg. Daar zitten we dan samen in een klein kamertje allebei aan een stoel vastgebonden. 'Dankje' fluister ik zacht. 'Voor wat?'. 'Omdat je me gered hebt daarom.'. 'O Ach ja het was het proberen waard.' Daar zaten we nog in een hele diepe stilte. Toen vloog de deur open en zag ik een bekend iemand staan.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Hallo allemaal als je wilt weten hoe het afloopt ik wil een deel twee maken.
Byeeeeeeeee