De gedachten aan iemand.

90 1 2
                                    

Hoofdstuk 1

Ik kon nergens kijken alleen voor me. Daar stond die. Ik schrok me rot, maar ik mocht niet weg kijken. Ik moest hem aankijken en dat deed ik. Ik keek, hij keek. Maar ik deed niks hij deed niks we stonden daar gewoon. Ze zeggen dat het goed is je angst onder ogen te zien. Nu werd ik bang.  

Ik wou weg kijken maar me hoofd zat vast. Het enigen wat ik kon was me ogen neer slaan en dat deed ik. Verder niks ik kon niet lopen, niet praten, niet lachen en niet huilen. Ik kon niks doen alleen naar beneden kijken, maar toen kwam die dicht bij me staan. Steeds dichter bij, hij liep naar me toe. Zou die gezien hebben dat ik keek. Hij stond ineens voor me. Daar stond die met dat lieve gezicht, die ogen die naar me keken. Hij sloeg ze armen om me heen en vroeg: wat is er, wat kijk je bang? Ben ik zo eng? Ik keek hem nog even aan in zijn bezorgde ogen en zei het. Het is alleen dat wat ik allemaal heb gedaan. Ik schrik steeds en ja ik ben bang. Bang een fout te maken. Maar dat hoeft toch niet. Hij liet me los en keek me aan. Toen ging die verder: je hebt toch niks fout gedaan. Je was alleen een beetje stom, maar ik ook. Ik keek hem verbaast aan. Vroeg; hoezo jij stom? Ik heb het toch gedaan. Ja, maar ik vertelde het door. En door dat me vrienden je steeds meer af kraakte kon ik jouw lieve kant niet meer zien. En Had ik niet door dat ik stom bezig was. Maar ik was ook veel te ver gegaan zei ik. Nee, jij hebt gedaan wat goed voor jou was en voor mij. Hoezo, dit snap ik niet.  

Ik sta compleet voor schut. Als je dat goed noemt. Nee, dat bedoel ik niet, ik bedoel dat jij alleen maar iets wou weten waar je recht op had. Dat je het eigenlijk best netjes hebt gevraagd. Maar het nieuws wat ik kreeg was niet leuk. Dat weet ik en ook daar heb ik spijt van. Ik had JA moeten zeggen in plaats van NEE en toen ik in de vakantie niet meer elke dag naar je kon kijken drong dat tot me door. Hij pakte me handen ging een stap naar voor, nog een, nog een net zolang tot ik met me rug tegen de muur stond. Hij sloeg zijn armen om me heen en kuste me. Pas toen die me los liet en naast me ging staan drong het tot me door dat we in de aula stonden. Ik keek naar de plek waar mijn zus normaal stond. De plek waar me vrienden zaten maar iedereen was weg, Ik vroeg aan Thomas waar iedereen is. Hij haalde zijn schouder op en zei ik denk dat de zoemer is gegaan. Ga maar gauw naar de les en samen rende we de trap op. Boven gaf hij me een zoen en ging het lokaal in. Ik bleef achter op de gang. Liep nog een trap op en voor ik het lokaal in ging keek ik door het raam en dacht. OO kon ik maar terug naar Thomas. Toen ik de klas in kwam hoorde ik overal geklap gejuich en gegiechel ik ging naast Elize op me plaats zitten. Elize begon meteen te vragen Lilie wat was dat met Thomas in de gang? Eu ik weet niet. Ik wel je stond te knuffelen toen de zoemer ging en nu kom je te laat. Oo dat ja ik was gevallen en Thomas kwam toevallig langs en hielp me over eind. Ja, ja en dat moet ik geloven. Hij gaf je dan zeker ook een kusje tegen de pijn. Ik begon te bloze, gelukkig zij de leraar net dat we stil moesten zijn. Dus ik pakte me boeken voor Duits en maakte de opgave die op het bord stonden, maar ik kon me niet concentreren. Ik moest steeds aan de woorden van Thomas denken. Dat ik niks fout had gedaan. Maar ik heb hem achter volgt heb steeds naar hem gekeken…Lilie…Lilie... Hu, wat is er de leraar stond naast mij. De leraar zei: je zou misschien in het vervolg iets meer kunnen werken en minder staren. Maar nu moet je je tas inpakken en naar F 03 gaan. Hoezo ik deed toch niks. Nee, maar je was te laat en had geen briefje. O ja ik ga al kan ik dan gelijk door naar de volgende les? O ja hoor ga maar. Als ze over de gang loopt denkt ze wat zal er de volgende pauze gebeuren? Mee dat ze daar aan dacht werd ze van achter opgetild. Hé, wie doet dat? Als ik op de grond sta en me omdraai kijk ik recht in de mooie ogen van Thomas. Hé, wat doe jij hier? Kan ik ook aan jou vragen. Nou ik moest van meneer, Heimbergen een briefje halen omdat ik te laat was. Hoezo was jij te laat vroeg Thomas ondeugend. Hierom, ik duwde hem tegen de deur en zoende hem zacht en lief. Oo nou dan zal ik je eens vertellen wat ik hier doe. Ja zeg, het eens. Nou ten eerste dit, hij stapte naar voor draaide me om duwde me tegen de muur met zijn hand op mijn rug en zoende me. Als die klaar is vraag ik. Ten 2e? Nou ik was te laat bij geschiedenis omdat, er een meisje in de aula mij met grote bange ogen aan keek. En ik die even moest vertellen dat ik heel erg van haar houd, daarom moet ik een briefje halen.  

De gedachten aan iemand.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu