AMBER

44 3 3
                                    

POV Amber:

''Ja wat is er is het mijn vader?'' Ik stond inmiddels te ijsberen in de kamer. Stress overviel me en mijn stem sloeg over.

''Nee, Nee, we zoeken Edward Klein, zijn vader is overleden, alleen hij antword nergens meer op, blijkbaar kennde u hem? Kunt u ons helpen met hem te vinden het is belangrijk.'' 

Ik zuchtte toen ik wist dat het niet over mijn vader ging. Toch ging er verdriet door me heen. Edward was nu alleen, behalve John had hij eigenlijk bijna niemand. Ik beet ongerust op mijn nagels.

''Bent u daar nog?'' De man klonk geirriteerd. Ik besloot niks te zeggen. Ik wou hier niks mee te maken hebben.

''Sorry, ik weet hiet niks over, ik kennde hem niet goed, echt.. echt niet.'' 

Ik beeindige het gesprek en hing op. Een zucht verliet mijn mond. 

''Is er wat gebeurd?'' Sara zat met ogen vol verdriet me aan te kijken. Ze dat mijn vader overleden was.

''Alles gaat goed.'' 

Ik liep mijn appartementje uit, en twijfelde. vier dagen gelden werd ik gebeld door het ziekenhuis. Moest ik dat dan niet doorgeven aan Edward? Ook al wou ik niks meer met hem te maken hebben… Miscchien wist hij wel niet dat zijn vader dood was! Ik begon te piekeren. Ik moest er heen. Ik was een volwassen meid en moest dit zelf gerelen, in repect voor Rudolf Klein en zelfs voor Ed. 

Ik stapte mijn auto in. 

David was eergister avond plots vedwenen, hij kwam een uur later terug met een schraafwond op zijn wang.

De hele weg naar Edward was ik aan het denken hoe ik zou moeten reageren. Gemeen, of juist lief? Zijn vader was dood, maar ik had het hem allemaal neit vergeven! Ik was er. Ik voelde me zo onrustig dat ik er misselijk van werd.

Ik liep naar de groote houten deur. Wil en Jan waren er blijbaar niet.

Ik belde aan. Niemand deed open. Hij was niet thuis. Hij was niet thuis. Hij was niet thuis. 

Was het enige waar ik aan dacht. Waar was hij? Zeker bij een meisje. zuchtend liet ik me tegen de deur vallen. En hij viel open. Ik viel de inging van zijn mooie huis in en schrok. Het was een troep, er lachen alcool flessen sigaretten, vieze papiertjes.

Ik liep automtatish en ligt gestresst naar boven richting zijn kamer. 

Daar lag hij op de grond. Ik schrok zo erg dat ik een gilltje gaf. 

Waar was iedereen? Wat was er met Edward. Ik keek naar hem. Hij had een zwarte jogging broek aan, geen t shirt. Zijn haren zaten door de war, en hij had een baartje.

''Edward , Edward. '' Met veel moeite opende hij zijn ogen, hij keek me even geschokken aan.

''Ga weg. Ik word gek, Amber moet weg uit mijn leven.'' Zeurde hij. Ik keek hem geschrokken aan.

''ik ben het Ed, ik, Amber.'' Opeens schoot hij omoog.

''Amber? '' Hij kreunde en pakte zijn hoofd beet.

''Je mag me niet zo zien, ga weg, uit mijn leven.'' 

Hij stong heel snel op en even dacht ik dat hij ging flauvallen. Hij keek me aan, en ik hem. Ik vergat alles, even alles. 

Tot ik mijn ogen van hem af hielt.

''Je.. Edward.. je wist het…'' Edward knikte vragend .

''Ik werd door het ziekenhuis gebeld..'' Ik vertelde het verhaal. Ik stond op en wou weglopen.

''Ik wil je , voor altijd. Ik houd van je Amber. Laat me niet in de steek.'' Ik keek naar zijn lippen, en boog mijn hoofd steeds meer naar voren. Zijn lippen. Ik wou hem zoenen nu.

''Eddie schatje waar ben je?'' Een lange blondine kwam de kamer binnen, ze was dronken. Woede en verdriet kwam in me op. Ik keek om me heen.

Overal laagen gebruikte condooms, En andere dingen.

''Klootzack, jij vuile…'' Ik rende zo snel ik kon zijn huis uit. ik horde Edward nog roepen maar reageerde niet. Dit was het einde aan ik en Edward, er was toch geen begin. 

Ik wil je nog eens zien.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu