Confessions of the past - Harry Potter Fanfic

Hoofdstuk 12. Wizard Swears

Faith Mary Jones

'Gaan jullie naar huis in de Kerstvakantie?' vroeg Lily, terwijl we met zijn vijfen onder een grote boom zaten, Remus had gisteravond gezegd dat hij zich niet goed voelde en was naar de ziekenzaal gegaan. Peter schudde zijn hoofd. 'M'n ouders gaan op vakantie naar de Roemenië.' zei hij. 'Op drakenjacht.'

'Draken jagen.. is dat niet heel gevaarlijk?!' vroeg Lily geschrokken. Peter knikte. 'En is het niet illegaal?' vroeg James. Peter knikte opnieuw. 'Mijn ouders vinden alles wat illegaal is leuk.'

'Ik mag niet naar huis.' zei Sirius met een maffe grijns op zijn gezicht. 'M'n ouders willen me niet thuis hebben.' Ik keek hem verbaasd niet. 'Waarom niet?' vroeg ik. 'Nou.. Eerlijk gezegd.. Omdat ik vrienden ben met jou, en met Lily. En omdat ik in Gryffindor zit. Maar dat kan me niets schelen. Ik wíl niet eens naar huis, ook al zou ik wel naar huis mogen. Ik heb geen zin in dat stomme gezeur van mijn ouders en Regulus.'

'Wie is Regulus?' vroeg ik nieuwsgierig. 'M'n broertje. Hij is een jaar jonger en het lievelingetje van mijn ouders.' zei hij kwaad. 'Petunia, mijn oudere zus, zegt altijd dat ik het lievelingetje van mijn ouders ben.' zei Lily. 'En ze zegt ook dat Zweinstein een Monsterschool is. Maar weet je, toen Severus bij mij thuis kwam zag hij een brief van Zweinstein op de kamer van Tuuntje liggen, hij geloofde niet dat een Dreuzel een brief kreeg van Perkamentus en we lazen de brief.'

'Wacht.. Wacht even. Snivelly is bij jullie thuis geweest?!' riep Sirius verontwaardigd. 'Hij is best aardig!' riep Lily. 'Je moet hem gewoon een kans geven.' zei ze boos en keerde ons de rug toe.

'Dragon Bogie's..' mompelde James. 'Watte..?' vroeg ik. 'Nooit gehoord van de Wizard Swears?' vroeg Sirius. 'Er zijn hele lijsten met scheldwoorden..' Ik schudde mijn hoofd. 'Nog nooit van gehoord.' zei ik. James sprong op. 'Je hebt Swish and Flicker..' zei hij. 'En Unicorn turds.. En Voldemort's Nipple.'

'Wie is Voldemort?' vroeg Peter. James haalde zijn schouders op. 'Geen idee, het stond in het boek.' zei hij. 'Maar als je het mij vraagt is het een freak die mij en Lily vermoord en dan zeventien jaar later onze zoon Harry wil vermoorden waarbij het niet lukt en dan gaat hij zelf dood.'

'Wow.'

[A/N Best vaag, we know! Maar hij heeft een Glazen Bol *_*. Dusse... niet op letten xd.]

'Je kunt het zo overnemen van professor Lymphatia.' zei ik. 'Professor wie..?' vroeg Sirius verbaasd. Ik zuchtte. 'Professor Lymphatia.. Je weet wel, de vrouw die ons nu al zo'n beetje een half jaar Waarzeggerij geeft?' Sirius knikte. 'Ohja, die..' zei hij.

'Vinden jullie het niet vreemd dat Remus elke maand ziek is?' vroeg Peter. Lily schudde haar hoofd en draaide zich naar ons toe. 'Jullie zijn toch ook wel eens ziek.' zei ze snel. 'Ja,' zei Sirius twijfelend. 'Maar niet iedere maand... Op dezelfde tijd..' zei hij met een nadenkend toontje.

Toen sloeg de klok half twee, Lily en ik sprongen op. 'Tijd om te gaan!' zei Lily vrolijk. We namen afscheid van James, Sirius en Peter, en liepen met de rest van de leerlingen die in de kerstvakantie ook naar huis zouden gaan naar het perron. We stapten in en zochten samen een coupé.

'Heb jij zin om naar huis te gaan?' vroeg Lily. 'Een beetje,' zei ik. 'Ik vind het heel leuk op Zweinstein, maar ik ben blij dat ik twee weken lang niet elk moment uitgescholden word!' Lily knikte. 'Ik snap dat dat vervelend is, maar gelukkig is het nu vakantie!'

De hele treinreis zaten we gezellig te kletsen, totdat de trein stopte en we uitstapten. Ik zag vader, Edward, Cedric en Alyssa op het perron staan. 'Faith!' riep Cedric vrolijk, en hij rende naar me toe. 'Kun je toveren?!' Ik lachtte. 'Ja, maar dat mag niet buiten school.' Hij keek me met een pruillip aan. 'Jammer.' zei hij. Ik nam afscheid van Lily en stapte de auto in.

Uit het raampje zag ik Amy naar haar ouders toelopen. Ik zag dat vader ook naar haar keek. 'Ken je dat meisje?' vroeg hij. Ik knikte. 'Ik ken haar, maar ze haat me. Ik heb andere vrienden, zij zitten in een andere afdeling.'

 Amy gooide haar koffers in de handen van de huiself die er ook bij stond. 'Pas er goed op.' snauwde ze. Ik was blij dat ik geen familie van haar was, stel je voor...