Canan is een half Egyptische godin/mens en woont al meer dan 2500 jaar op aarde samen met haar tweelingzus Marïasha. Als Canan wordt opgedragen om met haar zus naar Engeland te reizen om er een professor te liquideren die te dicht bij hun geheim...
Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
Luid gekrijs van twee jonge baby's galmde door de hallen van de tempel. De zon rees net op en scheen met zijn oranje gele gloed op de gezichtjes van de twee baby's die in hun kribbe lagen, het was net alsof god van de zon Ra hen goedemorgen zei. Na de geboorte worden moeder en kind 100 dagen gescheiden zodat de moeder voldoende kan uitrusten, de baby's werden dan goed verzorgt door de dienst meisjes.
De baby's stopte met huilen zodra ze hoorden dat iemand hun kamer binnen kwam. De gong luide hard, en de dienaars knielde en buigen hun hoofd neer. Farao Toetmozes II en koningin Hatsjespoet de moeder van de kinderen kwamen binnen, en begroette de priesters die ook aanwezig waren.
" Het is een 100 dagen gelden mijn koningin wil haar kinderen zien" sprak Farao. zijn dienstmaagden stonden recht en namen de 2 kleine kindjes uit hun kribbe om aan hun moeder te overhandigen, die vervolgens op een met goud en wit linnen beklede bank was gaan liggen. "ooh, kijk dan toch naar we Mozes zijn ze niet prachtig? God Anubis gaf mee twee prachtige dochters" zei ze met tranen in haar ogen. Mozes gaf de twee meisjes geen blik en bleef bitter voor zich uitstaren, terwijl een van zijn dienaren hem nederig een kelk wijn aan schonk. "waarom zou ik nog maar 1 seconde van mijn aandacht schenken aan die kinderen, het zijn niet eens de mijne. ze moeten verdwijnen en zo snel mogelijk". Dacht hij en dronk een flinke slok van zijn wijn.
" Hoe gaat u ze noemen mijn koningin"? vroeg een van de priesters en zijn ogen flikkerde van nieuwsgierigheid. "wel de god Anubis is tot mij gekomen deze nacht, en hij zei dat we de eerst geborenen Canan Asenath Mauli en de tweede Marïasha Nakia Mauli" zei Hatsjespoet met trots en tederheid geen enkele moment keek ze weg van haar twee schatten die vredig in haar armen lagen te slapen.
"Zolang ik leef, en jouw vader heerst, zal er geen kwaad op je komen, je bent de volgende in de lijn om over Egypte en verre te heersen. Laat me u leiden en wijsheid brengen, laat Anubis u kracht en macht geven. Mag je hart vol zijn met liefde, warmte en vriendelijkheid " .Terwijl zij haar woord sprak,zegende de priester de twee kleine meisjes in de namen van alle goden.
