Hallo, ik ben Nathan en ik ben zestien jaar oud. Het was zomervakantie. We gingen natuurlijk op vakantie. Dit keer had papa een reisje naar Italië geboekt. We gingen morgen al naar Italië toe. Ik ging al mijn spullen inpakken. Kleding en opladers alles moest mee. Het was al laat, dus ik ging naar bed toe. De volgende dag was ik al vroeg op. Om precies te zijn vier uur in de ochtend. Mariëlle, Wesley, Ruben, Papa en Mama waren ook al wakker. We deden onze spullen in de auto en we vertrokken naar het vliegveld. We vonden het allemaal heel tof. We waren bij het vliegveld aangekomen en we moesten twee uur wachten voordat het vliegtuig weg ging. Na twee uur stapte we in het vliegtuig en vlogen naar Italië. Na een paar uur waren we alweer aangekomen. We gingen met een taxi naar een hotel toe. We pakte daar al onze spullen uit, daarna gingen we naar winkels toe. We gingen gelijk dikke inkopen doen. Er kwam een man naar me toe. Hij zei, over drie jaar gaat er een wereld voor je open. Ik heb hier een steen voor je. Hij kwam met een hele grote steen aanzetten. Ik dacht ja wat moet ik hier eigenlijk mee. Mariëlle kwam langs en zei, neem hem nou gewoon aan. Dat is super leuk. Nou vooruit dan maar, ik neem hem aan. Na twee weken vakantie gingen we weer terug naar huis. We hadden een hele leuke vakantie gehad. We gingen alle spullen weer inpakken en in de auto stoppen. We gingen weer naar een vliegveld toe en vlogen naar Nederland toe. Drie jaar later.. Ik ging weer naar de steen toe. Ik had die opgeborgen op zolder. Ik sleurde hem naar beneden met hulp van papa natuurlijk. Ik zette een stoel voor de steen en zat te wachtte tot er iets gebeurde. Ineens gloeide de steen en veranderde de steen. Het werd ineens een deur. Wesley kwam ook naar boven en zag dat de steen veranderd was. Ik stond op en liep zachtjes naar de deur toe. Wesley zei, doe wel voorzichtig hé. Ja ja ik doe mijn best. Ik draaide aan de hendel en deed hem open. Het leek wel op een doorgang naar een andere wereld. Ik belde direct Yustin op. Yustin zei, hallo Nathan wat is er? Nou die steen.. Waarom gaat het weer over die stomme steen, vroeg Yustin. Wacht die steen is een deur geworden en ik wou vragen of je mee wou. Hallo Yustin... Hij had al opgehangen. Na een halfuurtje ging de deurbel onverwachts. Ik deed open en Yustin stond al voor me deur. Yustin zei, nou laat die deur maar eens zien. We liepen naar boven en ik showde de deur. Yustin deed de deur open en zag een doorgang. Yustin zei, dus wanneer gaan we? Nou we moeten eerst wat meer mensen hebben. Ik belde Monique op. Hallo, wat is er Nathan, zit je weer in de problemen? Nee, het gaat over de steen.. Nee niet weer over die steen. Het is een deur geworden. Oké ik ben er over een kwartier. De deurbel ging alweer. Monique stond al voor de deur. Nou laat die deur maar eens zien. We liepen naar boven. Ze deed de deur open en deed hem meteen weer dicht. Oké ik geloof je. Papa wil je mee naar deze doorgang, vroeg ik. Papa antwoorde, nou nee ik kan helaas niet ik moet in de stal werken. Mag dan Ruben mee? Ja dat mag van mij. Nou oké, Ruben pak je spullen in en loop door de poort. ja is goed alleen wat moet ik mee eigenlijk? Ja dat is een goeie. Ik weet het ook niet. Ruben zei, ik pak anders wel wat. Ruben liep naar boven en pakte maar wat. Wesley heb jij zin om mee te gaan? Ja hoor, ik heb wel zin om mee te gaan. Oké, dat is top en mama wil jij mee? Nee, ik wil niet mee en Mariëlle blijft ook thuis. Oké, jammer eigenlijk. Maar goed... we gaan naar De Fantasie Wereld. We gingen allemaal naar mijn kamer toe. Ik deed de deur open en Yustin duwde me expres erin. Ik was meteen weg. Papa kwam en zei, ik heb geregeld dat ik ook mee kan. Papa rende de deur in. Ruben zei, nou dat was onverwachts, maar ik zeg pizza en ik ga. Ruben liep stoer naar de deur toe. Danique kwam ook langs. Ze vroeg, waar is Nathan gebleven. Iedereen wees naar de deur toe. Ze keek iedereen verdacht aan. Ze rende ineens vlug de deur in. Monique liep rustig achter Danique aan. Yustin vroeg, nou Wesley wie gaat eerst door de poort? Wesley antwoorde, ga jij maar eerst. Oké nou dan ga ik. Hij liep achteruit en keek steeds naar Wesley toe. Hij verdween achter de deur. Wesley vroeg aan mama, doe jij zo de deur dicht? Ja is goed Wesley. Oké is goed, dan ga ik ervandoor, ow ja veel plezier bij de paardjes. Wesley liep ook door de deur. Mama deed de deur dicht. Nou Mariëlle op naar de paardjes. Mama had de autosleutels gepakt en deed de achterdeur open. Er stonden negentien mannen voor de deur. Mama schrok zich helemaal rot. Mariëlle kwam er ook aan en zag ook de negentien man voor de deur. Mama vroeg, wat moeten jullie hier eigenlijk doen. Een man zei, ik heet Bart en dit zijn mijn achttien bewakers. Ik heb drie jaar geleden een rots uitgeleend en die wil ik graag vandaag terug. Ow, ehm ik weet niks over een rots. Ik denk dat je bij de verkeerde persoon bent beland. Een bewaker pakte Mariëlle vast. Oké de deur ehhh... steen is boven. Dus het is al een deur geworden. Ze liepen allemaal naar mijn kamer toe. Ze zagen hoe prachtig de deur was. Het werkt de steen doet het echt, haha. Bart vroeg, waar is dan die Nathan gebleven? Ehm ja, Nathan is dus weg. Hij is door die prachtige deur gegaan. Ow echt, weet je wat leuk is. Nee eigenlijk niet, zei Mama. Wij gaan ook door die deur heen. Vind je dat niet prachtig. Mama zei, nou eigenlijk moeten we de paartjes doen. Nee we brengen Nathan naar de gevangenis, want dat is leuk. Bart zegt tegen de bewakers, neem deze vrouw met het meisje mee voor het bewijs dat we tenminste een familie lid hebben. Oké baas ik ga dat voor je regelen zei de bewaker. Bart opende de deur. Hij zei, jullie eerst. De bewakers, Mama en Mariëlle gingen door de deur één voor één gingen ze naar binnen. Bart ging als laatste naar binnen. Toen hij binnen was sloot de deur en veranderde het weer in steen.
Nathan heeft zijn groepje mensen weer bij elkaar en vroeg zich af, waar zijn we nou eigenlijk terecht gekomen? Nou zei papa, we zijn bij een hele grote gras vlakte terecht gekomen. Ik zei, jij wou toch niet mee! Ja dat klopt, maar Torsten gaat alle werk doen. Ow! Nou dan gaan we maar lopen en afwachten tot we iets tegenkomen. Even later kwamen we bij een bos aan. Ik zei, wacht even, want ik zie dat Danique ook mee is. Ze grinnikte. Ik zei moedig, tuurlijk mag jij ook mee. Yes, riep Danique. We liepen het bos verder in. Het was er heel erg donker. Monique zei, i-i-k zie de bomen bewegen en ze lijken zo levend. Je hoeft niet bang te zijn hoor, zei ik. Toen kregen ineens de bomen, armen met puntige handen. De bomen begonnen één voor één een heel naar wijsje te neuriën. Terwijl ze neuriën werden ze plotseling agressief en probeerden ze ons met hun lange armen te pakken. We rende allemaal weg. We rende zo hard als we konden. Papa werd gepakt door de armen, maar ook Monique en Ruben werden gegrepen door de lange armen van de bomen. We probeerden ze te bevrijden maar toen verdween Ruben plotseling. Papa en Monique hebben we gelukkig net kunnen bevrijden. Uiteindelijk waren we het bos uit gerend, maar helaas zonder Ruben. We waren allemaal moe. We gingen op een bankje zitten. Nou onze zoektocht word groter, want nu moeten we Ruben ook nog vinden. Papa zei, als Mama dit hoort word ze echt boos op ons.
Ineens kwam Rian naar ons huis toe. Ze zei vrolijk, joehoe Nathan waar ben je? Ik ga huiswerk maken met je. Ze ging naar mijn kamer toe en zag een lege kamer, maar voor de rest zag ze een grote steen midden op de kamer. Ze ging de rest van het huis doorzoeken, maar ze kon niks anders vinden. Ze probeerde maar plan B, dat is bellen naar alle personen. Ze belde als eerst mama, maar die nam niet op. Daarna belde ze papa, maar die nam ook niet op. Ze had nog één optie en dat is Nathan bellen. ze belde mij, maar ik nam ook niet op. Rian zei, ach misschien zijn ze boodschappen aan het doen, dus ik wacht wel. Rian ging op een stoel zitten met haar telefoon in haar hand en wachtte tot wij thuis waren.
Bart en de bewakers waren bijgekomen van het reisje door de poort. Ze keken om zich heen ze zagen alleen maar gras vlaktes. Bart zei, we gaan rechtdoor en we lopen met een snel tempo. Ja maar mijn energie is op en we zijn net bijgekomen, Zei een bewaker. Hou je mond en lopen. Hij liep gelijk met een snel tempo weg. De rest keek Bart aan. Ja jullie ook. Ze liepen ook snel weg. Ik moet nog twee bewakers hebben. Twee kwamen terug. Wat is er baas? Misschien moeten Mariëlle en Mama mee? Hun lagen nog lekker te pitten. Bart trapte tegen Mama aan. Ze werd wakker en maakte Mariëlle ook wakker. Ze stonden met moeite op. SCHIET OP!!, schreeuwde Bart. Ze liepen allemaal verder. Een bewaker zei, misschien komen we ondertussen wel iets tegen. Ja dat kon ik ook wel bedenken, zei Bart. Ow ja, vergeet niet om Mama en Mariëlle vast te binden. Ze bonden hun super goed vast.
We waren bij een woestijn aangekomen. Ik zei, ik zie zand, maar ook echt heel veel zand. Ja als we gewoon door de woestijn lopen. vinden we misschien Ruben, zei papa. We gingen lopen door de woestijn. ineens veranderde het zand in gaten en de gaten werden steeds groter. We renden zo snel mogelijk weg. Maar Papa gleed uit en belande in één van de gaten. Papa verdween in het zand. We gingen verder rennen en uiteindelijk waren we aan de andere kant van de woestijn aangekomen. Wesley zei, we moeten terug, want we moeten papa vinden. Ik wil papa niet kwijt, wie moet anders al die koeien doen. Ja goed zo, ik en dat wil ik niet. Ik zei, we moeten het volhouden. We kunnen dit. Als we dit gehad hebben dan zijn we terug en we weten niks meer van dit avontuur. Yustin zei, ik zie een zwembad, een heel groot zwembad zelfs. mogen we alsjeblieft daarin pls? Ik zei, nee we gaan dat niet doen. Het is sowieso een val. Yustin probeerde het nog eens, maar mogen we er nou in? Oké één uurtje dan, maar dan gaan we ook direct weg. Yes riep iedereen. We sprongen allemaal het zwembad in. Het was een groot feest.
We waren eindelijk bij het bos aangekomen. Één van de bewakers zei, ik heb gehoord dat sommige plekken van het bos levend is, dus dat de bomen armen krijgen en die armen hebben puntige vingers. Bart zei, ja dat is een mooi sprookje, maar we leven in het echte leven. We liepen verder door het enge bos. De bewaker keek angstig om zich heen. Hij hoorde elk takje die brak. Hoe verder we in het bos waren, hoe enger het bos werd. Bart riep, STOP! Ze stopte allemaal met lopen. Ze keken naar de bomen. De bomen kregen ineens ogen en de armen kwamen tevoorschijn. Bart riep, RENNEN!!! Ze rende kris kras door elkaar heen. Je zag één voor één hoe de bewakers werden gepakt door de armen van de bomen. De bewakers helpen de andere bewakers die vast zaten, maar voor drie bewakers was het einde inzicht. We waren eindelijk uit het bos gekomen Bart telde de bewakers één, twee ... veertien, vijftien. Hij zei, we missen er drie. de bewaker zei, moeten we hun niet helpen? Nee je hebt gelijk laat ze maar, wij gaan verder op avontuur. Op zoek naar Nathan.
Rian wachtte al twee uur lang, maar ze kwamen nog steeds niet thuis. Ze was zo alleen dat ze maar Marcel belde voor gezelschap. Gelukkig was Marcel vrij. Ze belde Marcel op, hij nam gelukkig wel op. Rian zei, Marcel kom je langs naar me werk. Er is iets aan de hand. Marcel antwoorde, ja ik kom er aan, heb effe een momentje. Na twintig minuten kwam Marcel al aan reiden. Marcel kwam binnen. Hij zei, wat is er aan de hand? Nou ik wacht al meer dan twee uur op hun, maar ze komen maar niet. Heb je al gebeld, vroeg Marcel. Ja allang, dat was mijn tweede optie, antwoorde Rian. Nou dan zit er één ding op en dat is nog langer wachten. Rian zei vlug, zullen we gaan zitten en ontspannen tot ze weer terug zijn. Ja met popcorn bij ofzo, zei Marcel enthousiast. Ze gingen zitten op de bank met de tv aan en popcorn, Lekker romantisch.
Ik zei, oké iedereen nog vijf minuten en dan gaan we eruit. Jaha zeurpiet, zei iedereen. Ineens werd het water hard. Het leek of het water in één keer in cement is veranderd. Iedereen die in het water zat, zat vast. De rest is gelukkig vrij. Iedereen die vast zat was Ik, Wesley, Yustin en Monique. Danique was lekker aan het zonnebaden. We zeiden, Danique help ons. Danique kwam zo snel mogelijk en zei, wat kan ik voor jullie doen? Ik zei, nou ons los maken natuurlijk. Ja maar hoe doe ik dat, zei Danique. Ik zei, met een touw ofzo. Ow goed idee ik ga het pakken. Het zwembad trilde en schoot in de lucht. Het zwembad draaide om. Danique viel naar beneden. Wij zaten nog in het zwembad te bungelen. Het zwembad kantelde weer terug en viel naar beneden. Het water werd weer vloeibaar. We rende het zwembad zo snel mogelijk eruit. We pakte onze spullen en rende weg.
Papa werd langzaam wakker. hij zag dat iedereen vast zat in kooien. Er zitten zelfs drie bewakers vast. We zaten gelukkig allemaal apart. Ruben vroeg, wat doen we hier? Één van de bewakers antwoorde, we gaan Nathan in de boeien slaan. Ow.. Papa zei, ik ken Nathan niet hoor. Één van de bewakers zei, ow echt niet, ik had echt gedacht dat je hem kende? Oké ik weet iets leuks, we gaan een klein testje doen. Vraag één, Wat is jouw achternaam? Papa zei, heel makkelijk Meerkerk. HA! De bewaker zei, dus je kent Nathan wel. Ehm, Wat heeft dat met mijn achternaam te maken dan? Nou onze baas zei, iedereen die de achternaam Meerkerk heeft, kent Nathan. Ow ehm ja nu kom ik er zeker niet meer onderuit eh. Nee helaas niet ik heb je namelijk betrapt.
Ik zei, Nou we zijn eindelijk een beetje ver van het zwembad. Nu kan er niks meer gebeuren, zei Wesley. We zagen ineens een groot rotsblok voor ons. Yustin zei, ik zie daar een ingang, zullen we daarheen? Wesley zei, als we nou om gaan lopen dan hebben we ook geen last van vallen ofzo. Ik zei, watje we kunnen toch gewoon in de enge grot met vleermuizen en andere enge beestjes lopen. Oké, jij je zin dan gaan we in een hele enge grot waar we allemaal eraan gaan! Oké, we gaan naar de grot. We liepen zonder angst naar de grot toe. Alleen had Wesley wel een beetje angst.
We zagen iets in de verte. Het leek wel op zand, de bewaker riep, HET IS EEN WOESTIJN! Bart zei, sst er zijn hier ook mensen aan het slapen ja. Mariëlle keek Bart raar aan. Ja wat kijk je, het is echt zo. Mariëlle zei, ja zeker de andere kant van de wereld. Ja kan toch. We liepen nog een klein stukje en daar waren we aangekomen. Een gigantische woestijn. Één van de bewakers zei, nou dit is minder eng dan die bomen. De rest van de bewakers knikte van dat ze er helemaal er mee eens waren. Ze liepen door de woestijn heen. Één van de bewakers zag iets in de verte. Hij liep er naartoe. Hij schreeuwde he... Toen was het helemaal stil. Ze liepen maar wat sneller door. Ze zagen ineens gaten naast zich die werden steeds groter. Ze rende steeds harder en harder. Iemand struikelde over een zand korrel. Hij werd meegesleurd naar de diepte, hij kwam nooit meer terug. Ze waren eindelijk bij de andere kan van de woestijn. Één van de bewakers riep, LAND IN ZICHT!! Ze liepen nog een klein stukje. Ze gingen allemaal de grond kussen van opluchting.
Dus we liepen naar de grot toe. Het werd steeds donkerder. Het was zo donker dat we eigenlijk helemaal niks meer zagen. We gingen maar op ons gevoel af en hoopten dat we iets goeds tegenkwamen. We hoorde ineens een geluidje en het geluidje werd steeds luider en luider. Ik riep, BUKKEN!! We bukte allemaal zo snel mogelijk, maar Monique was eigenwijs en ging maar weer staan. Er kwam een zwerm vleermuizen aan en Monique werd meegenomen. Is de kust veilig, vroeg Yustin. Ik keek omhoog. Ja de kust is veilig. We gingen zachtjes verder lopen. Ik zei, ik zie een uitgang. Ik zie namelijk licht. Ja duh, dat is de uitgang, zei Wesley. We keken elkaar aan. We rende zo snel mogelijk naar de uitgang. Waar is Monique gebleven, vroeg ik. Waarschijnlijk meegenomen door die vleermuis, antwoordde Wesley. We liepen maar door of dat er niks aan de hand was.
Rian zei, nou dit duurt echt veel te lang. Marcel zei, ja bel de politie maar die kunnen dit soort problemen wel oplossen. Rian belde de politie. Ze zei, eh we hebben een probleempje.. Er zijn namelijk een paar mensen vermist. Wilt u zo snel mogelijk komen? De politie kwam direct naar ons huis toe. De politie kwam al na een kwartier. De politie zei vlug, jullie moeten even buiten blijven en wij gaan dit allemaal onderzoeken. Ze gingen, maar naar buiten toe. Ze pakte maar een stoel en ging in de zitkuil zitten en lekker genieten van de zon. Marcel ging daarna naar de trampoline en sprong een paar keer, toen was hij al moe.
Zo, zo, dus Monique jij bent ook hier beland, vroeg Papa. Ja helaas wel ja, zei Monique. En hoe is dat gebeurd? Nou ik werd met een zwerm vleermuizen meegenomen. Ow, dat verklaart eigenlijk best veel. Ja eigenlijk wel. Toen hoorden we een stem uit een microfoon, jongens en meisjes (dus de gevangenen) Jullie gaan bijna allemaal dood omdat ik best wel honger heb, maar ik kan natuurlijk niet jullie allemaal op, dus dacht ik jullie kiezen achttien mensen die ik mag opeten. En ik ga genieten. Jullie krijgen negenentwintig uur om te bedenken wie allemaal lunch wil zijn. Het hoeven er maar gelukkig maar achttien zijn. Ow ja, de rest mag naar huis toe. Dat is precies wat ik wilde, zei papa. Papa ging direct tellen met hoeveel mensen we waren. Één, twee ... acht en negen. Ja dat is te weinig. We moeten nog tien mensen opsporen en dan ben ik niet dood. Haha wat een grap, zei de bewaker. Ja lach maar, straks ben jij de pineut. Hij werd in één keer stil.
Ze hadden een flink eind gelopen en ze zagen ineens een gigantische zwembad. oké ik zie een zwembad, zei Bart. de bewaker zei, mogen we alstublieft minstens één uurtje zwemmen? Want eh we zweten ons dood en we hebben nog een pauze tegoed. Bart zei, ja als we dat nu doen raken we Nathan steeds verder uit het oog. Alstublieft één uurtje maar ik smeek u. Nee dat gaat echt niet door. Anders gaan we nu ervandoor. Nou oké één uurtje maar niet langer, maar wel korter. Oké is goed, het komt echt goed. Ze sprongen allemaal direct in het water. Bart riep, JONGENS JULLIE MOETEN DAN WEL NOG OP DE MEIDEN LETTEN HÉ. Jaja tuurlijk doen we dat, maak je maar geen zorgen over. Een bewaker zei, nou meiden gaan jullie nog springen. Mariëlle en Mama sprongen maar in het zwembad. Het was super leuk iedereen had een leuk pretje behalve Bart, maar die zat gelukkig te zonnen baden. Ik denk dat hij deze stres zo vergeten is, zei een bewaker.
Ik zie een geweldige winkel, zei Yustin. Nou dan gaan we erheen, zei ik. We liepen naar winkel toe. Yustin zag een bordje en er stond, geopend. We liepen naar binnen. We zagen alles wat wij leuk vonden. Wesley ging natuurlijk bij de John Deere afdeling bekijken. Er waren allemaal echte trekkers. De nieuwste en zelfs trekkers die nog niet te koop zijn in de winkel. Yustin ging bij de anime afdeling kijken. Er waren echte meiden die anime waren. Zijn droom was helemaal uitgekomen. Ik keek stiekem met Yustin mee. Het was echt te gek. Wesley kwam met een grote trekker aan. Hij zei, deze trekker is maar duizend euro. Weet je wat ik ga doen, ik ga deze kopen. Wesley kocht meteen de trekker. Wesley ging in de trekker zitten en scheurde ermee weg. Hij kwam alleen nooit meer terug. We liepen naar buiten om te kijken waar Wesley was, maar hij was nergens te vinden. We zagen alleen een lege trekker. We liepen de winkel weer in. We keken nog een halfuurtje rond en we gingen maar snel ervandoor. Yustin zei, ik wou eigenlijk wat kopen. Ja weet ik, alleen verdwijn je als je dat doet. Ja dat is waar, gewoon niet meer aan denken.
Bart keek op zijn horloge, (gelukkig waterdicht) jongens nog vijftien minuten en dan gaan we verder met zoeken. oké, zeiden alle bewakers. Uit het niets werd ineens het water van beton. Er waren vijf bewakers die ernaast lagen, dus hun gingen helpen om Bart te redden, maar ook alleen Bart. Ineens ging het zwembad omhoog. De vijf bewakers keken naar beneden. Één van die bewakers had hoogtevrees en moest kotsen. Hij kotste per ongelijk op Bart. Het zwembad ging ineens op de kop. De bewakers vielen allemaal tegelijk naar beneden. De rest bungelde een beetje heen en weer. Het zwembad keerde weer om en stortte weer naar beneden. De beton werd weer water. Iedereen rende zo snel uit het water. chips er zijn nu maar acht bewakers over, zei Bart. Ze liepen maar door, of dat ze nooit naar het zwembad zijn geweest. Op naar Nathan, riep Bart.
De politie kwam ineens naar buiten en zei, jongens kom eens hier. Rian en Marcel liepen met de politie mee. Ze liepen de trap op. De politie wees naar een rotsblok en zei, er is iets met dat rotsblok aan de hand. Ja dat lijkt me wel logisch ja, antwoorde Rian. De politie zei, we gaan dit nog verder onderzoeken. Gaan jullie even naar huis toe of een filmpje kijken ofzo, want dit gaat nog lang duren. Marcel en Rian gingen maar naar de film toe. Ze gingen naar de Utopolis toe. Ze keken op de site om te kijken welke films er draaien. Marcel zei trots, we gaan de Barbie film kijken. Nou goed dan, zei Rian. Ze reden naar de Utopolis toe. Haal jij wat lekkers dan betaal ik vast de kaartjes, zei Marcel. Oké is goed. Marcel liep naar de kassa toe. Doe maar twee kaartjes voor Barbie. Ja is goed, dat word dertig euro. Hij betaalde de kaartjes. Rian kwam er ook aan met de drankjes en snacks. Ik heb lekkere popcorn en frisdrank. Marcel zei, dit word z'n spannende film. Ze zaten gelukkig in het midden. De film begint. Het was zo spannend voor Marcel dat hij zo hard in de popcorn kneep dat alles eruit vloog.
Oké, stil zijn iedereen NU! Een bewaker zei, iedereen is stil jij bent de enige die praat. Ja dat weet ik toch ook wel, maar nu stil zijn. Ik ga nu tellen, Één twee ... veertien vijftien. We zijn er zo bijna. Nog maar vier mensen. Maar jongens we moeten rustig en kalmpjes blijven, dan komt alles goed. Je bent de enige die zo gestrest is, zei de bewaker. Laat me nou, ik ben ook maar een mens. Zeg er eens wat van Wesley. Nou Papa je moet stil zijn. Nou je bent ook gemeen.
Oké ik zie een gang een hele lange gang, zei ik. Kom we gaan die lange gang volgen, zei Yustin. Ja hoor is helemaal goed, zei ik. We gingen het pad volgen. We hadden dikke humor onderweg. Na een uur waren we helemaal uitgeput, dus gingen we een kleine pauze houden. Wel jammer Ruben was de enige die eten had meegenomen, zei ik. Ja best wel ja. Ik heb eigenlijk ook best wel honger. We gingen met een lege maag verder lopen en hoopten dat we onderweg eten zouden vinden. Anderhalf uur later waren we aan de andere kant van het pad, maar het was doodlopend. We moesten het hele eind weer terug lopen. We gaan wel wachten, misschien gebeurd er wel iets.
Ze waren bij een grot aangekomen. Bart zei, we gaan ons splitsen, dat lijkt me het slimst. De helft gaat in de grot lopen en de andere helft gaat om de grot heen lopen. Ja is goed baas. Oké we gaan het zo doen. Ik en de gevangene met drie bewakers gaan door de grot heen en de rest gaat omlopen. Ja baas! Ze gingen door een donkere grot heen. Ze hoorde een geluidje en het werd steeds luider. Bart riep, BUKKEN! Iedereen ging bukken. Er kwam een hele grote zwerm vleermuizen voorbij. Ze rende naar de uitgang toe. Voordat de vleermuizen terug kwamen. Ze zagen eindelijk ligt. Ze rende zo hard mogelijk. Ze waren eindelijk buiten. Ze gingen zitten op een bankje en wachten op de rest. Ze wachten al drie uur. Bart werd helemaal gek en zei, we gaan zonder de andere vijf bewakers. Het duurt veel te lang. Ze gingen met een snel tempo verder naar Nathan toe.
De stem kwam ineens weer terug, jullie hebben nog maar twee uur te gaan. Ik rammel echt heel erg, dus jullie hebben niet zo heel veel tijd meer over. Kies verstandig en wees zuinig op jezelf. Papa zei, oké ik ga vlug weer tellen. Één, twee ... negentien, twintig. Oké ik blijf sowieso leven, maar ik wil dat de andere eigenlijk ook blijven leven, dus hebben we nog een paar bewakers nodig. Ja dat gaat echt niet door, ik blijf gewoon leven, zei de bewaker.
Ze kwamen bij een winkel aan. Ze gingen naar de winkel toe. Ze zagen wat de leukste dingetjes. een bewakers zei, mogen we een klein dingetje uitzoeken. Dat kunnen we aan ons ouders laten zien. Vinden ze vast leuk. Ja is goed, maar jullie krijgen maar tien minuten voor oké? Ja baas is helemaal prima. De drie bewakers gingen helemaal los. Na tien minuten hadden ze allemaal wat gekocht. Baas ik heb een worm gekocht, hij koste maar twee cent. Hij was in één keer weg. De andere kwam en zei, kijk baas ik heb popcorn gekocht voor maar één euro. Hij was ook in één keer weg. De laatste bewaker kwam er ook aan. Kijk baas ik heb één bruine boterham met ham gekocht. Hij was ook ineens weg. Bart zei, we gaan maar verder zonder die bewakers. Je hebt er toch niks aan die stomme bewakers. Ze kwamen uiteindelijk bij een pad aan. Bart zei, we volgen dit pad en kijken waar we uitkomen. Na een uur waren ze helemaal uitgeput. Ze hadden even een korte pauze gehouden en gingen maar weer verder lopen. Na anderhalf uur zagen ze Nathan, dus mij. Bart schreeuwde, IK MAAK JE AF EN BRENG JE NAAR DE GEVANGENIS!! De man ging sneller lopen. Ik zag ineens iemand. Ik zei tegen Yustin, zie jij wat ik ook zie. Ja ik zie mensen. En het lijkt erop dat, dat Mama, Mariëlle en een man daar lopen. Wacht wie is die man? Je moeder gaat toch niet vreemd hé! Nee tuurlijk niet, dit is de man waar ik die steen heb gekregen. Hij heet Bart als het goed is. Ow, wat doet hij eigenlijk hier? Ik denk dat hij boos is op mij. Weet je het zeker, hij lijkt me niet echt boos. We keken goed, we zagen een heel boos gezicht. Ja oké hij is boos.
De stem kwam weer, jongens het is tijd. Vandaag ga ik achttien mensen opeten, maar wie word het? Dat is nu aan jullie. papa riep zo snel mogelijk, de achttien bewakers willen graag opgegeten worden. Oké, is iedereen daar mee eens? Ruben en Monique zeiden zo snel mogelijk ja iedereen is er mee eens. Nou dan weet ik genoeg, mijn lunch is klaar!! De kooien van de achttien bewakers verdwenen in één keer. We hoorde allemaal gesmak. Burb buuurrrp, oké dit smaakte echt lekker. Jongens jullie zijn nu vrij om te gaan. We werden allemaal weggehaald en werden voor een pad neergezet. Eindelijk vrij!
Bart kwam steeds dichter en dichter bij. Tot hij voor ons neus stond. Hij zei, ik moet je helaas gevangen nemen, want je hebt een steen gestolen. Als je niet mee werkt dan ga ik je vriendjes ook gevangen nemen. Mama en Mariëlle, Dat zijn niet mijn vriendjes. Dat is mijn familie, zei ik. Maar goed ik vind het best dat je hun gevangen neemt, Maar eerst kijk je even naar achteren. Bart keek naar achter. Hij zag nog veel meer mensen. Ik zei, nou ben jij in je eentje en wij met z'n negenen. Wie gaat er naar de gevangenis? Oké, oké ik geef me over, jij wint! Hier heb je mijn wapens. Hij gaf een sleutel om terug te gaan naar de normale wereld.
Er kwam weer een deur tevoorschijn. We gingen allemaal door de deur heen, behalve de bewakers omdat ze lunch waren. De politie keek verbaast naar ons aan. De politie zei, hé die man word gezocht, vanwege geld bedrog. Hij is één van de zwaarste criminelen. De vinder krijgt tienduizend euro. Bart werd direct gearresteerd en direct naar de gevangenis toe gebracht. Danique en Monique gingen maar zo snel mogelijk naar huis toe. Yustin bleef nog een nachtje slapen. Papa, Wesley en Ruben gingen naar de stal om te gaan werken. Rian kwam ineens met popcorn en al naar binnen. Ze zei, ow waar waren jullie geweest. Ik was ongerust. Ik dacht dat jullie dood waren ofzo. Mama zei, dus jij gaat zomaar naar de bioscoop. Ja sorry, ik wou met Marcel naar de film. Het was super gezellig. Het liefst wilden we hier blijven, maar we mochten niet naar binnen. Waar is Marcel dan nu, zei Mama. Die is weer naar zijn werk, antwoorde Rian. Nou ga maar met Mariëlle naar paardrijden, dan heeft ze tenminste afleiding. Echt wat er gebeurd is vandaag... Rian en Mariëlle gingen paardrijden. Mama zei, ik ga even naar het autihok toe. Ik ben met het avond eten weer terug. Nou wij blijven over en hier voor ons licht tienduizend euro. Yustin vroeg, delen? Ja tuurlijk gaan we delen. We verdeelden het geld. Ik vijfduizend euro en Yustin vijfduizend euro. We waren nu heel erg rijk. We gingen direct naar heel veel winkels. Om leuke spullen te kopen!
EINDE!!!
JE LEEST
De Fantasie Wereld
FantasyHet is een fantasie wereld met veel belevenissen, ze vinden steen, die word een deur en achter die deur beleven ze van alles