Hoofdstuk 9, Bij Tim thuis

569 5 0
                                    

---------------------------------------------------------------

Tims p.o.v.

Ik hoorde in de verte een auto aankomen. Eindelijk mijn moeder dacht ik. Ik rende naar beneden om de deur open te doen. Maar toen ik bij de voordeur kwam en de auto zag, zag ik dat die niet van mijn moeder was. Shit, Lynns ouders zijn terug. Snel ren ik terug naar boven. Lynn ligt nog steeds met haar ogen gesloten op haar bed. 'Lynn,' roep ik.

Geen reactie.

Nog een keer roep ik Lynn. Maar Lynn houdt haar ogen dicht. Ik kijk rond waar ik me kan verstoppen. De kast? Ja, veel andere keuze heb ik niet. Snel duik ik de kast in. Ik hoor voetstappen de trap op komen. Zo te horen zijn ze van een man. Ik hoor hem schreeuwen 'Lynn! Potverdorie, hoe kom jij boven'. Lynn reageert natuurlijk niet. Ze is nog steeds bewusteloos. Opeens herinner ik me dat mijn moeder hier elk moment kan zijn. Met veel moeite probeer ik mijn mobiel uit mijn zak te halen. Het lukt. Snel sms ik haar dat ze nog niet moet komen. Lynns ouders zijn thuisgekomen. Al snel smst mijn moeder me terug dat ze wacht en dat ik moet sms'en als ze weg zijn. Ik hoor de vader van Lynn weer na beneden lopen. Beneden hoor ik wat gerammel en dan een deur die dicht slaat. Ik blijf luisteren. Een auto start en rijd weg. Dan is het weer stil. Voorzichtig open ik de deur. Niemand te zien. Alleen Lynn die op haar bed ligt. Ik sms mijn moeder weer dat ze nu wel kan komen.

De bel gaat. Dat is mijn moeder, snel ren ik naar beneden om de deur te openen. Mijn moeder stapt binnen en vraagt hoe het met mijn gaat. Ik antwoord dat het met mij wel goed gaat, maar met Lynn niet. 'Waar is Lynn' vraagt mijn moeder. 'Boven' antwoord ik. Samen lopen we naar boven. Ik zie dat mijn moeder schrikt als ze Lynn ziet. 'Arm kind' zegt ze. Eerst verliest ze haar ouders en broertje en zusje en dan nu dit. 'Ze moet snel hier weg' zegt ze tegen mij. Als haar ouders weer terugkomen dan hebben we een probleem. Ik til Lynn van haar bed af. De trap af en naar beneden. Mijn moeder opent de deur van de auto en ik leg Lynn voorzichtig neer op de achterbank. 'Mam', zeg ik. 'Mag dit wel, haar ouders weten niet eens waar ze is nu'. 'Daar had ik al aan gedacht' zegt mijn moeder. Ze haalt een envelop uit het handschoenen vakje en vraagt aan mij of ik die even door de brievenbus wil gooien.

Het is inmiddels al 2 uur 's nachts geweest. Toch ben ik nog niet moe. We zijn bijna bij mijn huis aangekomen. Mijn vader is niet thuis, hij moet werken, dus we zijn alleen. Als we bij mijn huis zijn spring ik gelijk uit de auto en til Lynn eruit. We leggen haar op de bank. Mijn moeder legt een kussen onder haar hoofd en maakt de wonden schoon en verbind ze. Haar shirt zit helemaal onder het bloed. Mijn moeder vraagt of ik even een trui wil halen. Ik heb verder geen zusjes dus ze zal een trui van mij aan moeten. Ik kom terug beneden met een trui. 'Ehm', mam begin ik. 'Ja,' zegt mijn moeder. 'Ga je echt haar shirt uittrekken'. 'Natuurlijk', antwoord mijn moeder, 'ik kan haar toch niet zo laten liggen'. Dat is waar, maar toch is het een beetje raar. Ik loop na de keuken om wat drinken te pakken. Ik denk niet dat Lynn het zo fijn vind als ik haar gelijk half naakt zie, we hebben nog geen eens 3 uur wat met elkaar. Als ik terug kom uit de keuken zie ik dat Lynn mijn trui aan heeft. Ik gaap, het is bijna  half 3. Ik voel me moe worden. Mijn moeder vraagt of ik het logeerbed nog even wil opmaken. Ik loop na boven en doe dat. Als ik bijna klaar ben hoor ik mijn moeder de trap op lopen, ze heeft Lynn in haar armen. Voorzichtig legt ze haar in het logeerbed. Ze ziet er schattig uit, in die trui die veel te groot is. Ik heb medelijden met haar. Al die blauwe plekken en wonden. Ik gaap weer en loop naar mijn kamer. Ik trek snel mijn pyjama aan en duik mijn bed in, douchen komt morgen wel. Ik hoop dat Lynn morgen wakker is. Als ze dat niet is wil mijn moeder naar de dokter toe met haar. Ik val in slaap met die gedachte.

-----

Lynn's p.o.v

Veel kan ik me er niet van herinneren wat er gebeurt is. Vannacht werd ik ineens wakker in een vreemd bed. Ik had vreselijke pijn. Mijn hoofd bonkte en ik kon niet alles goed verwerken. Ik raakte lichtelijk in paniek. De deur ging open. Ik zag Tim daar staan. Met een schorre stem vroeg ik wat er gebeurd was en waar ik nu was. Tim antwoordde dat hij me dat morgen zou vertellen. Hij zij dat ik bij hem thuis was. Het stelde me een beetje gerust. Nog wel vroeg ik me af hoe ik hier kwam. Tim gaf me een kus en ik viel al snel weer in slaap.

Het licht scheen in mijn ogen. Voorzichtig opende ik ze. nou ja, de ene opende ik, de andere leek wel dichtgeplakt met lijm of zoiets. Ik draaide mijn hoofd iets opzij. Wat een vreselijke pijn deed dat. Ik keek in de blauwe ogen van Tim.

'Goedemorgen' hoorde ik hem zeggen.

Ik mompelde iets dat op goedemorgen moest lijken. Tim vroeg aan me hoe het ging. Ik antwoordde dat ik pijn had. 'Moet je een paracetamol', vroeg hij. 'Ja', antwoordde ik. Tim liep weg en kwam al snel weer terug met een bekertje water en het witte tabletje. 'Kun je rechtop zitten', vroeg hij. Ik probeerde het. Ik zag dat ik een vreemde trui aan had. Tim zag mij kijken en zei dat die van hem was. 'Jouw shirt zat onder het bloed', vertelde hij. Ik keek hem vragend aan. 'Bloed?' zei ik. Mijn stem klonk al iets beter dan toen net. 'Ja,' zei hij, 'weet je dan niks meer van gisteren?' 'Nee', antwoordde ik. 'Wat is er gebeurt dan?' 'Je bent in elkaar gemept door je vader', zei Tim. Opeens herinnerde ik mij iets. 'Schoolfeest', zei ik toen. Tim keek mij verrast aan. 'Je weet het weer' zei hij. 'Een beetje' antwoordde ik. Ik herinnerde me dat ik met Tim naar een schoolfeest ging en toen ik thuiskwam dat ik in elkaar geslagen werd. Ik vind het zo zielig voor je, eerst heb je je familie verloren en nu ben je in elkaar gemept door je nieuwe ouders.' Uit zijn andere oog rolde nu ook een traan.' Het was zo vreselijk om te zien,'zei hij. Ik veegde met mijn hand zijn tranen weg. 'Niet huilen' zei ik. We gaven elkaar een knuffel. Iets te hard. Ik schreeuwde het uit van de pijn. 'Sorry,' zei Tim meteen. Ik beet op mijn lip om niet te gaan huilen. 'Hier je paracetamol'. Zei Tim. Snel slikte ik hem door met een grote slok water. Iets te groot, want de helft viel weer uit mijn mond. Ik werd rood. 'Sorry' zei ik. Tim lachte. Geeft niet het is maar water, dat droogt wel weer. Mijn ogen werden zwaar en ik moest er tegen vechten om ze open te houden. Tim zag dit ook en hij zei tegen mijn dat ik maar weer moest proberen om te gaan slapen. Ik ging weer liggen en viel meteen in slaap.

---------------------------------------------------------------------------------------------

Herschreven 7-3-2016

Toen ze er nog waren...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu