Hoofdstuk 2

25 5 1
                                    

Als door een wesp gestoken draaide Emma zich om. Ik draaide me ook om, en keek recht in de vuist van die vreemdeling.

Toen ik even later bijkwam waren Emma en ik vastgebonden aan een boom. Ik vroeg:"Emma, waar is die gozer nou weer heen?" Voor Emma kon antwoordde zei een stem voor ons:" Ik ben er gewoon nog hoor, alleen heb ik een speciale kracht.". Ik dacht aan Emma en mijn kracht en vroeg ook of hij hetzelfde als ons had. Hij vroeg verbaasd:" Wat bedoel je dat jullie ook iets kunnen? Wat kunnen jullie dan? Zijn jullie ook op jacht naar de Zwarte Man?". We keken allebei verbaasd van die plotselinge vragenstroom, maar Emma antwoordde snel:"Ja wij hebben ook krachten, we zeggen niet welke. Maar we zijn niet op jacht naar de Zwarte Man, maar op de vlucht. Hij heeft mijn ouders vermoord." Ik keek haar aan, dat had ze nog niet verteld. De vreemdeling liep toen naar ons toe en maakte ons los. Hij zei:" We zijn misschien geen vrienden, maar we hebben dezelfde vijand. Dus we kunnen elkaar helpen. Ik ben trouwens Maarten, en kan onzichtbaar worden en ben supersterk." We keken hem met ontzag aan, maar toen zei ik:" Ik ben Caine, 12 jaar, heb telekinesies ofzo. Dat is dingen met je gedachten van plek kunnen veranderen. En de Zwarte Man heeft mijn oma vermoord, en mijn moeder en opa ontvoerd..." Toen ik dat zei kwamen tranen in mijn ogen. Emma nam snel het woord:" Ik ben Emma, 13 jaar, en ik kan teleporteren." Maarten bestuurde ons met zijn ogen, en zei dat we er moe uitzagen en dat we beter konden gaan slapen. "Waarom?" vroeg ik. "We hebben morgen een drukke dag, vol met training." antwoordde Maarten. Ik viel met een kreun in slaap.

In mijn droom was ik in een lelijk gebouw, maar ik kon zweven ofzo. Ik zag allemaal mensen werken, maar als je beter keek kon je zien dat mensen allemaal littekens hadden. Ik wou aan iemand vragen hoe dat kwam, maar precies op dat moment luidde er een hard alarm. Ik draaide me om en zag een man met een zweep op zijn rug, en een zonnebril op. Hij bulderde:"IEDEREEN ATTENTIE! WE GAAN DEZE WEEK EEN AANTAL MENSEN WEER BIJ JULLIE GROEP TOEVOEGEN, JULLIE ZULLEN ZE ZO ONTMOETEN!" Ik vond hem best wel eng, maar toen zag ik een helikopter. Daarin zaten waarschijnlijk de mensen die die man bedoelde! Ik zag hoe die lande. En zag een aantal mensen eruit komen, maar het waren veel kinderen. Ongeveer Emma en mijn leeftijd! Zouden zij ook krachten hebben? Maar toen zag ik 2 oudere mensen. Die vrouw leek erg op mijn moeder, maar ik kon haar gezicht niet zien. Ze draaide zich om, maar toen vervaagde alles en kwam ik in een nieuw gedeelte terecht. Het was overal donker, maar toen zag ik een flikkerend lichtje in de verte, ik begin er naartoe te lopen. Ik riep:" IS ER IEMAND?" Ik keek nog eens goed, en zag een stoel. Ik dacht iemand erin zien te zitten. Ik liep ernaartoe, maar toen ik zag wie het was rende ik terug, maar alles was oneindig zwart. Opeens hoorde ik weer dat bulderende enge gelach, maar ik bleef rennen.

"Caine, Caine, wordt eens wakker! CAINE WORDT WAKKER!" Ik schoot

recht overeind. Nu besefte ik pas dat ik helemaal doorweekt was van het zweet. "We proberen je al een kwartier wakker te maken, maar je leek in een trance ofzo, je kon maar niet wakker worden." zei Emma. Ik keek naar Maarten en die knikte bevestigend. "Laten we eerst maar wat geen eten." zei Emma.

Tijdens het eten vroeg Emma waar ik nou over droomde, "Oh, gewoon een nachtmerrie." Maarten keek me nietgelovend aan, maar zei niks. Het ontbijt was voor de rest stil, tot Maarten zei:" Laten we dan maar eens gaan beginnen met trainen."

We hadden eerst alles opgeruimd en waren toen opzoek gegaan naar een open ruimte. Emma vond er een. Maarten zei:" Oke, jullie weten dus al welke kracht jullie hebben, maar ook hoe je hem moet gebruiken?" Ik wist het niet zei ik, maar Emma zei dat ze het wel wist. Dus gaf Maarten haar de opdracht om maar wat eten te regelen in de buurt, maar ze moest wel teleporteren. Toen liep hij naar mij toe en zei:" Laten wij ook maar gaan beginnen dan. Vertel eerst is wanneer je je kracht al hebt gebruikt." Ik antwoordde:" Die keer dat de Zwarte Man me wou ontvoeren, toen was ik heel bang en wou ik ontsnappen, dus ik stak mijn hand vooruit en dacht dat hij naar achter moest. En toen vloog hij naar achter de muur in." "Dus je hoeft er alleen maar aan te denken en het gebeurd?" zei Maarten. Ik dacht na en zei toen dat het wel zo was, denk ik. "Zo werkt het bij mij ook, ongeveer. Ik hoef alleen maar te denken dat ik onzichtbaar ben, en ik ben het. Dus probeer maar eens die tak daar te bewegen, en roep maar als het gelukt is."

Ik was al 3 uur bezig om die tak te laten bewegen, en het resultaat was een kleine trilling; dat door de wind kwam. Ik wou het voor de laatste keer gaan proberen toen ik Emma hoorde schreeuwen. Ik rende er snel naartoe, en zag dat Maarten haar vasthield, en een mes op haar keel hield. "Laat haar los!" riep ik. "Waarom zou ik? Ik zou rijkelijk beloond worden als ik haar zou we brengen!" Ik was zo boos, ik hield mijn hand naar voren en dacht dat hij wegvloog, ik deed mijn ogen open hoorde een knal en zag Maarten tegen de boom liggen. "Gaat het?" vroeg ik. Ja hoor, maar laten we eerst even kijken of het met Maarten gaat." We liepen naar hem toe, en hij, hij glimlachte en zei:" Gefeliciteerd Caine! Je hebt bewezen dat je het echt kan." En toen verdween hij in dromenland.

On the runWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu