deel 5

43 2 0
                                    

Ze liepen het treinstation uit.
"Waar moeten we nu heen?" Vroeg Quinn.
"Volg mij maar, het is niet ver meer!" Zei May.
Ze liepen, maar opeens stond May stil.
"Uhm, is er iets?" Vroeg Quinn.
May zweeg.
"May?" Vroeg Quinn.
"Ik ga zo dadelijk mijn zus zien!" Zei May zonder emotie.
"Ik snap het probleem niet!" Zei Quinn.
"Gaat er zo dadelijk iets gebeuren wat ons ervan weerhoudt om naar m'n zus te gaan?" Vroeg May.
"May!" Zei Quinn.
"Sorry, we gaan!" Zei May enthousiast.
Ze klopten aan bij de deur.
Een aardig vrouwtje deed open.
"Uhm, hallo lieve kinderen, waarvoor zijn jullie hier?" Vroeg de vrouw.
"We zoeken ene Amy Youth, is die hier?" Vroeg May.
"Niet dat ik weet," zei de vrouw "Weten jullie zeker dat dit het juiste adres is?" Vroeg de vrouw.
Snel keken ze nog even naar het adres, maar het was wel het juiste adres.
"Sorry meiden, ik ken die Amy van jullie niet," zei de vrouw.
"Oké, bedankt mevrouw!" Zei May.
"Doei!" Zei de vrouw.
"Doei!" Zeiden May en Quinn.
May keek Quinn aan.
"Heeft Charlot gelogen?" Vroeg May toen.
Quinn haalde haar schouders op.
"Ik wist wel dat er iets tussen zou komen!" Riep May kwaad.
"Wat doen we nu?" Vroeg Quinn.
May keek sip.
"Ik denk dat we je moeder moeten bellen om ons op te halen!" Zei May.
"En je zus dan?" Vroeg Quinn.
"Die is weg!" Zei May boos.
May's moeder was blij dat ze thuis weer thuis was.
May zelf niet.
Misschien was het ook maar een gek idee.
Ze zal haar zus niet meer zien, dat moest ze accepteren.
Zuchtend liep May haar kamer in.
Toen klopte er iemand op haar kamerdeur.
"Niet welkom!" Riep May.
"En je BFF dan?" Zei de stem.
Het was Quinn.
"Heeft mijn moeder je gestuurd?" Vroeg May.
"Nou, ze vertelde dat jij de laatste dagen nogal somber was," zei Quinn.
"Je weet allang waarom ik somber ben!" Zei May.
"Ja, maar dat kan niet voor altijd zo blijven!" Zei Quinn.
"We hebben toch een ehh, avontuurtje beleefd?!" Zei Quinn.
"Een avontuurtje van een uurtje, ja!" Zei May chagrijnig.
"Dit is niet de May die ik ken!" Zei Quinn.
"Jammer dan!" Zei May.
"Nou zeg, zo ga ik echt niet met je praten hoor!" Zei Quinn.
May rolde met haar ogen.
"Je bent net een van mijn broers en zussen!" Zei Quinn "Het heet puberen!"
"Niet waar!"
"Wel waar"
"Niet!"
"Jawel!"
"IK BEN NIET AAN HET PUBEREN! MIJN MOEDER LOOG TEGEN MIJ VANWEGE DIE STOMME RUZIES OVER WIE WEET WAT!" Riep May boos.
Toen zakte May ineen en begon te huilen.
Quinn legde haar hand op May's schouder.
"Goed zo! Gooi het er maar uit!" Zei Quinn.
"Ik ben geen baby ja!" Riep May kwaad.
"Nee, je bent net zoals mijn zussen, en ik weet precies hoe ik met dat moet handelen!" Zei Quinn.
"Nee Quinn!" Riep May "Ik ben niet zoals je zussen!"
"Ik bedoel dat ik met dit soort situaties kan handelen doordat ik het thuis weleens mee maak!" Zei Quinn.
May zuchtte.
Die avond toen Quinn weg was riep haar moeder dat er post voor haar was.
Stacy Velden.
Wat raar, ze kende geen Stacy Velden.
Ze maakte de brief open.
Ze las:
Hey May, ik ben niet Stacy.
Ik ben het, je zus Amy.

My Dear SisterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu