2. Ayame - Achtervolgd

37 2 12
                                    


Mijn oriëntatie had me ondertussen in de steek gelaten. Vlak voordat ik onder de bomen was verdwenen, had ik me nogmaals gericht op de omgeving waar ik me in bevond. Ik was er zeker van dat ik me in de bergen bevond. Meerdere spitse pieken kon ik om me heen zien oprijzen. Scherp afstekend tegen de donkere lucht. Gezien de steeds lichter wordende schemering, ging ik er vanuit dat het ergens vroeg in de ochtend moest zijn. Dit betekende dat het dus gedurende de dag waarschijnlijk wel warmer zou moeten worden. Dat hoopte ik tenminste. Mijn tenen deden verschrikkelijk pijn van de kou en het lopen verergerde dit alleen maar. Het voelde alsof ze aan het afsterven waren. Onder de bomen was het wel iets warmer, maar dit verschil was zo minimaal, dat het amper op te merken was. Ik wilde heel graag een vuurtje aanleggen. Zo kon ik eindelijk wat warmte voelen, maar ik maakte me teveel zorgen om kwetsbaarheid. Allereerst had ik namelijk nog steeds geen idee waar ik was. Ten tweede had ik ook geen idee wie of wat er nog meer in de omgeving was en ten derde, al het hout om me heen was veel te nat. De bomen om me heen waren praktisch kaal. Door alle sneeuw dat overal lag, was alles veel te nat. Ik zou dus eerst een heel stuk af moeten dalen, iets waar ik nu mee bezig was. Hopelijk zou er daar minder sneeuw liggen en het hout droger zijn. Het was dus nog door buffelen. Alleen was het probleem nu mijn oriëntatie. De bomen om me heen hadden geen bladeren meer, het waren er alleen maar heel veel. Ze leken allemaal ook nog is elkaar. Omdat er geen daling echt merkbaar was, maakte ik me zorgen over welke kant ik op moest. Het voelde namelijk alsof ik alleen maar rondjes liep. Gelukkig was het sneeuw om me heen nog zo goed als onaangetast. Mijn eigen voetstappen was ik nog niet tegengekomen. Ondertussen zorgde de pijn van mijn hele lichaam, dat mijn humeur niet veel beter was. Mijn humeur was waarschijnlijk nog verder gedaald dan de temperatuur hier. Dacht ik, terwijl ik doorliep.

Nou moest ik toegeven dat ik niet de meest vrolijke persoon op deze wereld was. Over het algemeen werd ik beschreven als kil, emotieloos en ronduit gevaarlijk. Iedereen ontweek me altijd. Zelfs volwassenen om me heen waren niet echt gecharmeerd van me. Ze vonden me een 'probleem', en dat alleen maar omdat ik niemand in mijn buurt liet. Snuivend dacht ik terug aan een incident dat had plaatst gevonden in mijn eerste jaren.

"Ze is gevaarlijk! Moordlustig!" Gilde een meisje. We waren van dezelfde leeftijd. Het enige probleem was haar arrogantie. Ik had het al niet op mensen en zij maakte dit alleen maar erger. We stonden in het kantoor van de directrice. Deze zat achter haar eeuwenoude bureau, terwijl wij aan de andere kant stonden. Het meisje stond een heel eind bij me vandaan, doodsbang voor me, ondertussen uitvallend tegen de directrice over mij. Een geïrriteerde zucht slakend, stond ik met mijn armen over elkaar in het kantoor. Ik had al een slecht humeur vandaag, en zij maakte het nu alleen maar erger. Ze moest opletten voordat ik echt kwaad zou worden. Meerdere keren maande de directrice het meisje tot stilte. Totdat ze dit uiteindelijk voor elkaar had en het gehele verhaal kon horen.

Over het algemeen ontbeet ik nooit in de ontbijtzaal. Als ik al ontbeet, deed ik dat in de tuin of op mijn kamer. Deze keer alleen zou er iets verteld worden in de zaal, vandaar dat ik had besloten om wel naar de ontbijtzaal te gaan. De informatie die verteld zou worden, zou ik namelijk nog een keer naar mijn voordeel kunnen omzetten. Aangezien ik me niet op mijn gemak voelde in de ontbijtzaal, had ik een plekje uitgezocht in een donker hoekje, wel aan een tafel. Naarmate de anderen ook de zaal binnen kwamen stromen, raakte de andere tafels vol. Er was niemand die bij mij aan de tafel durfde te komen zitten. Totdat het meisje binnen kwam. Ze was redelijk nieuw, gekomen met zo'n vijf andere uit een andere omgeving. Het bleek dat geen van hen wisten wie ik was. De reden ook dat ze op me af kwamen. Stuk voor stuk arrogant en neerbuigend kijken. Aan een tafel konden namelijk maar zes mensen zitten, en ik zat in de weg. Niet op het meisje lettend, had ik iedereen om me heen bekeken, terwijl zij meerdere keren tegen me te keer ging. Hopend dat ze me weg kon jagen. Toen ik niet had gereageerd was ze alleen nog maar kwader geworden. Tot ik de mok die ik vasthad, met een klap op tafel had gezet. Om me heen hoorde je hoe iedereen zijn adem inhield. Afwachtend wat er zou gebeuren. Zij kenden me immers.

Next to Earth - Ayame || Onder constructieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu