A/n
Ik weet het, klein stukje, maar ik wilde iig iets uploaden. Enjoy!
-X
Chelsea
-------------------------------------------------------------------------------------Ik loop de tuin in, die overigens enorm is. Overal staan van die bomen die zo gesnoeid zijn, dat ze ergens op lijken. Kili is dichtbij de fontein gaan zitten, zie ik. Diep in gedachten staart hij naar het water. Die gedachten gaan sowieso over mij. "Hey." zeg ik zacht. Ik kom naast hem zitten, op de rand van de fontein. Hij schrikt. "Oh, eh, hoi." Hij gaat recht zitten, en haalt zijn hand door zijn haar. "Luister Kili. Die monsters moesten weten wie er de baas was. Ik vond gewoon dat er iets moest gebeuren." "Je had DOOD kunnen zijn, Aera. Ik snap dat je niet leuk vond wat er gisteren gebeurde, maar je kwam er tenminste levend uit. Je had niks bij je, behalve mijn geweer, waar nog maar 1 kogel in zat." Hoe weet hij dat? "Ik neem dat geweer bijna altijd mee als ik met Yin ga vliegen, en ik had de munitie niet aangevuld." Ik kijk hem aan. "Hoe heb je kunnen overleven met 1 kogel?" Ik staar naar mijn handen, die onrustig aan mijn broek frunniken. "Magie." fluister ik. Ik veeg mijn haar achter mijn oor. "Magie? Sinds wanneer weet je hoe dat werkt?" "Sinds ik instinct heb. Weet je, ik heb hier geen zin in. Ik ga naar m'n kamer." Ik sta op en loop weg. Ik weet dat vluchten geen zin heeft, maar doordrammen heeft nou ook niet bepaald nut.
Ik zucht. Waarom deed Kili zo irritant? Wat ik deed was niet slim, dat weet ik. Maar met een raar gevoel rondlopen toch ook niet? Nu ik er 2 heb vermoord, biedt dat in ieder geval enige vorm van rust. Ik zak op mijn bed, waar ik net al een uur op heb gelegen. Mijn kussen is inmiddels nat van de tranen, maar het boeit me niet. Kili moet zijn excuses maar aan gaan bieden. Ik ook, maar niet voordat hij normaal gaat doen. Hij mag heus wel beschermend zijn, maar dit?
"Aera?" Zoals altijd roept Kili mijn naam van achter mijn deur. "Het spijt me." Ik geef geen antwoord. "Ik weet dat je hier bent, Jocelynn heeft je naar je kamer zien lopen." Stilte. "Als je geen antwoord geeft, blijf ik hier zitten hoor." Ik zucht. Waarom ook niet. "Kom maar." antwoord ik nors. "Eindelijk."