i'l be

123 4 0
                                    

de traan verliet langzaam mijn wang en viel op mijn arm. het koude gevoel dat de traan met zich mee bracht liet een kleine rilling door me heen gaan. ik trok de dekens tot over mijn nek over me heen, wat moet ik nu? ik ben alleen.. niemand die me kan helpen. mijn ogen schoten langs de zwarte contouren van de spullen in mijn slaapkamer. op zoek naar hoop, op zoek naar iets dat me kon helpen, me steun kon geven. ik wist dat ik het niet zou vinden maar ik kon het proberen, toch? mijn blik bleef hangen bij mijn wekker "4:36" en ik heb nog steeds geen oog dicht gedaan. ik draaide me op mijn rug en staarde naar het plafon. de tranen liepen nu langs de zijkant van mijn hoofd, het was een onprettig gevoel. net alsof de zwaartekracht geen geduld meer had en ze daarom de tijd niet gaf om eerst over mijn wangen te rollen maar dat ze gelijk op mijn kussen moesten vallen. ik draaide me op mijn andere zij, alleen kwam ik nu op mijn wond te liggen. een ondragelijke pijn ging door mijn hoofd waardoor ik niet gauw daarna gelijk een fixe hoofdpijn had. ik sloeg wild de dekens van me af en sprong uit bed, iets dat ik beter niet had kunnen doen. ik hees me op aan mijn bed en bleef even rechtop staan tot de duizeligheid wat was afgezakt. voorzichtig zette ik een paar passen naar voren, in de hoop om in niks pijnlijks te gaan staan, mijn hoofd bezorgde me al genoeg problemen. ik zag vaag de lijnen van de deur in het donker, ik stak mijn hand uit en veegde met mijn hand over de deur tot ik tegen de deurkruk aan kwam. hebbes, alleen leverde het me de zoveelste blauwe plek op aangezien ik er hard tegenaan was gekomen. ik duwde de deurkruk naar beneden en klikte de lamp van mijn badkamer aan. snel kneep ik mijn ogen tot spleetjes om mijn ogen tegen het felle licht te beschermen. voorzichtig knipperde ik een paar keer met mijn ogen, opende ze langzaam en liep naar wasbak. ik zette mijn handen als steun op de wasbak en leende wat naar voren, ik hief mijn hoofd op en keek midden in mijn eigen ogen. nou ja, de reflectie van mezelf die in een grote spiegel boven de wasbak hing. snel wendde ik mijn blik af en greep naar het bekertje die ik standaard aan de zijkant had staan, ik draaide de kraan open en vulde hem tot de helft met water. ik bracht hem naar mijn mond en nam een grote slok die ik gelijk weer uitspuugde en het bekertje met een knal terug zette. het was dus heet water, ik stapte wat naar achter en leunde met mijn rug tegen de douchecabine. alles gaat fout, alles gaat fout, vanaf ongeveer een jaar geleden toen mijn moeder stierf. het leek alsof het mijn vader niet veel uitmaakte, want twee dagen naar haar dood ging mijn vader al op zakenreis! ik heb me dagen lang terug getrokken op mijn kamer, opgekropt tot een bolletje naar een foto van mijn moeder zitten staren. ik wou me het liefst van iedereen afscheiden, niets meer met de buitenwereld te maken hebben. maar al gouw besefte ik mezelf dat, als ik zo door zou gaan ik mijn eigen leven zou verspillen. ik had dagen niets gegeten en af en toe maar een paar slokjes water gedronken, ik was flink af gevallen en had mijn vader geen een keer gebeld. en als hij mij belde drukte ik hem altijd weg, ik wou het liefst het contact met mijn vader verbreken. maar lang hield ik het niet vol. ik kwam er achter dat als hij niet op zakenreis zou zijn gegaan, we niks meer zouden hebben. we hadden altijd krap bij kas gezeten en we hebben veel geld uitgegeven aan mijn moeder haar begrafenis. dus zette ik me er overheen, althans ik probeerde het. en nu, nu is hij er niet meer. net als mijn moeder, ik had hem een jaar niet gezien en een week na mijn moeders sterfdag zou hij weer thuis zijn. hij zou. maar natuurlijk moest hij ook zo'n kut ongeluk hebben! ik zakte langzaam langs de douchcabine naar beneden en trok zodra ik op de grond zat mijn benen tegen me aan. ik legde mijn armen er omheen en drukte de nog steviger tegen mijn buik aan, alsof, als ik dit niet deed ze er elk moment niet meer zouden kunnen zijn, verdwijnen uit mijn leven. net als mijn ouders. ik legde mijn kin op mijn knieën en negeerde de ijskoude tegels onder me, ik staarde. niet met een bepaalde reden, maar gewoon omdat. ja wat moest ik anders doen? blij om me heen kijken en me wijs maken dat het maar een boze droom was? mijn handen gleden langzaam een beetje naar beneden en ik begon aan mijn broekspijp te peuteren waardoor ik prongelijk de lappen stof van elkaar trok. ik keek naar de kleine rode en witte blokjes. ik trok de lijnen van de stof met mijn vingers over, ik ergerde me er verschrikkelijk aan. aan het brandende gevoel dat je vingers in sluipt als je er te snel over heen gaat en de grote rode vlekken. ik gooide de lap stof boos naar de deur van de badkamer en begon zachtjes te snikken, ik probeerde mezelf een beetje te kalmeren door een beetje water te drinken. maar ik verslikte me in het -dit keer- ijskoude water, dus maakte de beker dezelfde reis als het lapje stof. het bekertje raakte met een plof de grond en het laatste laagje water maakte een natte vlek in mijn vloerkleed, alles zat me vandaagtegen. ik kon net zo goed naar beneden gaan, ik zal toch niet meer kunnen slapen. ik liep de badkamer uit en pakte een paar sokken uit mijn kast. ik schuifelde om de natte plek in het vloerkleed en trok het dekbed van mijn bed. ik slofte de trap af, naar beneden. ik vervolgde mijn zinloze wandeling naar de keuken en zette de waterkoker aan. ik wikkelde mijn dekbed als een veel te dikke jurk om me heen zodat ik mijn handen vrij had en opende het kastje boven me. ik opende een zakje met cacoapoeder en liet het stoffige spul in mijn eendjes beker vallen. zodra de waterkoker het bekende klik geluidje gaf tilde ik hem van de staandaard. ik goot het water bij de rest en roerde het door elkaar, ik draaide me weer om en zette het ding terug. misschien een rare volgorde, maar mijn moeder deed het altijd zo. toen ze gestorven was heb ik het op een of andere manier overgenomen, ik slofte naar de kamer en hees ondertussen onhandig mijn dekbedjurk omhoog. ik nestelde me in het hoekje van de bank en zette de tv aan. niet dat ik er naar zou kijken maar anders was het ier zo stil in huis. ik roerde wat door de mok en staarde naar de kleine draaikolk die ik had veroorzaakt. de kleine brokjes onder in de mok loste langzaam op, verdwenen uit de chocomel. net zoals mijn ouders verdwenen uit mijn leven, ik zag belletjes een voor een uit elkaar spatten tot er nog maar een over was. ik roerde nog een keer maar de belletjes kwamen niet terug, er bleef slechts eentje over. zou dit mijn argument versterken? dat ik voor altijd alleen zal blijven? ik schudde snel de gedachte van me af en richtte me op de kleine eentjes op de beker. 'een, twee, drie' ik had deze beker van mijn vader gekregen, toen ik een jaar of vijf was. wat ze ook deden ik wou toen niet slapen, dus heeft mijn vader deze "tover" beker voor me gekocht. elke avond voor het slapen gaan dronk ik samen met mijn ouders een beker warme chocomel en telde we de eendjes. 'vier, vijf, zes' ik stopte met tellen en nam een grote slok chocomel, 'waarom moest mij dit nou weer overkomen?' mopelde ik en zette de mok op de tafel toen ik een traan in het zoette goedje zag vallen.

{ begin van nieuw boek! laat please weten wat je er vanvind zodat ik kan inschatten of ik door moet schrijven, o'ja en nog 5 dingen

-1 lalalalalalalalalalalal

-2 ik hoe van eenhoorns unicorns en alles wat daar mee te maken heeft

-4 glitters!

-5 ik ben vergeten wat ik zou zeggen(eigenlijk typen)

-6 oja, thanks fore reading! <3

Xxx grazy little me}

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: May 27, 2014 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

i'l beWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu