4. Ayame - Onderweg

22 1 0
                                    


"Goed, wat wil je weten?" We hadden een hele tijd in stilte doorgebracht. Druk met onze eigen gedachten. Ik probeerde nog steeds van alles op een rijtje te krijgen. Vandaar dat het ook even duurde voordat ik Tero zijn vraag door kreeg. "Waren dat jouw herinneringen die ik zag?" Vroeg ik uiteindelijk. Die aantal keer dat ik weggezakt was, flauwgevallen, had ik herinneringen gezien die niet van mezelf waren. Ik had niemand anders kunnen bedenken, van wie ze anders zouden kunnen zijn. "Dat klopt. Jij zag mijn herinneringen, en ik zag die van jou." Tero had dus mijn herinneringen gezien. Was ik daar wel blij mee? Er waren genoeg herinneringen die ik liever niet wilde delen. Even ongemakkelijk verschoof ik op Tero zijn rug. Deze negeerde mijn overpeinzingen en vervolgde. "Op Farantin vormen zich soms banden. Vaak zijn dit banden tussen Elven en andere wezens. Maar het gebeurt ook dat een Farantiaan een band vormt met een wezen." Alleen was ik geen Elf en geen Farantiaan. "Degene die een band aan gaan, worden als het ware onderdeel van elkaar. Ze kunnen elkaar gedachten lezen, gevoelens van de ander aannemen en deze soms ook beïnvloeden. Als laatste delen ze ook elkaars pijn. Hoe sterker de band, des te sterker voelen de twee elkaar aan." "Aangezien ik je herinneringen heb gezien, neem ik aan dat we nu een band hebben?" "Ja dat klopt. We zijn nu een deel van elkaar." Dit was een hele vreemde gewaarwording. Hoe kon ik ooit een band krijgen met iemand? Iedereen was bang voor me... "Maar niet hier Ayame. Op Aarde mochten ze dan misschien bang voor je zijn. Op Farantin werkt alles anders. Er zijn hier genoeg gruwelijkere wezens die rondlopen." Tero hield even zijn hoofd schuin en keek me intelligent aan. Hij had natuurlijk gelijk, iets dat me leidde tot het volgende. "Wat was dat gisteren, dat me achtervolgde?" "Dat waren Argram Drasdur. Een tak van de Drasdur." Mijn vragende gezicht leidde tot een uitgebreider antwoord. "De Drasdur is een soort basis. Er vallen verschillende soorten wezens onder Drasdur, allemaal zijn ze net iets anders." Tero ontweek een pas gevallen rotsblok. "Zo zijn er Schmalkr Drasdur, degene die je gisteren hebt ontmoet, Argram Drasdur en nog een aantal anderen. Allemaal verschillen ze iets van elkaar. Schmalkr Drasdur hebben bijvoorbeeld vleugels, terwijl Argram Drasdur geen vleugels hebben."  Schijnbaar had ik dus mazzel gehad. Als ik was achtervolgd door gevleugelde monsters, had ik het zeker niet overleefd. "Het zijn in ieder geval geen aantrekkelijke wezens. Argram Drasdur lijken katachtig. Ze hebben een zwarte huid, waar soms, op willekeurige plekken, een stekelige, zwarte vacht groeit. Drasdurkenmerkend, hebben deze wezens rode ogen zonder pupil en hun bloed is groen." "Groen?" "Ja, groen. Een ander soort Drasdur is bijvoorbeeld giftig. Zij jagen door hun prooien hen juist te laten bijten. Zodra de prooi het bloed van de Drasdur binnen krijgt, zal het binnen de kortste keren sterven."  Met een zucht bekeek ik de omgeving. Waar was ik nou weer terecht gekomen? Op Aarde was mijn leven al niets, en nou kwam ik op een planeet met dit soort vreemde wezens. Nogmaals zuchtte ik. Was dit soms karma? Was het vanwege mijn gedrag dat ik hier terecht was gekomen? "Overal is een reden voor Ayame. Nu is het dan misschien nog niet duidelijk wat dat is, maar hier op Farantin gebeurt nooit iets zonder reden."

~


De eeuwige sneeuw begon langzaam uit te dunnen. Om me heen zag ik steeds vaker struiken opduiken. Ook doken er meer planten op, allemaal onbekend voor mij, maar dat maakte niets uit. Ondertussen merkte ik wel dat mijn lichaam verder vermoeid begon te raken. Ik had nog nooit paardgereden in mijn leven, en ik merkte dat mijn spieren begonnen te protesteren onder de bewegingen die Tero maakte. "Ik ben geen paard Ayame. Ik ben een eenhoorn." Omdat ik niet wist hoe ik moest reageren, besloot ik wat Tero zei met een vraag te beantwoorden. "Wat voor andere Wezens zijn er nog meer?" Even werd er een blik op me geworpen. "Zoals ik je al heb gezegd, Farantin is niet zoals de Aarde Ayame. Wij hebben hier wezens die jullie mensen je nooit zouden kunnen voorstellen. En sommige Legendes van Aarde worden hier werkelijkheid." Ergens in de verte klonk het onnatuurlijke gekrijs van waarschijnlijk een Drasdur. Tero draaide zijn oren er naartoe, maar uiteindelijk richtte hij zich weer op de weg voor zich. "Op Farantin leven er twee volkeren met tweebeners. De Farantianen, dit zijn eigenlijk een soort mensen zoals jij en de Elven." "Elven?" "Ja." Ik probeerde me een voorstelling te maken bij Elven. Mythes en Legendes was nou niet echt iets waar ik over geleerd had. School had ik wel gehad natuurlijk. Maar dit was 'thuis'geschoold. Een echte school had ik ook nog nooit vanbinnen gezien. Wat we leerden ging vooral om Engels, Wiskunde en Economie. Maar dit waren vakken waar ik me nooit voor had geïnteresseerd. Voor de rest was ons niet veel geleerd. Ik was wel een keer mee geweest naar een museum met een tentoonstelling over de oude romeinen en Grieken, maar dat was ook het enige. Mijn interesse was altijd uitgegaan naar strategieën en tactieken, hier had ik vele boeken over gelezen, ook gerelateerd aan onderwerpen in de geschiedenis. Ik had wel een aantal legendes en mythes gelezen in de boeken. Maar over Elven was ik niet veel tegengekomen. Die keren dat ik wat was tegengekomen, waren de teksten volledig verschillend van elkaar. Het was dus nogal onmogelijk om er een concreet verhaal uit te halen. "De Elven splitsen zich af in twee aparte volken. Je hebt de Elven van het Bos, en de Elven van Varun." Tero vervolgde zijn verhaal. "Verder heb je Eenhoorns, Pegasi, Draken, Drasdur, Centaurs, Meermensen en nog veel meer." Voor me werd mijn aandacht getrokken door een grote Dennenboom die hoog oprees tegen de heldere hemel. De naalden van de boom staken diepgroen af tegen de sneeuw eromheen. "Zoals ik je heb gezegd ben ik een Eenhoorn. Wij komen voor in vele kleuren. Eigenlijk wonen alle Eenhoorns in Saltus, behalve degene die een band hebben met iemand." Het werd even stil. Ik vroeg me af waarom Tero dan in Az Ragni was geweest. Wist hij soms dat ik zou komen? "Aangezien ik een beetje anders ben, leef ik daar niet." Wat hij nu zei klonk enigszins verdrietig. "Sommige Eenhoorns hebben een gave. Ze zijn net wat anders dan de anderen en worden ook niet altijd geaccepteerd."

~


Mist kroop over de grond, zich verspreidend tussen de bomen door. Alles bedekkend. Ik voelde me verschrikkelijk, er was niets dat ik eraan kon doen. Wat ik ook probeerde. De mist bleef groeien, werd steeds dikker. Totdat ik amper nog wat kon zien. Om me heen hoorde ik allerlei geluiden. Geschrokken geluiden, luid en angstig, totdat er een ander geluid klonk. Bibberend stond ik in de mist, toen er een grote schaduw voor me op begon te doemen. Angstig keek ik omhoog. Een grote, donkerode Eenhoorn stond voor me. Me strak aankijkend, streng en met een blik van ongerustheid. Ik stond daar maar, bibberend onder de blik van de Eenhoorn. "Ga weg Tero." Was het enige wat de zware stem zei. Nog steeds bang keek ik hem aan, bang om me te bewegen, te bang om te knipperen. Voor me gingen de oren van de Eenhoorn naar achteren. "GA!" Klonk het luid in mijn oren, toen hij op me afsprong. Ineens voelde ik de adrenaline door me heen stromen en ik struikelde achteruit. Me omdraaiend en rennend, weg van die kwade Eenhoorn. Ik rende, struikelend over mijn amper ontwikkelde benen, terwijl achter me een hoge hinnik hoorde. Een geluid vervuld van verdriet en pijn.

~

"Mijn hoorn is niet zichtbaar, omdat deze bestaat uit mist. Net zoals mijn manen en staart." Om me heen kroop inmiddels de mist rond. Voor me zag ik inderdaad hoe er nu mist zweefde op de plek waar normaal de manen zaten. Tero trok de mist terug en liet deze nu alleen nog als manen en staart zweven. De Eenhoorn draaide zijn hoofd naar me om en langzaam zag ik hoe er mist op zijn voorhoofd rondtolde, totdat deze zich uiteindelijk tot een hoorn vormde. "Ik kan ervoor kiezen om de hoorn zichtbaar te maken, en ook het formaat kan ik tot een bepaalde hoogte aanpassen." Blauwe ogen keken me aan. Tero scheen mijn reactie te proberen te peilen. Maar mijn emotieloze gezicht verraadde niets. De hoorn verdween weer en Tero richtte zijn blik weer naar voren. Mijn gedachten dwaalden af, toen ik me iets herinnerde. "Je volgde me hé? Voordat die Drasdur achter me aankwamen." Ik zag hoe Tero even wachtte voordat hij nog een stap zette. "Ja dat klopt." De enige keer dat ik had gerust, had ik mist om me heen gezien. Dichte mist die tussen de bomen bleef hangen. Tero was er toen al.

~

Twee dagen waren er ondertussen verstreken. Twee dagen waarin er eigenlijk niet veel interessant was gebeurd. Met behulp van Tero had ik wat vruchtjes gevonden om te eten. Ook waren we al een heel stuk afgedaald en de stad was nu steeds duidelijker te zien in de verte. Er werd me verteld dat het misschien nog een dag zou duren voordat we eindelijk uit de bergen zouden zijn. Vanaf daar zouden we dan nog een stukje verder moeten, om de uitlopers van Az Ragni achter ons te laten. De afgelopen uren had ik niet veel gezegd en ook Tero scheen me met rust te laten. Er was veel gebeurd en ik was in de war. Ik vroeg me af of er naar me gezocht werd op Aarde. Kon het ze überhaupt schelen dat ik weg was? Met mijn gedrag waren ze me waarschijnlijk liever kwijt dan rijk. Ze zouden me niet terug willen. Dat leidde ook tot het volgende, kon ik eigenlijk wel terug? Tero had ik verteld waar ik aan was gekomen. Hij wist me te vertellen dat het de Maantempel was. Een Tempel met een persoonlijkheid volgens hem. Het was zo goed als onmogelijk om via die weg weer terug te gaan naar Aarde. Ik zou dus een andere manier uit moeten vinden om terug te komen. Tero had eerlijk toegegeven dat hij hier geen verstand van had. We zouden iemand anders moeten vinden die dat wel kon. Maar ik had dat idee voor nu, geweigerd. Ik kon niet echt omgaan met mensen, of Farantianen en Tero had dit ook een slim plan gevonden. Hij had gezegd dat we bij de Elven de grootste kans maakten om een weg terug te vinden. Het enige probleem was wat dat te weeg zou brengen. Mensen van Aarde hoorde niet op Farantin. Er was een grote kans dat zodra ik bekend werd dat ik alleen maar in de problemen zou komen. Ik maakte me zorgen. Wat moest ik hier? Waar moest ik heen? Ik zat in tweestrijd met mezelf. Het was onmogelijk voor mij om hier te blijven, maar het leek er nu ook op dat het onmogelijk zou zijn om terug te gaan naar de Aarde. Hoe ging ik dit overleven?


Een korter hoofdstuk, maar mijn gevoel zegt me dat de komende hoofdstukken een heel stuk interessanter worden. De ideeën die ik nu heb zullen het verhaal wat tot leven brengen hoop ik ^^ Mochten jullie trouwens foto's willen om een beetje een beeld te krijgen bij de personages. Dan kan ik daar natuurlijk voor zorgen ^^

Next to Earth - Ayame || Onder constructieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu