Twee dagen alweer reden we door het, nu troosteloze, landschap van Furnost. Sinds gisteren was het niet gestopt met regenen en inmiddels was ik tot op het bot verkleumd. Niet langer besteedde ik aandacht aan mijn omgeving, maar keek ik strak voor me uit. Hopend op een teken van beter weer in de verte. Helaas was alles grijs. De onophoudelijke regen had me volledig doorweekt, en ook mijn mantel had het opgegeven. Voor Tero gold hetzelfde trouwens. De Eenhoorn was al sinds gisteren in stilzwijgen vervallen. Hij had geen woord meer gezegd en liep door op de automatische piloot. Ik kon het hem niet kwalijk nemen. Met een zucht schudde ik nogmaals, al was het nutteloos, een lading druppels van mijn mantel af. Even zag ik Tero zijn oor naar me draaien. "Als we doorgaan vannacht, zullen we ergens morgenmiddag Framlr Gras bereiken." De stem van de Eehoorn klonk moe. "Weet je zeker dat je niet wilt rusten?" Voor mij was het een stuk makkelijk om de tijd door te komen, aangezien ik niet hoefde te lopen. Maar ik merkte wel elke keer dat Tero in een kuil stapte, hoe mijn lichaam protesteerde. "Nee, ik hoef niet te rusten. Wil jij nog rusten?" "Bij mij gaat alles prima." Ondertussen verbergend hoe er nog een steek door mijn zij schoot.
We liepen door, en de uren verstreken, evenals het zonlicht. Langzamerhand werd het al weer donkerder. Helaas nam de regen niet af. Tero vroeg me nogmaals of ik niet wilde stoppen, maar nadat ik dit had geweigerd, liep de Eenhoorn weer door. Ogenschijnlijk was alles goed met hem, maar ik merkte hoe hij de aandacht begon te verliezen. Een enkele keer struikelde hij en deed ik mijn best om hem weer overeind te helpen. Ik wilde net tegen hem zeggen dat we wel moesten rusten, toen ik in de verte geluiden hoorde. Tero voorzichtig een por met mijn geest gevend, probeerde ik zijn aandacht er weer bij te halen. Gelukkig reageerde de Eenhoorn redelijk vlotjes. "Hoor je dat?" Aandachtig luisterde ik, terwijl het leek alsof ik in een klap klaarwakker was. Het klonk als hoefgetrappel en het waren meerdere paarden. Al was het moeilijk om te ontwaren hoeveel paarden het precies waren. "Het zijn er tien." Zei Tero. "Wat doen we? Gaan we doorlopen, of gaan we van de weg af?" "Laten we maar doorlopen, ik wil ook weer niet te veel argwaan wekken en ze gaan zo hard." Daar had hij gelijk in. Tijdens onze korte woordenwisseling, zag ik de stofwolken al opdoemen in de verte. Waarschijnlijk zouden de ruiters het in de verte doorhebben als we nu van de weg af gingen. Tero probeerde me gerust te stellen en herhaalde voor de zekerheid nogmaals onze geoefende smoes, maar toch voelde ik me niet op mijn gemak. Met grote tegenzin zag ik dan ook hoe de ruiters steeds dichterbij kwamen. Totdat ze ons uiteindelijk ook zagen. Meteen kon je zien hoe ze teruggingen in tempo. Uiteindelijk draafden en stapten ze. In een volledige formatie en ook bewapend. Onder mijn mantel, ging mijn hand naar mijn zwaard. "Ayame..." Klonk het waarschuwend, maar ik kon het niet laten. Naarmate we dichterbij kwamen, kon ik de Farantianen beter bekijken. Het waren soldaten, ze hadden glinsterende wapens en blinkende harnassen. Onder hun helmen, leken hun uitdrukkingen arrogant en zelfvoldaan. De hoofdman had een breed schild aan zijn zadel hangen, waar een teken op stond. "Dat is waarschijnlijk een familiewapen." Wist Tero me te vertellen. Het was een gouden zwaard, waar een bloem omheen krulde. In een dieprode kleur, wat afstak tegen het glanzende zilver van het schild zelf. De hoofdman had een trotse uitdrukking op zijn gezicht staan. Alsof hij net een geweldige prestatie had geleverd. Vanonder de kap van mijn mantel keek ik hem net zo arrogant aan.
De compagnie hield halt en de hoofdman wendde zich tot ons. Ze stonden nu zo, dat wij er niet langs konden, totdat zij hun goedkeuringen hadden gegeven. "Goedenavond reiziger. Waar gaat de weg naartoe?" De Farantiaan had een luide stem, en hij sprak neerbuigend. "De weg leidt naar Fevuria." Was mijn antwoord, ik probeerde het zo goed mogelijk te laten klinken. Het was natuurlijk niet genoeg. "Wat bent u van plan in de hoofdstad?" Even richtte ik me tot Tero, maar die scheen niet van hulp te zijn. "Ik ga terug naar huis. Genietend van een dak boven mijn hoofd na al deze regen." Wist ik uiteindelijk te vertellen. Waarschijnlijk sloeg het nergens op, maar ik wist op het moment ook niet veel beters. De hoofdman dacht even een paar tellen na, daarna perste hij er een nep glimlachje uit en zei. "Daar heeft u gelijk in. Wij wensen u succes op uw tocht terug naar de hoofdstad. We gaan hopen dat het weer snel op zal klaren." "Dank u wel en u ook een voorspoedige reis." Antwoordde ik met een stem die ik probeerde aardig te laten klinken.
JE LEEST
Next to Earth - Ayame || Onder constructie
FantasyOnder constructie: 22/03/2020 'Sometimes you can't see what is right in front of you, But that doesn't mean it isn't there.' ~Balor _______________ Farantin, de planeet van legendes, mythes en mysteries. Ayame, de overlever, de Aardling. Ongewenst...