Hoofdstuk 1: Duivelse hereniging

594 26 5
                                    

Ik kijk naar het glanzende, geslepen stokje in mijn handen. Het is de wand die Ragftagar mij gegeven heeft. Hij zei dat ik hem mocht gebruiken om de vijanden te bevechten. Hij is prachtig, werkt ook nog eens heel goed en het is een sterke wand. Er is alleen één ding wat mij er van stopt om het te gebruiken: Ik ben allergisch voor de kracht die eruit komt, wanneer ik het gebruik, ook al is het maar een simpele spreuk, begin ik al te hoesten en voel ik mij licht in mijn hoofd.

Het ligt echt aan mij, niet aan de wand, dat weten we nu zeker. Soldaten en andere hogere mensen van Kanta Tribo  hebben hem mogen gebruiken voor een keer om te kijken of de wand niet gewoon vervloekt is, maar nee hoor. Hoe belachelijk het ook klinkt, het is waar. En daarom is het ook de reden dat ik het voor velen verberg. Het is niet niet dat ik mij ervoor schaam, nee... een chief schaamt zich nooit ergens voor, toch?

"Chief?" Ik kijk op, een van de wachters is naar binnen gelopen en staat nu voor mijn troon. "Ja, wat is er?" Vraag ik en kijk hem hoopvol aan, mischien heeft een van de medicijnmannen wel een behandeling ontdekt waardoor ik mijn wand kan gebruiken, je weet maar nooit. "Er staat een vrijwel jongedame voor de poort en verzoekt u te mogen spreken. Als ik het zo mag zeggen, heeft ze wat van u af..." Zegt hij op een mysterieuze toon. Ik frons even, sta op en loop dan naar de poort. Hij had gelijk, daar staat inderdaad een meisje die op mij lijkt. Ik schat haar op ongeveer dezelfde leeftijd als mij, dat ook nog eens.

"Bart-" "Het is chief Bart neem mij niet kwalijk." Kap ik haar af, haar gezicht blijft neutraal, net als die van mij. Ik kijk over mijn  schouder en sein naar de wachter dat hij ons twee alleen mag laten. Hij knikt even en loopt weg. Het meisje zucht even, "Je- uw..." verbeterd ze snel, en gaat dan verder. "Uw gezicht lijkt voor mij veel mooier voor de transformatie." Ik knipper een paar keer en kijk haar raar aan, "Wat is je naam?" Vraag ik haar. "Diana..." zegt ze, en daar schrik ik toch wel heel erg van.

Diana is ook de naam van mijn tweelingzus die op jonge leeftijd al werd opgepakt en naar een gekkeninstituud werd gebracht. Sinds die tijd heb ik haar nooit meer gezien, maar bij de Diana die ik nu voor mij heb twijfel ik enorm. Toen ze wegging waren we beiden slechts iets van acht jaar oud, je kan dan niet meer iemand zo goed herkennen als toen als er alweer zoveel jaren tussen zitten.

Daarom besluit ik maar om er gewoon nog niet voor te gaan, het kan ook gewoon puur toeval zijn. Er zijn dan ook maar gewoon veel mensen op de wereld, en ze zal het heus niet zijn. Ik weet echt nog wel hoe het eruit zag toen ze een vriend van mij zat te wurgen, hoor. Ze zag dingen anders of dingen die niet echt zijn. Ze was compleet de weg kwijt.

Ze kan niet terug zijn, dat kan niet.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

A/N:

Voor de mensen die dachten dat ik eigenlijk zou stoppen in dit boek: Nou... mischien eigenlijk toch ook weer niet. Ik geef dit boek nog een kans en ben het momenteel aan het herschrijven. In mijn laatste update heb ik gezegd dat ik dit boek te cliché en te cringy vond, dat vind ik nogsteeds. Maar nu heb ik dus een andere oplossing bedacht die wellicht beter in de smaak valt: Herschrijven! En als je dit boek sinds nu pas leest, zal ik je zeggen... welkom! Je hebt geluk dat dit boek nu waarschijnlijk veel beter wordt dan het eerst was!

She Came BackWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu