Hoofdstuk 1

750 24 6
                                    

TINEKE POV

Al starend keek ik uit het raam. Naar de bruine herfstblaadjes die van de bomen vielen, naar de vogels die wegtrokken uit ons land, naar de jongeren die de schoolpoort uitliepen met heel veel zin in hun herfstvakantie. Vandaag was een doodnormale patrouilledag met mijn vaste partner Koen. Koen was een geweldig iemand om mee samen te werken. We hadden beiden ook geen man of vrouw wat wel handig was, want de dagen dat we niet moesten werken, spraken we samen af. Na vijf jaar samenwerken waren we echt de beste vrienden geworden. "Tineke...", hoorde ik plo ts in combinatie met een hand die voor mij heen en weer zwaaide. Ik schrok weer wakker uit mijn gedachten. "Huh? Ja, wat?" sprak ik stotterend. "Niks. Ik denk dat je een beetje aan het dromen was", lachte hij. Ik glimlachte zachtjes terug. "Dat kan misschien wel eens kloppen, ja", antwoordde ik. "En over wat was je aan het dromen?" vroeg hij verder. "Nee nee, wacht laat mij maar raden", sprak hij nog voor ik iets kon zeggen. "Over één of ander tropisch eiland waar je op vakantie bent met een veel te zoete cocktail in je hand, dobberend in de zee en al starend naar een gespierde en gebruinde man waar je een oogje op hebt", sprak hij met zijn meest serieuze stem. Al lachend schudde ik mijn hoofd. "Nope, totaal niet." Bedenkelijk keek hij mij aan. "Dan was je sowieso over mij aan het dromen", sprak hij al lachend. Lachend liet ik mijn hoofd in mijn handen vallen. "Tuurlijk", sprak ik ironisch bedoelt. Hij lachte nog eens kort naar me en richtte zijn aandacht dan weer op de baan. "Heb jij plannen dit weekend?" vroeg hij. "Niet dat ik weet, waarom?" "Omdat we dit weekend niet moeten werken", lachte hij. "Is dat dit weekend?" vroeg ik verbaasd. Hij knikte en keek me aan met zo'n blik van hoe kan je dat nu vergeten. "Nee, ik heb geen plannen. Jij?" vroeg ik in de hoop dat hij er ook geen had en we konden afspreken. "Ik dacht vanavond naar een fuif te gaan, maar voor de rest heb ik niet echt plannen aangezien mijn vrienden toch het hele weekend moeten werken", beantwoordde hij mijn vraag. "Zin om vanavond mee te gaan?" vroeg hij. "Ik? Naar een fuif?" vroeg ik terwijl ik mezelf aanwees. Hij knikte. "Na-ah, dat dacht ik niet", grinnikte ik. Al lachend keek hij me aan, hij wist dat ik feestjes haatte, of toch feestjes waar heel veel mensen waren die ik niet kende. "Heb je dan zin om zaterdag en zondag af te spreken?" vroeg hij verder. "Zolang je me niet ontvoerd naar één of ander feestje is het goed", grinnikte ik. "Ik kan niets beloven", klonk zijn stem mysterieus. Al lachend schudde ik mijn hoofd. "Wat gaan we dan doen als ik je niet mee mag nemen naar feestjes?" "Euh, ik weet niet... We kunnen naar de film gaan?" vroeg ik, al hopend dat dit mijn kans was zo die nieuwe film van Johny Depp te kunnen zien. "Oké, op één voorwaarde", reageerde hij. "En dat is?" "Ik deel geen popcorn met jou. Ik ben de vorige keer nog niet vergeten hoor, jij had die hele bak leeggegeten nog voor de film begon", verklaarde hij zijn voorwaarde. "Je bedoelt zeker dat jij die hele bak hebt leeggegeten", verdedigde ik mezelf. "Ik? Pff, dat zou ik toch nooit doen", sprak hij, wetende dat dat het eerste is wat hij zou doen. Nog voor ik kon reageren, klonken de woorden "dispatch voor alfa 210". "Alfa 210 voor dispatch", reageerde ik op de dispatch terwijl ik de walkie nam. "We hebben een oproep gekregen van een buurvrouw die beweging heeft opgemerkt in het huis van haar buren waar normaal gezien geen mensen meer in wonen", klonk het uit de walkie. "Wij zullen daar een keer een kijkje gaan nemen. Over." Ik zette geen sirène op omdat die niet echt een gevaarlijke of dringende opdracht was, wat niet wou zeggen dat Koen de gaspedaal niet indrukte. Met volle vaart reden we naar het leegstaand huis. "Tineke...", hoorde ik iemand mijn naam zeggen net voordat ik de auto uit wou stappen. Ik stopte mijn beweging en keek over mijn schouder. Bezorgd zag ik Koen kijken. Al starend keken we elkaar even aan. "Voorzichtig zijn, he", knipoogde hij en keek me bezorgd aan. Ik knikte en lachte zachtjes. Hoe raar was dat. Zo bezorgd was hij nog nooit geweest en al helemaal niet bij zo'n interventies die zo goed als niks voorstelden. Achter elkaar en met ons pistool in onze handen stapten met een snelle pas richting het leegstaande huis. Het huis zag er maar eng uit. De verf was stilaan van de gevel aan het wegtrekken, er zaten scheuren in de gordijnen, de trapleuning was er af gevallen en er zaten bloedvlekken op de kussens die in de zetel lagen. Een rilling, waar ik niet te veel aandacht aan besteedde, ging over mijn lichaam. Ik volgde Koen verder het huis in. "Is hier iemand?" riep hij zo luid mogelijk. Achter elkaar liepen we de trap, die een krakend geluid maakte, op. De trap eindigde in een gang met twee deuren. Eentje voor de slaapkamer en de andere voor de badkamer, gokte ik. Tegen de muur hingen lakens op, die met spijkers vast gemaakt waren. En op de grond lagen broeken en truien die alles behalve fris roken. Een valsklinkend kraakachtig geluid kwam uit de slaapkamer. Over zijn schouder keek Koen me bezorgd aan en checkte of ik oké was. Ik glimlachte en knikte als teken dat hij de deur, waarachter het geluid zich afspeelde, open mocht duwen. Tegelijk zetten we een trage stap richting de deur, met mijn hand op Koen's schouder. Mijn trillende hand. Ik was niet echt bang, maar zo'n betrappingen op heterdaad waren toch best spannend. Met de nodige adrenaline die door mijn lijf gierde, keek ik aandacht toe op hoe Koen de deur zou openslaan met zijn voet. Een luide bonk weergalmde door het huis. De deur was open. Voorzichtig stapte we de kamer binnen. De slaapkamer. Het was een lege en kille kamer. Buiten een bed en zwarte gordijnen met wat gaten in, stond er niks in de kamer. Zachtjes loste ik mijn hand van Koen's schouder. Hadden we dat geluid ons dan echt ingebeeld? Blijkbaar. Net op het moment dat we ons wouden omdraaien en de slaapkamer uit wouden stappen, klonk er een luide knal achter onze rug. Vlug draaiden we ons om en stonden oog in oog met een man. Hij had een zwarte jogginsbroek aan, een zwarte hoodie met een wit shirt onder en zwarte schoenen. Zijn gezicht was ongeschoren en zijn haarlokken waren lang en grijs. Een rilling liep over mijn lichaam bij het zien van de man. Vlug nam Koen zijn pistool vast en richtte het op de man. Achteraf gezien was dit een domme actie, aangezien de man zijn pistool uit zijn trui nam en het op mij richtte. "Doe dat pistool weg vanbij mijn collega", riep Koen kwaad. De man schudde zijn hoofd. "Als jij je pistool weg doet en niet achter me aan komt zal ik je collega laten gaan, anders kan het wel eens slecht met haar aflopen", reageerde de man terwijl hij één van zijn vettige haarlokken achter zijn oor wegstak. "Ik red me wel, laat hem niet gaan", sprak ik zacht tegen Koen. "Haal dat wapen weg van bij mijn collega, of het gaat slecht aflopen met jou", riep Koen weer naar de man. "Je hebt het zelf gewild", sprak de oude grijsharige man en hij schoot. Een kogel kwam in mijn richting en raakte hij in mijn been. Meteen zakte ik in elkaar en zag nog net hoe Koen bij mij neerknielde en de oude man het huis uitstormde.

Ik kies jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu