『29』 Schoothondje en Babysitters.
Toen hij maar niet terugkwam begon ik de spullen op te ruimen die hij op de grond had gegooid. Het was merendeel papierwerk en ik was nogal nieuwsgierig naar wat erop stond. Het jammere eraan was, ik kon het niet lezen. Er lagen wel een aantal contracten van nieuwe vrijwilligers maar dat waren de enige papieren die in de Nederlandse taal stonden.
Ik maakte er dus maar verschillende stapels van en legde dat terug op zijn bureau. Hij moest het zelf maar op de juiste volgorde leggen. Het tafeltje wat hij kapot had getrapt raapte ik bij elkaar en legde dat in een hoekje neer. Die was niet meer te repareren. Daarna wilde ik zijn bed weer gewoon neerzetten maar mijn schouder begon weer pijnlijk te kloppen dus liet ik het maar. Uiteindelijk ging ik weer op mijn bedje liggen want meer was er niet te doen. Na een tijdje vielen mijn ogen langzaam dicht.
Ik was nog niet helemaal weg toen ik voelde dat iemand een deken over me heen legde, ik hoorde daarna ook wat kraken. Een heerlijke geur kwam mijn neus binnen waardoor mijn ogen open vlogen. Ik keek opzij en zag Maeron achter zijn bureau zitten. Hij keek op en zag mij kijken.
'Je bent wakker' zei hij alleen maar. Voor hem stond een bord met eten en mijn maag begon te knorren. 'Eten' zei ik zachtjes. 'Ik dacht dat je wel wat wilde eten want je bent twee dagen buiten bewustzijn geweest'. 'Twee dagen?' zei ik geschrokken en ik kwam langzaam overeind. Ik wilde opstaan maar hij stond al snel op en pakte het bordje van zijn bureau.
'Blijf zitten, je bent nog gewond' zei hij rustig. Hij kwam naar me toe gelopen en gaf het bordje, met van alles en nog wat erop, aan mij. 'Dank je' zei ik zachtjes. Ik begon gelijk aan de worstjes die erop lagen want ze zagen er overheerlijk uit. Maeron was tegen zijn bureau aan gaan staan en hield mij in de gaten. Ik voelde dat mijn wangen lichtelijk begonnen te gloeien.
'Moet je zo naar me blijven kijken?' vroeg ik hem terwijl ik verder at. Ik keek hem niet aan want als ik dat zou doen zouden mijn wangen zeker rood worden, als ze dat nog niet waren. 'Vertel wat er is gebeurd' zei hij direct. Hmm.. kan er geen, hoe gaat het met je, vanaf? 'Mag ik eerst mijn bord leeg eten voordat ik daaraan begin?' en ik at wat brood met kaas. Het was een nogal vreemde combinatie wat ik op mijn bord had liggen maar dat kon mij niet schelen. Op dit moment kon ik alles wel eten, zo'n trek had ik.
Ineens werd het bord uit mijn handen getrokken en zette hij het neer op zijn bureau. Ik keek hem boos aan en sloeg mijn armen over elkaar. Ik kreunde zachtjes want die beweging was een beetje pijnlijk voor mijn schouder. 'Gaat alles goed?' vroeg hij gelijk. Ik kantelde mijn hoofd terwijl ik hem aankeek. 'En nu pas vraag je hoe het met me gaat?' ik schudde even met mijn hoofd in ongeloof.
'We liepen gewoon verder het bos in toen we geluid hoorde' begon ik. 'Iedereen trok zijn wapens en daar waren ze ineens. Uit het niets. Achter bomen vandaan, achter struiken. Daar waar het donkerder was hielden ze zich schuil en vielen ze ons vervolgens aan. Wij waren in de minderheid. Wij mensen zijn goed met zwaard en boog en andere wapens maar komen daarmee niet bij jullie in de buurt. Het werd al gauw duidelijk voor mij, ik denk voor meerderen wel, dat we dit zouden gaan verliezen. Ik snapte ook totaal niet wat ze daar te zoeken hadden. Ze hoorden daar niet eens te zijn! We moesten gaan verkennen! Niet gaan vechten'.
'Zachter graag anders horen ze je hierbuiten' zei hij snel. 'Sorry' mompelde ik en ging vervolgens verder. 'Uiteindelijk kwam Roy naar me toe en zei hij dat ik me moest schuilen in een boom. Ik zag toen al dat we één voor één neergingen. Eerst wilde ik niet omdat we iedereen nodig hadden maar ineens was hij er niet meer' ik viel weer even stil. Weer zag ik hoe Roy gedood werd. 'Hij was mijn vriend' fluisterde ik. 'Waarom gaat iedereen rondom mij dood' en ik voelde tranen over mijn wangen rollen.
Eerst pap, toen mam en Dorien. Nu Roy en de rest van de groep. Ik raakte alleen maar gewond. Waarom ben ik niet degene die dood gaat. Waarom ben ik niet met mijn groep ten onder gegaan. Misschien had ik nog iemand mee terug kunnen nemen. Misschien hadden we het kunnen redden. En één iemand extra had misschien ook het verschil kunnen maken.
JE LEEST
Poorten [Netties2016]
Fantasy'Mensen zijn zo zwak' hoorde ik hem daarna zeggen. Ik liet mijn mond open vallen, wat een eikel! 'Dat je het even weet meneer egocentrisch' hoorde ik mijn oud klasgenoot zeggen. 'Ik tel hier tot tien om kalm te blijven, deed ik dat niet dan had ik m...