EDWARD

20 2 3
                                    

POV Edward :

Dagen vlogen voorbij, ik ging met Lenny op vakantie, ik ging aan het werk, ik wou docter worden, ik wist het nu zekker. 

Ik was aangenomen bij een goede universiteit, toen ze erachter kwamen dat ik de Edward Klein was ging het allemaal snel.

Lenny was er altijd en ik begon echt van haar te houden. Niet in de liefde speciaal, maar zonder haar was ik niks.

Ik dacht er elke dag over na om haar ten huwlijk te vragen. Amber bleef de eerste maanden in mijn hoofd en na een paar maanden begon ze alleen maar een slechte heringering te worden.

Lenny pakte mijn hand vast. Ik trok haar naar me toe en kusste haar zachtjes. 

''Ga je mee ?'' Ik glimlachte en samen liepen we Lenny's appartement. Ik liet Lenny als eerste de lift instappen en liep achter haar aan.

Het was stil. Een oude man stapte de lift in en kwam recht tegenover mij staan.

Ik hoorde het geluid van gesmak, kauwgom. Als ik ergens een hekkel aan had, was dat het wel.

''Wat een mooi jong stelletje'' Zei het oudje zachtjes.

Lenny begon te stralen. 

''Hoe lang al?'' Vroeg hij geinteresseerd. 

''Een jaar.'' antowoorde ik. De oude man keek me nu goed aan en zijn gezicht keek verbaasd.

'' De zoon van Rudolf, Edward!'' fluisterde hij. 

Ik keek hem vragend aan. Hij riep het nu. ''Jij bent de zoon van Rudolf!'' Zei  hij. Ik knikte en keek hem nu aan. Een vreemd gevoel overviel me.

Hij leek op iemand. Ik voelde me vervelend. Wie was die man en waarom vroeg hij dit. Zijn blik werd nu ijzig, en hij keek me woedend aan.

''Kijk maar uit jonge dame, hij houd er wel van om mooie jonge meisjes pijn te doen.'' Hij keek van Lenny naar mij.

''Waar bemoeit u zich mee.'' Zei ik nu ligt boos.

'' Dat weet je best jongeman.'' 

''Ik weet niet waar u het overheeft. ''

''Ohnee? Je hebt misschien teveel hartjes gebroken daarvoor. Maar geen zorgen, op een dag ben je alleen.''

Ik voelde woede opkomen en ik verstijfde. Lenny hield me tegen maar ik kwam dichtbij de oude man. Die ogen, ijzergrijze ogen.

''Rotjoch! Je hebt haar leven verpest.'' Hij werd nu ook woedend en ik zag dat hij snel begon te ademen.

''Wie bent u wel om zo tegen mij te praten!''

Hij keek me aan. Zijn ogen gingen van Lenny naar mij.

''De vader van Amber.'' 

Ik wil je nog eens zien.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu