16. Naar huis

1.2K 42 1
                                    

Opgewekt rekt ik me uit, en sta op. Een nieuwe dag! Tijd om eindelijk die vervelende ouders van mij te verwijderen. Fluitend pak ik mijn spullen bijeen, en doe mijn niet bebloedde kleren aan. Dan ben ik in ieder geval niet zo heel verdacht. Nu heb ik nog maar een probleem. Ik heb echt werkelijk geen idee waar ik ben, en hoe ik bij mijn ouders kan komen. Ik zucht, terwijl ik met mijn nagel een stukje vlees tussen mijn tanden uit probeer te halen. Eerst dit bos uit, en dan zien we wel weer. Ik doe mijn rugzak om, en huppel vrolijk zingend het bos uit. Na een paar minuutjes huppelen kom ik aan bij de snelweg.

"Dit lijkt wel..."

Ik staar naar de overkant van de snelweg. Vaag herrinner ik me een stuk bos. Ik kan het bijna niet herkennen, want alles is verbrand, en ligt bedolven onder een dikke laag as. Mijn ogen worden groot als ik me realiseer waar ik ben.

"Demon! Ik moet hier weg..."

Vluchtig kijk ik om me heen, argwanend een oogje houdend op de overkant. Als Demon er nog is, en hij ziet me...

Het geluid van piepende remmen laat me opschrikken uit mijn gedachten. Ik spring achteruit en kijk bedachtzaam naar de auto die nu voor me staat. Achter het stuu zit een vriendelijk lachende man.

"Een lift nodig?"

Ik lach vrolijk terug.

"Ja dat zou best handig zijn!"

De man steekt zijn hand uit en houdt de deur voor mij open. Ik stap naar voren en grijp zijn hand.

"Maar wie zegt dat ik jou daarvoor nodig heb?"

Mijn glimlach verdwijnt van mijn gezicht als ik mijn grip verstrak, en met een vloeiende beweging de man uit de auto smijt. Verbaasd kijkt de man mij aan, en knalt meteen daarna tegen een boom aan. Terwijl hij bewusteloos op de vloer ligt, ga ik op de bestuurderstoel zitten en geef gas. Mijn ogen glinsteren van plezier, en mijn glimlach komt terug.

"Op naar huis!"

Even later rijd ik weer een bekende omgeving in. In de verte zie ik het dorp waar ik woon. Of woonde. Hopelijk zijn vader en moeder niet verhuisd... Ik stop de auto en stap uit. Laat ik maar gewoon het dorp inlopen, want een minderjarige in een auto trekt teveel aandacht. Ik wordt vrolijk als ik mijn vertrouwde buurt inloop, maar voel me ergens toch nog schuldig. De oude Angel zit nog ergens diep in me... En daar moet ze blijven. De oude Angel komt niet meer. Ik voel in mijn rugzak en haal mijn huis en fietssleutels tevoorschijn. Vader en moeder hebben er vast niet aan gedacht om het slot te vervangen... Ik loop de hoek om en zie mijn huis staan. Mijn ogen glijden even naar de overkant, naar huize King. Het is daar een grote ravage. Wat een chaos. Heb ik dat veroorzaakt? Giechelend steek ik mijn sleutel in het sleutelgat. Tot mijn grote vreugde gaat de deur gewoon open. Ik stap naar binnen met een big smile, en roep:

"Ik ben thuis!"

geen reactie. Zijn ze wel thuis? Ik loop de huiskamer in, en mijn ogen worden groot.

Dan verschijnt er een glimlach op mijn gezicht.

"Nou dit is nog eens een aangename verassing!"

AngelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu