Hoofdstuk 27

331 16 4
                                    

Twee weken later mag Fenna eindelijk naar huis. Eigenlijk sinds de operatie aan haar been voorbij was, heeft ze Nina en Isabel vrijwel constant gesmeekt om weg te mogen. Er hoefde volgens haar niks meer te gebeuren, genezen kon thuis ook wel. De artsen dachten daar helaas iets anders over. Zij vonden Fenna nog te zwak om naar huis te gaan. Pas de laatste dagen werd Fenna's wens om naar huis te gaan als een serieus plan overwogen. Nina en Isabel hebben haar constant in de gaten gehouden, veel gesprekken met haar én Evert gevoerd en zelfs met Peter – de therapeut – overlegd. Gisteren namen ze dan eindelijk het besluit dat Fenna vandaag naar huis mag.

Evert kijkt naar Fenna, die naast hem in de auto zit en strak door het zijraam kijkt. Ze was dolgelukkig dat ze eindelijk weg mocht, maar nu lijkt ze vooral heel erg gespannen. Daarnaast kostte het haar een stuk meer moeite dan ze verwacht had om vanuit haar ziekenhuiskamertje in de auto te komen. Door haar gegipste been kan ze niet lopen, en door haar gegipste arm zijn krukken niet eens een optie. Ze moest – tot grote ergernis – in een rolstoel zitten, maar in en uit de rolstoel komen bleek al lastig genoeg. Evert legt even zijn hand op haar knie. "Hé, gaat het nog?" Vraagt hij zacht. Ze draait haar hoofd naar hem toe en tovert een glimlachje op haar witte gezicht. "Prima." Mompelt ze.

Een kwartiertje later ligt Fenna op de bank in Everts woonkamer, en vecht ze om haar ogen open te houden. Evert is voor haar geknield, en kijkt haar bezorgd aan. Haar gezicht is lijkbleek en haar ogen schieten door de kamer, maar hij kan niet goed inschatten wat er met haar aan de hand is. "Fen? Heb jij pijn? Moet ik je medicatie pakken?" Ze schudt haar hoofd. Hij bijt op zijn lip. "Liefje... Wat is er?" Ze schudt haar hoofd. "Niks, alleen... Zo moe." Mompelt ze. "Maar ik wil niet slapen." Voegt ze eraan toe voor hij iets kan zeggen. Hij fronst. "Fen... Doe nou niet zo eigenwijs. Ga even slapen." Hij zucht. "Ik kan je ook naar boven helpen, als je dat liever hebt?" Met bezorgde blauwe ogen kijkt hij haar aan. Ze schudt haar hoofd. "Nee." Protesteert ze zwakjes. Evert ziet in dat er geen gesprek met haar mogelijk is op deze manier, maar hij ziet ook dat ze uitgeput is. "Schuif eens op." Mompelt hij. Ze gehoorzaamt langzaam. Hij geeft een snelle kus op haar voorhoofd, en gaat dan naast haar liggen. "Ik heb je vast nu," fluistert hij, terwijl hij zijn arm om haar middel legt, "ga maar slapen, ik blijf hier liggen tot je weer wakker wordt."

Evert gaat langzaam met zijn vingers door Fenna's haren, hij weet dat ze daar rustig van wordt. Ze protesteert nog, maar zo zwak dat Evert haar niet serieus neemt. Hij houdt haar vast, en wacht dan tot hij haar ademhaling voelt vertragen en haar lijf voelt verslappen. Nog geen drie minuten later is hij er zeker van dat ze diep in slaap is. Hij vermoedt dat ze het niet zou merken als hij nu op zou staan, maar hij heeft haar beloofd dat hij blijft liggen tot ze wakker wordt, en dan doet hij dat ook. Hij weet dat ze de afgelopen nachten slecht heeft geslapen. Zelf heeft ze het hem niet verteld, ze zei telkens weer dat ze prima had geslapen, maar Isabel had hem ingelicht over de nachtmerries. Niet meer zo heftig als die ene keer, maar toch wel schreeuwend en huilend wakker worden. Nu lijkt ze rustig te zijn, al weet Evert dat dat snel om kan slaan.

In het uur dat volgt blijft Fenna rustig slapen. Evert kijkt naar haar, terwijl hij probeert te bedenken wat er allemaal aan de hand was voor ze in slaap viel. Ze was uitgeput, echt helemaal op, dat weet hij, maar dat was niet het enige. Het zou pijn kunnen zijn, maar hij vond het meer op spanning lijken, of misschien zelfs wel angst. En dat snapt hij niet. Ze hebben de man die haar gevangen hield gepakt, hij zit vast in een cel, daar is Evert honderd procent zeker van. Fenna hoeft niet meer bang te zijn, en dat weet ze. Evert weet niet goed wat er speelt, hij weet niet wat er in zijn hoofd omgaat, omdat ze nog steeds niet wil praten. Hij geeft een hele zachte, tedere kus op haar voorhoofd, en kijkt naar de rust die op haar gezicht is ontstaan in haar slaap. Ze is anderhalf jaar lang weggeweest, vastgehouden ergens in een oude boerderij, en er zijn vreselijke dingen met haar gebeurd. Evert weet dat het tijd gaat kosten voor ze dat verwerkt heeft, maar op dit moment lijkt het wel alsof ze het wil negeren in plaats van verwerken. Er zal echter een moment komen dat dat verandert, er komt een moment dat ze zal breken, en dan zal hij er zijn. Als zij er klaar voor is, zal hij doen wat hij kan om haar te helpen.

-------

(beetje) laat, sorry! Maarr ik heb tentamen vrijdag en stresssss, dus had pas net eventjes tijd om te schrijven, en wilde vandaag nog wel graag uploaden, dus dan maar wat later ;)

Een Nieuw BeginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu