Hoofdstuk 8: De laatste voorbereidingen

238 22 3
                                    

"Wat voor geheim?" Vraagt iemand, iemand waarvan hij wel één van de laatste personen was van wie ik zou willen dat hij van deze missie af zou weten: Ragftar. Diana en Felice stappen opzij terwijl Ragftar op mij af komt lopen. Diana knijpt haar neus dicht, en ik snap dat heel goed, want hij stinkt enorm.

Doordat ik meer bezig ben om mijn neus af te sluiten zonder hem aan te raken, merk ik haast niet dat Ragftar nu voor mij staat. "Nou?!" Roept hij recht in mijn gezicht. Ik schrik en kijk hem aan. Ik moet nu snel iets verzinnen. Ik wil namelijk niet dat hij van onze geheime missie af weet. "Wij... waren van plan om... ehm... naar Jenava te gaan! Daar zou iets moeten liggen wat de wand versterkt! We gaand dat halen!" Lieg ik en Ragftar blijft even stil.

"Ik hoop het voor je, want als ik erachter kom dat je weg was voor een andere reden, dan ben ik nog lang niet klaar met jou! Ik ben stiekem eigenlijk helemaal klaar met jou! Ik moest alles regelen terwijl jij toen lekker in je ziekenhuisbedje lag te slapen en niks te doen! En dan ook weer wat meisjes versieren als je daar toch maar gelijk ook bent!" Schreeuwt hij kwaad en wijst naar Diana en Felice.

"Houd hun erbuiten! Zij hebben niks misdaan!" Roep ik terug. Ragftar geeft mij een klap in mijn gezicht als antwoord en ik deins achteruit. "Het is je eigen schuld dat ik ze er niet buiten laat! Had je maar een betere chief moeten zijn! Aan het werk!" Schreeuwt hij en stormt dan woedend de troonzaal uit.

Ik slik en wrijf over mijn wang. Dat deed best pijn. Diana en Felice komen naar mij toe lopen. "Gaat het?" Vraagt Felice en ik frons. "Ja, maar hij heeft gelijk, ga nou maar gewoon aan de slag, we hebben nog veel te doen." Zeg ik, met een klank die chagrijniger klonk dan dat de bedoeling was. Niet dat het me echt uitmaakt op dit moment. Ik draai me om en loop weg. "Ik moet nog wat zaken regelen-"

Diana staat opeens voor mij. "Wat voor zaken?" Ik duw haar aan de kant en loop verder. "Gewoon. Zaken. Zaken die jou niks aan gaan, dus ga nou maar." Zeg ik en loop naar mijn kamer.

Eenmaal op mijn kamer kom ik Jaap tegen, die op mijn bed ligt te slapen. "Had ik maar zo'n simpel leven als die van jou." Mompel ik en neem plaats aan mijn bureau. Daar spreid ik de kaart open en plan de route die we moeten nemen om alle ingrediënten te kunnen krijgen en die ook het snelste is. Dat is nog best een lastig klusje, want er zijn veel ingrediënten nodig om mijn medicijn te kunnen maken. Rot allergie ook, anders was al deze onzin nooit nodig geweest. Ook moet ik nog een manier verzinnen om Ragftar om de tuin te leiden, een hoop werk dus.

Na een paar uur op mijn kamer te hebben gezeten klopt er iemand aan op mijn deur. "Binnen..." Mompel ik terwijl ik over de kaart heen lig. Zo'n hele reis uitstippelen door vijandelijke Kingdoms heen is nog moeilijker dan je zou denken. Hoe dan ook, Felice komt binnenwandelen. "Het avondeten is klaar, kom je zo naar de eetkamer?" Vraagt ze. Ik knik en sta op en rek mij uit. "Ik kom er zo aan, ga maar alvast." Zeg ik terug. Ze knikt en glimlacht voordat ze weggaat.

Ik pak Jaap op en loop naar de eetkamer, waar Diana, Felice en Maan al klaar zitten om te beginnen met eten. "Bart, geen dieren tijdens het eten!" Snauwt Felice en ik kijk haar nors aan. "Ja maar wat doet Maan hier dan?" Snauw ik en wijs naar hem. "Wat heb ik hier nou weer mij te maken?!" Roept hij beledigt terug.

Ik lach en ga zitten aan het hoofd van de tafel. "Eet smakelijk!" Zeg ik en begin te eten, met Jaap op mijn schoot.

She Came BackWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu