Hoofdstuk 39

262 21 2
                                    

Evert laat Fenna huilen. Hij zegt niks, hij houdt haar alleen maar heel stevig vast. Hij heeft vele vragen voor haar, hij zou willen weten waarom ze ineens zo overstuur is. Maar dat komt later wel, eerst moet ze kalmeren. Het lijkt eindeloos te duren voor ze zachter begint te huilen en uiteindelijk helemaal stopt. Haar ademhaling blijft echter gejaagd en onregelmatig, en er rollen nog wel wat tranen over haar wangen. Hij drukt een zachte kus op haar hoofd. Ze ontspant haar verkrampte spieren iets, en laat zich achterover leunen, tegen Everts borst aan. Hij wrijft zacht over haar arm. "Gaat het weer een beetje, liefje?" Vraagt hij zacht. Fenna knijpt haar ogen dicht, en schudt langzaam haar hoofd.

Even is Evert sprakeloos. Fenna die toegeeft dat het niet gaat, dat komt niet zo vaak voor. Hij moet toegeven dat ze er ook wel heel slecht uitziet. Haar gezicht is erg bleek, en de zwarte sporen van haar mascara tekenen daar scherp op af. Ze hangt slapjes tegen hem aan, met nog steeds een iets verhoogde ademhaling. Evert drukt een zachte kus in haar haren. "Kan je staan, Fenna? Dan neem ik je mee naar huis." Ze haalt haar schouders op. Hij aarzelt even, maar legt dan zijn arm om haar middel, en tilt haar heel langzaam van de vloer af. Ze wankelt eventjes, maar blijft staan. Evert geeft een snelle kus op haar wang. Hij pakt haar kruk van de vloer af, maar houdt hem zelf vast. Hij legt zijn arm weer om haar middel, op die manier kan hij veel meer steun bieden tijdens het lopen dan de kruk kan.

Het blonde duo zwijgt tot ze de gang van Everts huis binnenlopen, Evert met zijn arm om Fenna's middel. Ze heeft nog steeds geen woord gezegd, en staart met grote, lege ogen voor zich uit. Hij kijkt naar haar. "Wil je slapen, Fen?" Hij weet niet wat er in haar hoofd omgaat, maar hij hoopt dat het helpt als ze even helemaal tot rust komt. Ze haalt haar schouders op, terwijl er opnieuw tranen over haar wangen lopen. Evert kijkt haar bezorgd aan. "Liefje..." Hij omhelst haar voorzichtig. Ze laat het gebeuren, ze leunt tegen hem aan en laat de tranen lopen. "Sorry," mompelt ze met schorre stem, "ik... jij... je wil weten... ik kan niet... maar... sorry, ik moet..." Er komen slechts woorden, en hele kleine stukjes van zinnen uit, maar Evert snapt het. "Stil maar, Fen," hij haalt zijn hand door haar haren, "je hoeft niet te praten... Eerst maar slapen, praten komt daarna wel... Of niet, wat jij wil." Stelt hij haar met zachte stem gerust.

Nog geen vijf minuten later ligt Fenna in bed. Ze voelt zich zo slap en zo zwak dat ze het niet eens voor elkaar kreeg om haar broek en bloesje uit te krijgen. Evert heeft haar moeten helpen, iets wat ze in normale omstandigheden vreselijk had gevonden, maar waar ze nu eigenlijk niks bij voelde. Haar hoofd zit nog te veel in de nasleep van haar verdriet. Ze gaat liggen en laat haar hoofd op het kussen zakken. Evert dekt haar toe, en gaat even op de rand van haar bed zitten. Hij wrijft met zijn duim over haar wang, ze vindt het een fijn gevoel, maar kan het even niet zeggen. Ze probeert naar hem te glimlachen, maar het lukt niet. Hij leunt naar haar toe en geeft en zachte kus op haar wang. "Ga maar slapen, liefje. Ik zal je even met rust laten, ik ben beneden als je me nodig hebt." Zijn blauwe ogen staan bezorgd, ze zou hem wel gerust willen stellen, maar ze kan het even niet. Het enige wat ze voor elkaar kan krijgen is een klein knikje, waarna hij opstaat en de kamer verlaat.

Heel even ligt Fenna met open ogen door de kamer te staren. Net, in de voorraadkast, was ze ineens weer terug bij hem, terug in al die momenten waarop ze dingen moet doen die ze niet wilde. Nu flitsen de beelden weer door haar hoofd, maar het doet niks met haar. Ze is zo uitgeput, zo leeg, ze is niet meer in staat is om te voelen. Heel even schiet het nog door haar hoofd dat ze niet wil slapen, dat ze misschien wel in een nachtmerrie terecht gaat komen. Maar ze is op, ze kan niet meer. Ze heeft slaap nodig en zakt daardoor al heel snel weg in een diepe, donkere leegte.

Beneden heeft Evert zich op de bank laten zakken. Hij weet niet precies wat er net allemaal is gebeurd, waarom Fenna zo vreselijk overstuur was, maar hij weet wel dat het veel indruk op hem heeft gemaakt. Hij hoopt dat ze nu echt even goed kan slapen, en dat hij straks met haar kan praten over het verdriet dat hij heeft gezien. Want dit was nog onverwerkt, daar is hij zeker van. Dit is iets wat ze nog aan niemand heeft verteld, en wat zeker wel besproken moet worden.

Een Nieuw BeginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu