Anorexia, ik?

196 5 0
                                    

Yes, weer een kilo eraf! Eindelijk heb ik mijn tweede streefgewicht bereikt, op het randje van ondergewicht.
‘Noa dit kan zo niet meer. Ik ga je doorverwijzen naar een kinderarts. Wij zijn geen artsen, dus ik ga je nu niet meer wegen. En ik kan geen controles doen,’ zucht Lairi. Lairi is mijn tijdelijke behandelaar, totdat er een vaste psycholoog tijd heeft.
‘Maar het valt reuze mee,’ sputter ik tegen. ‘Dat is echt niet nodig.’
‘Dat zegt iedereen met anorexia, maar het is nooit genoeg voor je eetstoornis. Ik kan deze verantwoordelijkheid niet meer dragen, ik ben geen arts.’

En dus hebben we twee dagen later een afspraak bij een kinderarts. Ik ben bloednerveus, het valt allemaal wel mee en ik heb toch niet veel ondergewicht. Ik ben ten slotte nog steeds moddervet.
Na een tijdje komt er een kleine vrouw met een witte doktersjas de wachtkamer inlopen.
‘Noa?’ zegt ze vragend.
We staan op, geven haar een hand en lopen achter haar aan. Ze loopt even snel als alle andere artsen.
‘Hallo Noa, ik ben Anna. Hoe gaat het?’ vraagt ze als we eenmaal zitten.
Ik haal mijn schouders op. ‘Het gaat wel.’
Ze stelt een flink aantal vragen, en kijkt me daarna aan.
‘Ik weet dat je dit niet leuk vindt, maar ik ga je nu wegen. Daarna ga ik wat controles doen.’
Ik slik, kleed me uit tot op mijn ondergoed en loop naar de weegschaal. Net zo’n weegschaal voor vee, er zit een lange paal aan vast waar je op de bovenkant je gewicht kunt zien.
‘Stap er maar op,’ zegt ze zacht.
Ik stap erop, en het gewicht loopt langzaam op. Wat een rotding, spring gewoon meteen op het juiste gewicht! Dit is ongelofelijk slecht voor mijn spanning.
Ah, toch niet. Afgevallen.
Goed zo, weer een kilo eraf. Nog één kilo te gaan voor je derde streefgewicht. Dan is het nog niet goed natuurlijk, maar het is ten minste beter dan waarmee je begon.
Ze noteert het gewicht, en vraagt me om op een bed te gaan liggen.
Zo zie je al je vet! Je bent zo dik, wat moet ze wel niet van je denken?
Ze trommelt op mijn buik, neemt mijn temperatuur op, meet mijn bloeddruk, luistert naar mijn hart en longen en doet nog wat andere testjes.
Daarna meet ze me op: één meter 77.
We gaan weer zitten, en ze typt wat dingen in mijn dossier.
‘Zo. Het meeste is nog wel oké, maar je hebt wel een lage bloeddruk. En je gewicht is natuurlijk te laag. Je hebt anorexia nervosa, Noa,’ zegt ze.
Ik moet een lach onderdrukken. Ik, anorexia? Dat nooit. Dan moet je minstens tien kilo minder wegen dan ik.
Het kan gewoon niet! Dat zijn mensen waarvan al hun botten uitsteken, die niks eten en die een veel lager BMI hebben dan ik. Toch?
Ja, zeker, jij moet afvallen.
‘We gaan een eetlijst voor je maken, ik wil dat je je daaraan gaat houden. Ik weet dat je het moeilijk hebt, dus ik ga nu nog niet van je vragen om aan te komen. Dat komt later wel,’ vervolgt ze.
De moed zakt in mijn schoenen. Ik snap het niet, waarom moet ik in godsnaam aankomen? Dat is gewoon onzin, het valt hartstikke mee. Ik hoef niet aan te komen, en dat is ook wel het laatste dat ik verwacht had. Het was echt, echt niet in me opgekomen. Zelfs niet als ik heel gezond nadacht.
‘Ik wil niet aankomen,’ zeg ik. ‘Dat is niet nodig. Ik heb overal vet.’
Ze knikt. ‘Dat weet ik, maar dat zal toch moeten over een tijdje. Niet veel mensen met anorexia willen aankomen. En jij ziet vet, maar de rest van de wereld ziet botten. Maar eerst wil ik je energie-inname wat verhogen, aangezien je veel te weinig eet.’
We maken een eetlijst, waarvan ik toch al weet dat ik hem niet ga volgen. Ik moet en zal meer afvallen, ik ga dun worden.

Een kijkje in mijn wereldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu