Hoofdstuk 2

152 8 2
                                    

"Zorg goed voor je broertje, Mel. Ook al wordt hij niet in Ravenklauw geplaatst,' zei Daphne Anderson tegen haar oudste kind die bezig was met het eten van haar ontbijt bij het aanrecht.

"Ik weet het niet hoor, Mam. Ik kan niet gezien worden met Carter als hij in Griffoendor beland."

Daphne plaatste haar handen op haar heupen. "En waarom niet?"

"Het is niets persoonlijks. Gewoon business."

"Bedoel je Zwerkbal?" zei Daphne.

"Precies. Business,' grijnsde Melanie.

Terwijl haar moeder haar hoofd schudde, kwam Carter de keuken binnen om nog wat te eten voor dat ze naar King's Cross Station gingen om de Zweinsteinexpres in te stappen. Hij wilde de cornflakes pakken maar zijn oudere zus hield het omhoog zodat hij het net niet kon pakken.

"Hé, stop met spelen, Mel. Geef het aan me."

"Wat is magische woord?" Lachte ze.

"Nu!" commandeerde Carter.

"Oooh bijna, maar het spijt me. Dat antwoord was fout. Volgende keer beter. Bedankt voor het spelen!"

"Mel, ik zweer het je als je het nu niet geeft!" De jongen sprong en pakte de doos af van haar.

Melanie gleed van het aanrecht nadat ze haar kom met cornflakes op had gegeten. Ze maakte de kom en lepel schoon en liep naar haar broertje.

"Doe er niet te lang over, we moeten zo gaan. Heb je alles gepakt wat nodig is?"

"Ja, Mam," zei Carter terwijl hij een gezicht maakte naar haar.

"Wees stil en eet je cornflakes,' zei ze toen ze hem een klap op de achterkant van zijn hoofd gaf. Hij probeerde haar te slaan op haar hoofd, maar miste haar op één haar na.

"Je hoort hier het voorbeeld te zijn," zei Daphne tegen Melanie toen ze naar haar kamer ging om de laatste dingen te pakken.

"Ik kan me niet herinneren dat ik daar voor getekend heb, Mam," zei Melanie toen haar moeder haar achterna liep naar haar slaapkamer.

"Het is je geboorterecht als eerstgeborene," mijmerde Daphne.

"Eerstgeborene recht, hè? Krijg ik daar een kroon bij?"

"Wat dacht je van een high five?"

"Deal."

Daphne gaf haar dochter een high five en ging zitten op Melanies bed.

"Je zult op hem letten, toch? Mel?"

"Nee, Mam. Ik dacht eraan om hem naar het Verboden Bos te leiden als we daar eenmaal zijn," antwoorde Melanie. Haar moeder keek misselijk naar haar dochter, waardoor Melanie moest lachen.

"Relax Mam. Dat was een grapje. Je weet toch dat ik goed op wittle Carter farter pas."

"NOEM ME NIET ZO!" Carter zijn stem galmde door het huis.

"Ik noem je zoals ik wil. Ik ben eerstgeborene!"

"Wie zegt dat?"

Daphne deed haar hand voor haar hoofd, terwijl Melanie grinnikte.

"Yeah. Hij komt niet in Ravenklauw."

"Wees aardig,' zei Daphne proberend haar lach in te houden.

"Ik ben nu aardig. Je zou me horen als ik boos probeer te zijn."

De heldere ochtendlucht groette de twee Anderson kinderen op één september toen ze wouden vertrekken van huis. Hun moeder wilde de twee graag uitzwaaien, maar had ze een opkomende dienst waardoor ze de verantwoordelijkheid aan Melanie moest overlaten, zodat ze op tijd kwamen. Gelukkig was het treinstation voor de twee niet ver van hun huis, waardoor ze nog een beetje tijd konden doorbrengen met hun moeder voordat ze gingen vertrekken.

Toen ze eindelijk weg moesten, gaf Daphne ze allebei een kus op het voorhoofd en wenste zij ze een goed jaar. Daarna leidde Melanie de weg naar het treinstation terwijl de twee hun koffers meenamen.

"Welke huis denk je dat ik echt in kom?" vroeg Carter op een serieuze manier.

Melanie keek naar haar broertje en zag dat hij eigenlijk erg nerveus was.

"Dat maakt niet uit," vertelde Melanie. "Elke huis zou blij moeten zijn als ze jou hebben."

"Ga je me echt negeren als ik Griffoendor kom?" vroeg hij.

"Natuurlijk niet. Ik maakte alleen maar grapjes met je. Je mag van mij in Zwadderich, Huffelpuf of Griffoendor, ongeacht welk huis, ik blijf altijd van je houden," zei ze en deed een arm om hem en schudde hem.

Carter zeurde toen ze een kus gaf op zijn voorhoofd.

"Doe dat niet als we op het station zijn."

"Waarom niet? Ben je bang om je zelf voor schud te zetten?"

"Met een zus zoals jij... ja,' antwoordde Carter.

"Oh Carter. Alsof ik zoiets zou doen."

"Natuurlijk doe je dat! Je leeft om mij te vernederen."

"Vlei jezelf niet. Ik leef niet om jou te vernederen. Ik leef om iedereen te vernederen."

"Nou, ik ben blij dat je zo eerlijk bent."

Toen ze arriveerde bij het station, Melanie bracht haar broertje naar het hek, waar ze langs moesten gaan om bij Perron negen en driekwart te komen.

"Dus ik moet er gewoon door heen rennen? Dat is alles?" zei Carter die naar haar opkeek.

"Dat is alles. Moet ik je hand vasthouden de eerste keer?"

"Wat? Nee!"

"Nou. Doe nou niet zo walgelijk bij mijn offer. Mam hield mijn hand vast de eerste keer."

"Maar dat is omdat je een meisje bent."

"Je rent nu maar beter door het hek, voordat je een deel er van wordt."

Carter zijn ogen waren wijd en met zijn koffer voor hem, rende hij door het hek met Melanie achter hem.

Ze keek naar de jongen die zich zat verbazen bij de trein.

"Je doet net alsof het de eerste keer is dat je het ziet."

"Nee, maar dit is de eerste keer dat ik echt mag instappen. Eindelijk!"

Hij stapte in nadat hij zijn koffer aan een van de treinwerkers had gegeven, maar Melanie hield hem tegen.

"Luister," zei Melanie  en knielde zodat ze hem precies op ooghoogte aankeek. "Ik laat je nu gaan helemaal in je eentje. Zoek wat andere kleine eerstejaars en maak vrienden."

"Maar mam zei dat ik bij je moest blijven-"

"Mam is er nu niet,' glimlachte Melanie. "En daar komt bij, wil je echt bij mijn vrienden en ik blijven?"

"Niet echt."

"Ga dan. Ik zeg niets tegen haar, als je ook niets tegen haar zegt."

"Deal."

"Deal."

De twee gaven elkaar een high five en Carter stapte als eerste de trein binnen.

Toen ze net de trein wou instappen, botste ze bijna tegen een andere leerling aan.

"Hey Ollie Dollie."

"Natuurlijk komen we elkaar hiertegen,' zei Oliver.

"Nou natuurlijk, we gaan naar dezelfde school, weet je nog?"

"Herinner me er niet aan," zeil Oliver terwijl hij als eerste in stapte.

"Ik miste jou ook."

Strategy | Oliver Wood [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu