Deel 21 & 22

1.4K 59 0
                                    

21.      Elin

Bij de ingang van de supermarkt neem ik een karretje mee. Puur uit voorzorg, hoewel we toch geen ruimte meer in de auto hebben voor veel boodschappen.

“Ik ga vast naar de groenteafdeling,” verkondigt Julia. Ze wil weglopen, maar dat laat ik niet zomaar gebeuren.

“Je moet ook een keer wat anders eten dan alleen maar groente. Blijf gewoon bij ons en kijk of je iets ziet dat je wilt hebben.” Na het brood van vanmorgen kan ik haar misschien wel aan een tweede overwinning voor vandaag helpen.

“Maar ik-“ Midden in de zin valt ze stil. Haar lichaam begint te trillen. Alsof dat al niet eng genoeg is, lijken haar oogballen rond te draaien. O God, is dit hoe het is als iemand doodgaat? Zwak zakt ze in elkaar op de grond. “Elin, help.” De woorden komen er zachtjes uit, maar ik heb ze prima verstaan.

Zonder na te denken laat ik de kar los. Haastig kijk ik om me heen. We staan natuurlijk net midden tussen de wasmachines en andere huishoudelijke apparaten. Zo snel ik kan, ren ik naar de eerste plek waar ik iets eetbaars zie. Dat blijkt de broodafdeling te zijn. Mijn hand heeft al een croissantje uit een mand gegrist voordat ik ook maar tot stilstand ben gekomen.

Als ik me omdraai, zie ik hoe Norah en Zoey samen Julia mijn kant op dragen. Hopelijk is het nog niet te laat. Mijn hart klopt in mijn keel als ik een stuk van het croissantje af scheur en het in Julia’s mond stop. “Eten, Julia. Je kunt niet doodgaan.”

“Ik wil ook niet dood,” snikt Julia. Het kost haar zichtbaar de grootste moeite om op het croissantje te kauwen en het door te slikken.

Achter ons klinkt geschreeuw in het Frans. De medewerkster van de broodafdeling, een gezette vrouw van rond de vijftig, komt op ons af. Als ze dichterbij is, verandert haar gezichtsuitdrukking. Bezorgd bekijkt ze het tafereel terwijl ze in het Frans vraagt wat we aan het doen zijn.

Ma soeur…” Van de stress spreek ik geen woord Frans meer. “Elle ne peut pas mourir. Je vais payer ce croissant.

Ah bon. Il y a quelque chose que je peux faire pour vous?” Of ze iets voor ons kan doen.

Vous avez une verre d’eau?” Ik heb geen idee of Julia iets heeft aan een glas water, maar in films vragen ze daar ook altijd om. Baat het niet dan schaadt het zeker ook niet.

Bien sûr. Un instant, s’il vous plaît.” Haastig maakt ze zich uit de voeten.

Ik ga op de grond zitten en trek mijn zusje naast me, zodat ik haar de rest van het croissantje kan voeren. “Kom Juul, even doorzetten.”

De tranen stromen over haar wangen terwijl ze verder eet. “Ik wil niet dat iedereen kijkt.”

“Wij gaan wel weg.” Norah pakt Rowan en Zoey bij de hand en trekt ze mee de eindeloze gangpaden van de winkel in.

Julia drukt haar natte wang tegen mijn schouder aan. “Sorry dat ik je zo heb laten schrikken.”

“Niks sorry. Eten. Je hebt al bijna een heel croissantje op. Ik ben zo trots op je.”

De bakkersvrouw komt terug met een glas water, dat ze aan Julia geef. “Voilà.

Met een glimlach bedank ik haar, waarna ik Julia kleine slokjes water laat nemen. Ik geef haar ook het laatste stukje croissant. Ze eet het helemaal op. Dankbaar sta ik op om de vrouw van de broodafdeling nogmaals te bedanken.

Als reactie krijg ik een waterval van Franse woorden over me heen gestort. Het lukt me niet om alles te kunnen volgen. Alleen het gedeelte over dat we het croissantje niet hoeven te betalen, versta ik. Meteen voel ik me een rasechte gierige Nederlander met een zeer selectief gehoor.

Road tripWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu