De Oceaan - Deel 2

634 39 23
                                    

Eva

De stad is weer tot leven gekomen zodra er een nieuwe ochtend is aangebroken. Auto's rijden als in een lange sliert op de openbare wegen en fietsers banen zich moedig een weg door het drukke verkeer. Kantoren en winkels openen. Moeders nemen jonge kinderen aan de hand over de keien richting de crèches en kinderdagverblijven. Oudere kinderen fietsen met hun tassen nonchalant over de schouder geworpen naar school. De mannen van de gemeente halen het vuilnis op van de afgelopen week en honden worden voor het werk nog snel even uitgelaten.

Dit doodgewone straatbeeld gaat geheel aan Eva voorbij. Met gebogen hoofd loopt ze door de lanen en steegjes, op weg naar de bekende plekken in Maastricht waar al haar problemen opgelost kunnen worden.

Ze kent alle locaties. Heeft vaak genoeg mensen op deze plaatsen opgepakt of ondervraagd. Informanten steun geboden in ruil voor informatie.

Waar Eva naar op weg is, is de schaduwkant van de stad. De zijde voorbij het Vrijthof, voorbij de romantische Maaskade en voorbij de middeleeuwse straatjes. Dit is een wereld op zich. En al heeft Eva tot dusver alleen nog maar aan de andere kant ervan gestaan, is ze nu volledig gereed om deze wereld van binnenuit te betreden.

Er is maar één ding waar ze aan kan denken. Dat ellendige, doodzieke gevoel weg zien te krijgen. Ze wil weer in die dimensie belanden van gevoelloosheid en vergetelheid. Niet meer denken, geen zorgen meer maken. Alle problemen in één keer laten verdwijnen. Maar hoeft ze dan niet...? Nee! En Wolfs dan? Nee! Er schuilt pijn in haar en dat kan alleen weggenomen worden door een dosis drugs. Maar is dat niet...? Nee! De twijfels sijpelen door, proberen zich een weg naar buiten te banen. Proberen zich aan Eva kenbaar te maken, maar zijn niet sterk genoeg.

Haar handpalmen zweten, haar handen trillen. Ze moet moeite doen zich te concentreren op de weg en heeft overal pijn. Het kan haar niet schelen wat de prijs is die ze hiervoor moet betalen, ze moet en ze zal verdoofd worden.

'Hé, hé, weet jij waar Robbie is? vraagt ze stamelend aan een meisje die tegen een brugpijler ligt te slapen. Als er geen reactie komt duwt Eva met haar voet lichtjes tegen de benen van het meisje aan waardoor ze bijna haar evenwicht verliest. 'Hé, ken jij Robbie? Weet jij waar hij is?' vraagt ze opnieuw. 'Huh, wat?' mompelt het meisje slaapdronken terwijl haar ogen opengaan. 'Wat de fack, laat me met rust!' zegt ze bozig als ze realiseert dat er iemand naast haar staat en haar een vraag stelt. 'Nee, ja, sorry. Ik ben op zoek naar Robbie. Rappe Robbie. Weet jij waar hij is?' probeert Eva nogmaals. Haar voeten trappelen ongeduldig op de grond. 'Flikker op!' krijgt ze naar haar hoofd geslingerd. Het meisje kijkt haar dreigend aan. Eva ziet dat het menens is en besluit er niet langer tijd aan te verspillen.

Ze loopt wat verder onder de brug door waar ze weet dat Robbie vaak rondhangt. Meerdere personen zitten gewoonlijk hier en ze ziet inderdaad dat het vandaag niet anders is. Maar Robbie, een bekende heroïnedealer in Maastricht, kan ze er niet uithalen. Ze vraagt aan wat daklozen en gebruikers of zij weten waar de jongen zich ophoudt, maar krijgt vergelijkbare reacties als die ze eerder van het meisje had gehad.

Na een tijdje geeft ze het op en loopt een stukje verder de waterkant af. Plotseling wordt ze overmand door allerlei emoties waar ze geen raad mee weet. De twijfel slaat meer en meer toe, maar de fysieke en mentale pijn daarmee ook. Als ze buiten gehoorafstand van het groepje daklozen is laat ze zich langzaam door haar hurken zakken. 'Verdomme! Verdomme! Verdomme!' gilt ze uit. Wat is ze in vredesnaam allemaal aan het doen?

Wolfs

Het duurt een hele tijd voordat Wolfs op een rijtje kan krijgen wat er de afgelopen uren allemaal is gebeurt. Hij had gezien dat Eva had gebruikt, zelf dit keer, niet door toedoen van iemand anders. Daarna was ze naar haar kamer gegaan waarna ze zich een hele tijd niet meer had laten zien. Hij was er naartoe gegaan, maar had haar niet wakker kunnen krijgen. Niet wetend wat anders te doen, had hij in blinde paniek uiteindelijk de telefoon opgepakt en het medische noodnummer gebelt.

Flikken Maastricht - In het kort gezegdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu