Wolfs
Het telefoontje kreeg hij op een zaterdag in juni. Min of meer had hij het wel verwacht. Wel voelen aankomen. Zich er schrap voor gezet. Toch had niks hem kunnen voorbereiden op het vernietigende effect wat de boodschap op hem had. De boodschap zelf was kort en bondig geweest. Toch vroeg hij of het nog een keer herhaald kon worden. Voor de zekerheid, in het geval hij het toch verkeerd begrepen had. Dat sprankje hoop had hij voor een milliseconde gevoeld en gekoesterd, dat hij de boodschap niet goed had gehoord en hij het daardoor niet goed had begrepen. Die hoop verdween echter in het niets zodra hij nogmaals hoorde: 'Helaas moet ik u mededelen dat Mevrouw van Dongen met een overdosis heroïne is aangetroffen...'
De afgelopen maanden had hij alles op alles gezet om haar te helpen. Hij was dagenlang bij haar gebleven. Had op haar ingepraat en zijn collega's van de straatdienst gevraagd om een oogje in het zeil te houden toen hij had besloten weer huiswaarts te keren.
Op sommige dagen was ze naar huis gekomen. Dan was ze blijven slapen of had ze zich als een geest door het huis bewogen, zo stil en onopvallend mogelijk. Toch was Wolfs er elke seconde van bewust geweest dat ze er was. Op zulke momenten had hij zich namelijk vastgehouden aan het idee dat ze tenminste nog naar huis kwam. Dat er toch iets was wat haar elke keer weer terug naar huis deed keren. Terug naar hem.
Op dagen dat ze er was had hij voor haar gekookt. Altijd haar lievelings maaltijden om haar toch maar aan het eten te krijgen. Meestal had dat echter niks uitgehaald, had ze voor de vorm een paar hapjes genomen en zich daarna in haar kamer opgesloten of de straat weer opgezocht. Hij had de sterke Eva zien afbreken tot een hoopje niks. Een schim van wat ze ooit was geweest.
Ruzie hadden ze ook veel gemaakt de afgelopen tijd. De machteloosheid die hij had gevoeld had tot zoveel frustratie geleid dat het meermaals tot explosieve confrontaties met Eva was gekomen. De laatste keer was een paar dagen na de interventie geweest. De interventie die hij samen met Marion en Romeo had georganiseerd. Gedrieën hadden ze in de Ponti gebivakkeerd en gewacht op Eva's thuiskomst. Wanneer dat precies zou zijn had geen van hen geweten. Soms bleef ze maar een paar uur weg, maar soms ook dagen achter elkaar. Tijdens zulke periodes sliep Wolfs amper. Gedachten over wat er allemaal met haar kon gebeuren daar in haar eentje in de nacht op straat, tuimelden over elkaar heen in zijn hoofd en hielden hem uit zijn slaap.
Het wachten tot de interventie kon aanvangen had twee- en een halve dag geduurd. In die tijd hadden de drie vrienden geoefend op wat ze zouden gaan zeggen, hoe ze het zouden gaan brengen. Toen het uiteindelijk zover was waren het met name Wolfs en Marion geweest die het woord hadden gedaan. Gedurende het gehele betoog had Eva haar vrienden stilzwijgend aangestaard. Wolfs had haar goed in de gaten gehouden. Het kon zijn dat zijn ogen hem hadden bedrogen, maar heel even had hij gedacht daar toch een sprankje erkenning, pijn en verdriet te hebben waargenomen.
Toen ze er zeker van waren geweest dat ze alles hadden gezegd wat ze wilden zeggen was er een lange stilte gevallen, wat voor Eva blijkbaar het teken was geweest om naar haar kamer te gaan en zich daarin op te sluiten. Ze hadden gefaald.
Sinds die dag is ze hem blijven ontlopen. Toch kwamen ze elkaar een paar nachten later tegen in de keuken. Hij had haar naar beneden horen gaan en was haar gevolgd. Dat was het moment geweest dat de bom was gebarsten. Woest was ze geweest dat hij samen met Marion en Romeo een interventie had georganiseerd. Hoe vernederend dat voor haar was geweest. Had hij daar ook wel een seconde aan gedacht? Furieus had ze zich uitgelaten over het feit dat met name hij zich zo ontzettend met haar bemoeide. Dat ze zelf mocht weten wat ze deed, hoe vaak en wanneer precies. Geschreeuwd had ze, hem uitgemaakt voor alles wat lelijk was. Een theemok had ze naar hem gegooid die voor zijn voeten in duizend stukken uiteen was gespat. De hete inhoud was tegen hem aangekomen en was door de stof van zijn pyjamabroek en t-shirt op zijn huid geland. Maar de fysieke pijn die dit logischerwijs zou moeten veroorzaken was overschaduwd geweest door paniek toen Eva plotseling haar jas over haar schouders had gegooid en voor de zoveelste keer de Ponti had verlaten. Maar dit keer, had hij geweten, zou het anders zijn. Dit keer was hij haar voorgoed kwijtgeraakt.
Eva
Op het moment dat ze hen met z'n drieën een front had zien vormen en ze hun woorden op zich had laten inwerken was er iets geknakt in haar. De enorme schaamte die ergens toch wel aan haar knaagde, en de wetenschap dat ze mensen van wie ze houdt zo diep had gekwetst hadden haar nog meer gebroken dan ze al was. Wat er nog van haar gevoel voor eigenwaarde over was geweest, was op dat moment als sneeuw voor de zon verdampt. Ze had niet geweten hoe ermee om te gaan, maar ze had wel geweten dat ze Wolfs hierna nooit meer recht in de ogen zou durven aankijken. Gevlucht was ze na dat betoog, de dagen erna haar partner steeds maar weer ontlopend.
Toen het uiteindelijk toch op een confrontatie was uitgedraaid tussen haar en Wolfs had ze al de emoties en energie die ze nog bezat gebotvierd op hem. Indirect was alles wat ze had gezegd, alles wat ze had geroepen en alles wat ze had geschreeuwd natuurlijk niet aan hem, maar aan haar zelf gericht. Kwaad was ze op zichzelf. Kwaad, omdat het haar niet was gelukt sterk te blijven. Kwaad omdat ze verslaafd was geraakt. Kwaad omdat ze iedereen om haar heen zoveel pijn had gedaan.
Na de confrontatie in de keuken was ze ervandoor gegaan. Ze had niet meer omgekeken. De dagen die volgden waren in een roes aan haar voorbij gegaan. Ze had af en toe buiten geslapen, maar meestal had ze toch onderdak gezocht bij zogenaamde vrienden in kraakpanden en smoezelige appartementen.
Meer en meer was ze gaan gebruiken. Meer en meer had ze nodig gehad om dat verdovende gevoel bij zichzelf op te wekken. Tot ze op een gegeven ogenblik haar ogen had gesloten en niet meer zelfstandig wakker had kunnen worden.
JE LEEST
Flikken Maastricht - In het kort gezegd
FanfictionEen verzameling van korte Flikken Maastricht verhalen. Want wie het kleine niet eert... Cover door: @Marleenh20