De tranen rollen over mijn wangen maar ik voel het niet tot diep van binnen. Diep van binnen heb ik muren gebouwd om mezelf te beschermen. Zal ooit iemand die muren breken, krijgt iemand ze ooit kapot? Of zal ik ze zelf weghalen omdat het toch niets meer uitmaakt? Ik vraag het me af. Maakt het uit? Hebben mensen het door? Geloven ze echt dat ik gewoon slaap tekort heb? Of kunnen ze tot aan mijn muren kijken in het binnenste van mezelf? Zien ze de hulpkreten geschilderd staan? Neen.
Waarom zouden ze dat zelfs willen. Het zou betekenen dat ze moeite moeten doen. Aandacht besteden aan iets dat hun ver van interesseert. Zien ze dan niet dat ik mijn muren uitbreid, dat ik me meer en meer bescherm van de reële wereld? Ze zullen het pas doorhebben als het te laat is en dan nog zullen ze verder gaan. Misschien denken ze eens aan mij, als de school een gedachtenboek neerlegt in de gang, waar iedereen al lachend voorbij loopt. Of wanneer ze in de klas naar 'mijn' plek kijken. Neen, dat zal niet.
Er zal geen verandering zijn. Het zal stil zijn op die plek zoals het altijd al is geweest. Zouden ze al de hulpkreten vinden die ik verspreid heb in mijn leefgebied? Zouden ze? Iedereen zou gewoon verder gaan en even veel plezier maken zoals ze dat gewoon zijn, daar hebben ze mij toch niet voor nodig.
Dat is het leven 'chez moi'.