Jarenlang opgesloten, ver van de bewoonde wereld, zoals de Franse schrijver Alexandre Dumas in zijn onvergelijkbare roman "De graaf van Monte Christo" ons vertelt. Dumas neemt zijn lezers mee op het gevangeniseiland, Chateau d'If, voor de kust van Marseille, waar de jonge zeeman Edmond Dantès onterecht wordt opgesloten. We leven mee hoe in eenzame opsluiting de wanhoop vecht tegen de droom van eerherstel. Vele malen verfilmd en door grote acteurs tot leven gebracht, sleept dit boeiende verhaal ons door de pijnlijke uren, jaren, tijd- en godvergeten onmenselijkheid, waarin de gekwelde gevangene niet bezwijkt, maar merkwaardigerwijs overleeft en zelfs sterker wordt. Dit lukt hem voornamelijk door de hulp van de mysterieuze medegevangene, een zekere Abbé Faria. Die zou dan een Italiaanse geestelijke zijn, die ooit als adviseur van een schatrijke edelman door diens politieke tegenstanders uit het zicht gewerkt was. Zo ging dat blijkbaar in die dagen, waarin corrupte machtshebbers en onethische konkelaars nog de dienst uit maakten en een enkel mensenleven nauwelijks waarde had. Onrecht heerste toen en zelfs een vage beschuldiging, geuit door een al dan niet betrouwbaar gezaghebbend persoon, bleek voldoende om een leven te verwoesten. Dat was feitelijk ook de rede waarom hoofdpersoon Edmond Dantès daar op dat eiland in die kerker beland was. De macht van intriges van politieke opportunisten, die geen middel schuwden om iemand de mond te snoeren die te veel wist, te veel gezien had, of te eerlijk was om aan onrecht toe te geven of er aan mee te doen.
In het stinkende hol lijkt Dantès aanvankelijk weg te kwijnen, geïsoleerd, koud en ondervoed weet hij toch de vonk van hoop gloeiend te houden. Hij graaft zich vanuit de vloer van zijn cel, jaren lang een weg... Geholpen door gelukkig toeval, graaft hij in de verkeerde richting en stuit op het bestaan van een eveneens gravende medegevangene, de oude priester Faria. Ze ontmoeten elkaar ondergronds en worden behalve lotgenoten ook echte bondgenoten, nu samen verder gravend naar een mogelijke vrijheid. De zeer belezen Abbé brengt de jonge zeeman al zijn kennis bij en leert hem alles wat hij zelf in zijn leven aan wetenschap en wijsheid vergaard had. Zo ontwikkelt Dantès zich in de loop der jaren tot een geducht expert op velerlei gebied, kennis die hem later heel goed van pas zou komen. De geestelijke zelf blijkt op een gegeven moment aan het eind van zijn krachten en sterft, maar niet voordat hij ook nog zijn laatste geheim aan de zeeman kan toevertrouwen: Zijn kennis over een geheime bewaarplaats van een enorme kapitale schat. Op het eiland Monte Christo verborgen, waar ze lag te wachten op haar nieuwe eigenaar, indien deze ooit vrij zou komen... Edmond Dantès neemt listig de plaats in van het in een zak ingenaaide dode lichaam van zijn leraar en mentor en wordt door de cipiers in zee geworpen. De frisse zoutgeur prikkelt een nieuwe toekomst. Meeuwen krijsen hem een welkom toe. Vrij na veertien lange jaren. Abbé Faria had door zijn dood de weg gebaand naar nieuw leven voor Dantès, die inderdaad de schat weet te vinden en zich dan voortaan 'de graaf van Monte Christo' zal noemen. In deze nieuwe persoonlijkheid gaat hij vervolgens, met de hem ter beschikking staande onbeperkte middelen, op zoek naar de verantwoordelijken voor al het hem aangedane onrecht. Is dat wraak? Genoegdoening? Dat zou zeer begrijpelijk zijn voor iemand, die zoveel kwaad te verduren had gekregen. Wraak lijkt deze missie volledig te rechtvaardigen, in de ogen van veel lezers, die er in detail van kunnen genieten, hoe de schurken en slechteriken op meesterlijke wijze een voor een van de graaf hun verdiende loon krijgen. Het kwade gestraft en het goede, dat uiteindelijk glorieus overwint, zoals de meeste sprookjes eindigen.
Toch was dat niet, zoals zo vaak het geval is, wat het lijkt. Er zitten diepere lagen in de meeste verhalen. Dantès had immers naast kennis en fortuin van de Abbé ook en vooral wijsheid doorgekregen! Het herstellen van onrecht is méér dan wraak, het is vooral het voorkomen van verder onrecht! Wellicht was dàt de ware schat, de ware verworven rijkdom van de graaf, de ware adel, waarmee iemand niet automatisch wordt geboren, maar die groeit en rijpt in het donker van een onrechtvaardige gevangenis, door de ontmoeting met wijsheid en geduld, zodat de hoop bewaard blijft die de wanhoop overleeft. De graaf bemoedigt de lezer door middel van de meeslepende pen van Alexandre Dumas, zodat ook wij zo nu zelf eveneens mogen delen in die schatten: Abbé Faria en zijn wijsheid leeft door in de graaf van Monte Christo, om de graaf met zijn herwonnen vrijheid en bewust gedragen verantwoordelijkheid en vindingrijkheid, vervolgens weer door te doen leven in de hoofden van ons, de lezers, die daarvoor open staan.
Ik stel me zo voor dat we het deze romanfiguren ook zelf zouden kunnen vragen... In gedachten, waarin alles mogelijk is, bezoeken jij en ik, beste lezer, onze romanfiguren in hun sombere celruimte, daar in Chateau d'If. We nemen de tijd, ademen eerst langzaam de zilte zeelucht in en uit, voordat we de cel binnengaan. We laten onze eigen fantasie het werk doen... Welnu, de bedompte kerkerstank beneemt ons gelijk al de adem. Die vochtige muren, beschimmeld, de geur van ongewassen puur overleven. Het voelt gênant. Pottenkijkers in andermans ellende, dat wil je eigenlijk niet. Abbé Faria zien we bij het zwakke geflakker van een kaarsstomp zitten op de lage brits. Hij kijkt omhoog, ons aan, met droefdonkere, maar levende ogen. Vriendelijk en geduldig, alsof hij ons verwacht en we zeer welkom zijn. Dantès staat opzij bij de celdeur, waakzaam. Hij kijkt toe, onzeker. Hij wacht af en luistert. 'Ik kan u niets aanbieden, zelfs geen stoel...' excuseert zich de oude geestelijke. Ik knik begrijpend en stel de enige vraag die nu bij me opkomt: 'Hoe houden jullie dit in hemelsnaam vol?' Faria glimlacht en schudt zijn grijze hoofd, wat zijn lange haar en baard doen meebewegen als een onwezenlijke spookgestalte. 'En hoe doen jùllie dat dan?' stelt hij met krakende stem zijn wedervraag. Hij spreekt zacht en langzaam. 'Jullie leven in vrijheid en beseffen daar misschien de waarde niet van. Jullie hebben zoveel kansen om onrecht te bestrijden en benutten die zo weinig... Hoe houden jullie dat vol? Ook wij waren ooit zo vrij als jullie en beseften die rijkdom niet. We genoten het leven in dankbaarheid. Wij waren niet slechter, ook niet beter dan jullie. We waren alleen onwetend, net als jullie...' Een preek van de bejaarde pastoor? Nee, geen oordeel, geen verwijt, gewoon een wijze waarschuwing. Dantès knikt aarzelend een zwakke bevestiging. Zijn ambities van vóór de gevangenschap, zijn idealen, zijn gezondheid, zijn geliefde, dat vulde zijn leven. Het geluk had hem toegelachen en echte zorgen kende hij toen niet. 'Vrijheid was ook voor mij iets vanzelfsprekends.'
'Wat moeten we dan doen?' vraag ik bescheiden. 'De eerste stap heb je al gezet door hier te durven komen en te luisteren, met eigen ogen onze duisternis te zien, de kwalijke geur van de machteloosheid te ruiken, je te laten raken en onze angst mee te voelen, onze uitzichtloosheid... en dan te beseffen zelf vrij te zijn.' Ons past slechts verder te luisteren. 'Boosheid en verontwaardiging zijn de grootste vijanden. Die dreigen ons te verbitteren en maken ons zwakker, waar we iedere splinter energie zo hard nodig hebben.' bekent Edmond Dantès. 'Dat zou gemakkelijk haat kunnen worden, die roept om wraak... maar dàn zou het onrecht ons pas ècht vast hebben, dan zouden we onszelf in onze eigen pijn gevangen houden... Ook dat besef je pas door ervaring. We nemen het jullie niet kwalijk dit niet direct te kunnen begrijpen.' De oude man verheft zich moeizaam van zijn brits en legt zijn pezige, licht trillende hand op mijn schouder. 'Wat jullie hier van ons meekrijgen is een opdracht. Door deze uit te voeren heeft onze gevangenschap, onze pijn en vernedering toch een zin... via jullie... Wat wij van hieruit niet kunnen, dat kunnen jullie wèl. Daarom: Kijk niet aan onrecht voorbij, alsjeblieft. Oordeel niet te snel zonder achtergronden en feiten te kennen... Blijf steeds graven, diep genoeg om de waarheid te kunnen ontmoeten en vindt dan de moed om jullie verantwoordelijkheid te nemen en onrecht te bestrijden waar je kunt... Dan is onze ontmoeting hier vruchtbaarder dan je denkt en zal wijsheid uiteindelijk overwinnen. Vrienden, het ga jullie goed!' Een denkbeeldige broodmagere rat schiet schielijk een hoek in, het beeld uit...
YOU ARE READING
Abbé Faria's erfenis
Short StoryEen ontmoeting in chateau d'if met de romanfiguren uit 'De Graaf van Monte Christo' van Alexander Dumas. Hebben zij ons iets te vertellen? Willen wij dat horen?