Hoofdstuk 32: Vurige zeeslag

158 19 19
                                    

Ik kan niks qua gedachten verwerken of ik land al met mijn schouders en rug als eerst in het water. Onnodig om te zeggen, maar mijn handen staan niet meer in de fik. Misschien had ik er bij moeten zeggen dat toen wanneer ik om een teil met water vroeg, dat ik niet de hele godganse zee bedoelde. Maar als je mij echt zo graag per sé in het water wilt flikkeren, ga je gang. Waarom ook niet?

Het klinkt ontzettend dom, maar terwijl ik zo in mijn eigen gedachten zonk, zonk ik ook tegelijkertijd naar de bodem. Ik open mijn ogen en zwem zo snel mogelijk naar de zeeoppervlakte toe. Wanneer ik eenmaal boven water ben, hap ik naar adem.

Ik zie dat iedereen over de reling naar mij aan het kijken is, behalve Joris, die er nu aankomt met een ladder die hij voor mij in het water gooit omdat hij wel zo snugger was om even na te denken. Fijn om te zien dat er nog tenminste nog iemand hier goed kan functioneren in zulke situaties.

Ik klim via de ladder weer omhoog het dek op. Felice kijkt weg van mij met een beschaamt en erg spijtig gezicht, "Sorry, echt waar... ik wist niet wat ik anders moest doen, ik was gewoon in paniek, net als jij, snap je...?" Zegt ze stilletjes. "Als je gewoon had gezegd dat er geen teil was en dat de zee mijn enige optie was had ik er zelf zo ook wel ingesprongen, in plaats van erin gesmeten te worden door mij zo over de reling te flikkeren." Antwoord ik bot. Felice zucht en knikt.

"Mag ik iets proberen?" Vraagt Diana opeens. We kijken haar allemaal aan, "Wat bedoel je?" Beantwoord ik haar. "Ik ga je proberen droog te blazen, met wind. Is dat oké?" Ik knik, dat lijkt me wel grappig om een keer mee te maken. "Oké, cool! Ga tegen de muur staan daar," Zegt ze met een lach. Ik jog ernaartoe en ga tegen de muur staan. "Klaar?" Vraagt ze voor de zekerheid, "Ja! Begin maar!" Roep ik naar haar. Dan doet ze weer een vloeiende beweging met haar handen en een krachtige windvlaag blaast tegen mij aan. Na een paar seconden ben ik al helemaal droog. Ik moet lachen, "Wo-hoow... dat was echt zo raar! Maar ook echt ongelooflijk gaaf!" Zeg ik. Diana moet ook even lachen. Man, ik hoop dat mijn krachten ook zo geweldig en krachtig worden.

Dan komt Joris aan lopen, "Slecht nieuws!" Roept hij. We kijken hem allemaal aan, "Wat is er?" Vraagt Felice. Hij wijst naar een klein puntje op zee, "Maan, je zei dat je gewonnen hebt van poker tegen een handelaar, toch?" Maan knikt, "Nou... ik denk dat die als wraak ons heeft verklikt bij Tom..." Zucht hij geïrriteerd. "Vieze snitch..." Mompelt Maan geërgerd. En ik begrijp ze helemaal.

"Houd je vast!" Waarschuwt Diana voordat ze met stevige windvlagen wind in de zeilen blaast, waardoor de boot in één keer twee keer zo snel gaat. We hadden nog niet de tijd om ons ergens aan vast te houden, en we vallen allemaal op de grond. "Je kon misschien wel heel even wachten totdat we ook echt iets vasthebben!" Roep ik naar Diana. "Sorry!" Roept ze terug. Ik sta op en geef Joris een hand om hem te helpen met opstaan, want kom op, met krukken leven is ook gewoon zwaar kut, en zo triest ben ik nou ook weer niet. "Bedankt." Zegt Joris. Ik knik en kijk voor mij naar de zee en hoe Diana ons met volle kracht vooruit vaart.

Na een tijdje zo met hoge snelheid gevaren te hebben roept Diana opeens wat onverstaanbaars, houdt op met de wind sturen, rent naar de andere kant van de zeilen toe en blaast daar een krachtige wind in, waardoor wij  allemaal alweer eronderuit gaan omdat de boot in één ruk tot stilstand komt. "Diana!" Schreeuw ik kwaad terwijl ik Joris weer help opstaan. "We zijn in de val gelopen!" Roept ze, "Dat schip wat we net tegenkwamen was alleen maar om ons te laten vluchten, zodat we nu ingesloten zouden worden door..." Ze zucht geïrriteerd voordat ze weer verder gaat met praten, "Dat schip..." Zegt ze en wijst naar een groot Ljords oorlogsschip dat iets van honderd meter van ons af is op dit moment, en naar ons toevaart.

Ik sla een hand tegen mijn voorhoofd en zucht, ik heb helemaal geen zin in dit gezeik. Ik loop naar het hoge dek aan de voorkant van het schip en sein naar Joris dat hij mee moet komen. Hij loopt met mij mee zo snel als hij kan.

"Zal ik het doen?" Fluister ik naar hem wanneer we helemaal vooraan staan, "Wat bedoel je?" Vraagt hij terug. "Je zag toch hoe mijn handen in de fik stonden?" Joris knikt. "Ik wil dat schip opblazen... zo met één vlam... zal ik het doen?" Hij fronst en denkt even na, "Het kan ongelooflijk slecht aflopen, met jou dan, maar... het zou ons wel uit de brand kunnen helpen. Letterlijk..." zegt hij met een frons op zijn gezicht terwijl hij voor zich uit kijkt naar de steeds dichterbij komende schip van Ljord.

Ik kijk steeds naar mijn handen en dan weer terug naar de aankomende boot. Handen. Boot. Handen. Boot. Handen... boot! Ik moet in actie komen, anders zijn we sowieso geweest. Maar als ik dit niet doe, kan ik er geweest zijn. Ik weet het niet-

"Als je nou nog iets gaan doen of niet, moet je die beslissing nu maken!" Roept Joris. Zonder na te denken schiet ik een krachtige straal van allesverwoestende vlammen op het vijandelijke schip af. Het knalt uit elkaar met een grote explosie.

Gelijk heb ik spijt van wat ik gedaan heb.

She Came BackWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu