+-25-=

36 2 0
                                    

Ik haal diep adem alsof ik mijn ziel terug zuig. Niet helemaal onwaar. Mijn ogen worden open gezogen. Door een onbekende energie dat als wind aanvoelde. Ik hou van de ogen die ik voor me zie. Bruin. Mooi. Met een zo open als gesloten uitstraling.

Een glimlach vormt zich op zijn lippen. Hij duwt ze langzaam op die van mij.

Net als altijd voelt het zacht. Mijn lippen zijn te gevoelig voor zijn aanraking dat ik niet kan stoppen. Wat ik op dit moment ook niet wil.

Langzaam haalt hij zijn lippen van die van mij. Dan pas zie ik hoe onhandig onze houding was. Hij zat op zijn knieën naast me en ik steunde om mijn armen om mezelf omhoog te krijgen. 

Hij helpt me omhoog terwijl met me opvalt dat het enorm stil is. En dan zie ik het. Alles lijkt wel bevroren te zijn. Mensen staat om ons heen. Maar bewegen niet, ze zijn geheel bevroren. 

Dat stond dus ook in het boek... Voor hoelang weet ik niet meer. 

Alec geeft me een knuffel vanaf achteren en geeft en kus op mijn haren. 

"Dus, we hebben eindelijk eventjes voor ons tweeën de tijd?" 

Ik kijk naar achter en kijk recht in zijn ogen. Ze glinsteren. 

Ik deins een beetje naar achter en knik grijnzend.  Maar dan verandert mijn blik weer. 

"Mensen kunnen een water beschermer worden." zeg ik.

"Klopt." antwoordt hij.

Mijn ogen vergroten, zei hij nou 'Klopt'?

"Hoezo klopt?"

"Dat wist ik." hij kijkt me grijzend aan. "Weet je wat we trouwens kunnen doen? Als we nou een hele hoop mensen in het bos uitnodigen. Aan het meer."

"Wat wil je dan gaan doen?"

"Wat jij gaat doen is een mooi verhaal vertellen. Zodat de mensen vrolijk en positiever worden."

"Maar, maar, maar..."

"Als we het op de juiste manier doen, worden ze vanzelf water geesten."

"En hoe wil je dat gaan doen dan?"

"Dat regel ik. Bereid je maar voor." hij knipoogde naar me. En meteen hoorde ik een stemmetje in mijn hoofd zeggen: Vertrouw niemand zomaar.

Was dat terecht? Alec was niet zo toch? 

Hij zet een stap naar voren en kijkt op zijn horloge. 

"We hebben nog 50 secondes."

Ik glimlach. 

Niet lang daarna voel ik zijn lippen op die van mij. En voor ik het weet hoor ik iemand in mijn oor schreeuwen. Onze lippen verlaten elkaar weer.

"Dream! Alles oke?" Simon staat als een angstige baviaan naast me te spartelen. 

Mijn mondhoeken gaan omhoog. "Alles gaat prima."

______________________________

Voor me, achter me. Overal. De mensen komen via het paadje naar het meer. Ze gaan eromheen zitten. Zoveel mensen. Hoe heeft Alec dit geregeld? 

We zijn twee dagen verder. Alec heeft samen met me een tekst in elkaar gezet die de mensen water geesten zou moeten maken. Het gaat veel te snel. 

Het meer is deze avond blauwer dan normaal. De kleine beweging maakt vormpjes in het water. De diertjes verstoppen zich voor gevaar. De wind waait rustig de lucht over de hoge bomen. 

Ik voel een arm om me heen. Ik kijk opzij. 

We zitten samen tegen een boom dat elke windstoot paren van eikeltjes naar beneden laat vallen. Het getik veroorzaakt door de zwaartekracht werkt me op de zenuwen. 

"Het komt goed, je weet precies wat je moet doen toch?" vraagt Alec zacht die mijn zenuwen opmerkte. 

"Het voelt niet goed. Ik weet het wel, maar het werkt waarschijnlijk toch niet."

"Het gaat werken Dream. Vertrouw me."

"Dat is dus het hele ding. Kan ik je vertrouwen?"

Hij kijkt me recht in mijn ogen aan. 

"Niet dan?" zegt hij voorzichtig.

Ik zucht. 

"Ik hoor steeds een stem die zegt dat ik niemand zomaar kan vertrouwen."

Hij pakt mijn handen. 

"Wij zijn geboren waterbeschermers Dream, waarom zou ik?"

"Je hebt gelijk, sorry."

"Succes, ik zie je zo!" En hij staat op en loopt naar Simon. 

Ik sta ook op en loop een stukje verder het bos in. 


Het bos bestaat uit zoveel factoren. Heeft zoveel aspecten en perspectieven. Ontelbaar veel. Dingen die je eigenlijk nooit onder ogen neemt. 
Wanneer er een bos om wordt gehakt zal alles verloren gaan. En zelf dan zien we niets, we zien niet hoe afschuwelijk het eigenlijk is. We blijven kijken, zonder iets te zien.

Achter me hoor ik voetstappen. Ik kijk achter me, zonder iets te zien. Ik loop vluchtiger door.
Een rondje lopen is goed als je zenuwen hebt. Ook al weet ik niet of het werkt, het is een goed excuus om weg te komen. 

Het wordt de laatste tijd snel donker. Net als vandaag. De avonden worden steeds donkerder, alsof de zon het liefst na haar werk zo ver mogelijk weg wilt van hier. 

Het begint te schemeren. De lucht is grijs en bewolkt, maar toch zie ik de oranje stralen. Mijn oma vertelde altijd dat in wat voor een situatie dan ook er altijd een lichtpuntje te zien is.  En ze heeft gelijk.

Weer hoor ik iets achter me. Misschien is het beter om terug te gaan naar het meer. 

Ik draai me om en loop een paar stappen naar voren als ik een hand op mijn schouder voel. 

Als een reflex kijk ik opzij. Mijn mond valt open en al de lucht uit mijn longen verdwijnt. 

"Dag Dream, heb je me gemist?"


Wonderful (HERSCHRIJVEND)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu