17. Ayame - Saltus

2 0 2
                                    

Ondanks dat de bomen ondertussen een stuk duidelijker zichtbaar waren, leek het nog steeds alsof we maar niet dichterbij de grens van Saltus kwamen. Inmiddels liepen we namelijk alweer een aantal uren en de zon was ook al begonnen te zakken. Volgens Aeolus zouden we, als we door liepen, ergens in de nacht de bomen moeten bereiken. Het plan was nu, om dan op de grens te stoppen en te rusten. Hij wilde liever niet s' nachts door het Farant reizen, helemaal niet nu Morgane nog steeds verdwenen was. Geen van ons, behalve Flúmen dan, kende Saltus en wist hoe we het beste konden reizen. De Pegasus had het ook een beter idee gevonden om overdag te reizen. Eerder had ik Flúmen gevraagd of hij wist waar Morgane was, maar de Pegasus had geen idee. Ik vroeg me af waar ze was en of ze aan de Drür had weten te ontsnappen. Natuurlijk kon ik er ergens vanuit gaan dat het haar wel was gelukt.

Met een zucht, richtte ik me weer op de bosrand, ver voor ons. Asl liep inmiddels weer naast me, al had hij tot nu toe nog geen woord gesproken. Enkele meters achter ons sjokte Cordelia met ons mee. Ze leek nog steeds aangedaan door het nieuws van Lukens offering. Ergens voelde ik me schuldig, maar ik kon niet de kracht of de woorden opbrengen om tegen haar te praten. Tevens vroeg ik me ook af hoe ze hier was gekomen. Dat was iets wat ik haar later zeker nog wilde vragen. Hoe was ze in Hamoc gekomen en waarom had ze er überhaupt voor gekozen om deze route te nemen? Hij was vreselijk en ik was blij om deze zandbak en de Drür eindelijk achter me te laten. Opnieuw zuchtend verhoogde ik mijn tempo iets, Asl ondertussen achter me latend. De Farantiaan keek even op, maar verzonk verassend snel terug in zijn gedachten. Zelf lette ik niet meer op hem, maar begaf me in de richting van Flúmen die net voor ons liep. De Pegasus was verassend stil en ergens vroeg ik me af of hij zich zorgen maakte om Morgane. Ze was in het niets verdwenen en sinds onze aankomst in Al Dris had niemand haar meer gezien, of gesproken. Al sprak ze ook niet met iemand, met mij niet in ieder geval. Over mijn slapen wrijvend overbrugde ik uiteindelijk de afstand met Flúmen en kwam naast hem te lopen. Natuurlijk had hij mijn gedachten al geraden voordat ik mezelf naast hem gepositioneerd had. "Ik heb geen idee waar ze is. Ze heeft nog geen contact met me gezocht en als ik contact met haar probeer te zoeken blokkeert ze me." Ik kon de Pegasus in mijn hoofd horen zuchten. Hij klonk bezorgd, maar ergens leek hij de afstand tussen de twee te respecteren, alsof dit niet de eerste keer was dat dit was voorgekomen. Iets in me wilde het aan hem vragen, maar ik wist dat hij me dat nooit zou vertellen. "Zou je me dan iets kunnen vertellen over Saltus?" Vroeg ik uiteindelijk maar. Ik wilde meer te weten over het Farant van de Elven. Hopelijk zou ik me op die manier iets kunnen voorbereiden op wat er komen ging. Flúmen wierp ondertussen een blik op me met een van zijn gouden ogen. Het lichtje dat erin sprankelde leek enthousiast, net alsof hij gehoopt had dat ik uit mezelf naar hem toe zou komen. Hem even een koude blik toewerpend, hoorde ik hem in mijn hoofd grinniken.

"Saltus beslaat het noordelijke deel van Farantin. Zoals je al weet leidt de Hoge Weg direct van Furnost naar Saltus. In het westen grenst TaurRid aan Saltus en de verbinding met Hamoc is in het oosten." Een pauze volgde. "Ik gok dat Tero je wel wat verteld heeft over de Elven?" Flúmen wierp me een voorzichtige blik, terwijl mijn gedachten uitgingen naar de Eenhoorn. Ik miste hem vreselijk en zou er alles aan doen om hem weer te zien. Mijn gedachten gingen elke dag naar hem uit, maar ik kon met geen mogelijkheid contact met hem maken. "Uhm, goed. Je hebt dus de Elven van Al Varun. Al Varun is een soort kasteel. Al weet ik niet zeker of dat de goede benaming is. Het lijkt op een kasteel voor mij..." Dit was niet de eerste keer dat de Pegasus afweek en verdwaalde in zijn verhaal en het zou ook zeker niet de laatste keer zijn. "Er zijn niet veel Elven van Al Varun meer. Ze leven ook alleen in het kasteel, Al Varun. Vandaar dat er redelijk wat Elven zijn verhuisd naar de andere steden. De Marelven leven in verschillende steden verspreid door Saltus. Hun hoofdstad is Alles Assanda, dat is ook de plaats waar de koning woont. Voor de rest heb je nog Johoran, de havenstad en Hyeran, dat is de stad waar het leger gehuisvest is. Tevens zijn er nog een aantal kleine nederzetting verspreid door Saltus, maar hier zijn geen namen voor. Niet voor zover ik weet tenminste." Opnieuw richtte ik mijn aandacht even op de steeds groter wordende bomenrij in de verte. "Wat voor Elf is Morgane?" "Morgane komt uit Al Varun, maar ze woont al heel lang in Alles Assanda." Mijn verbazing niet laten blijkend, keek ik vanuit mijn ooghoek even naar de Pegasus. Dit was de eerste keer dat hij ook maar iets los had gelaten over Morgane, misschien kon ik hem nog wat verder uithoren. "Waarom is ze verhuisd?" "De trainingsfaciliteiten zijn beter onder de Marelven. In Alles Assanda kon ze beter verder trainen, omdat ze in Al Varun niet verder kon groeien." Het klonk meer als een nogal slecht verzonnen leugen, maar ik hield mijn mond maar. "Al Varun is een grote bron van kennis. In Alles Assanda bevindt zich een hele grote bibliotheek, maar de kennis die zich in de zalen van Al Varun bevindt is van onschatbare waarde." "Is de kans dan niet groter dat het antwoord op mijn terugkeer naar de Aarde te vinden is in Al Varun?" "Dat is heel goed mogelijk, maar toegang verkrijgen tot Al Varun is een uitdaging. Helemaal als een Aardling. Ze zullen je niet bepaald met open armen ontvangen. Dat geldt trouwens ook voor Marelven en Farantianen. In de geschiedenis van Al Varun zijn er maar bar weinig buitenstaanders toegelaten." Kunnen we met behulp van Morgane niet makkelijker binnenkomen?" Er kwam geen antwoord op mijn vraag. Flúmen had zijn aandacht vooruit gericht en leek opnieuw diep in gedachten verzonken. Net op het moment dat ik hem een por wilde geven werd mijn beweging onderbroken door Aeolus. De Farantiaan had zich om gedraaid en richtte zich nu op het kleine gevolg achter hem. "We zullen nu iets meer in de richting van Az Ragni reizen. We zullen over de wegen door Saltus reizen. Dat is de veiligste manier voor ons om Alles Assanda te bereiken. Zoals altijd sta ik iedereen te woord die we tegenkomen." Aeolus wierp ons allemaal een blik toe. Toen ik opzij keek naar Asl, die inmiddels weer naast me liep, zag ik een bezorgde uitdrukking op zijn gezicht. De Farantiaan keek er niet naar uit om dicht bij het gebergte te komen. Ik kon niet anders dan het eens met hem zijn bij die gedachten. Mijn aanvaring met de Argram Drasdur ging door mijn gedachten, zodra ik de grillige pieken van het gebergte zag. Het gekrijs schelde luid in mijn oren, terwijl ik deze probeerde weg te wrijven.

Next to Earth - Ayame || Onder constructieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu