Nog maar 1 maand en dan is het zover. Dan gaat het eindelijk gebeuren. De reis van mijn leven! Samen met mijn moeder vertrek ik vanaf Schiphol naar Maleisië, Kuala Lumpur. Denkend aan de fantastische reis, zit ik rechtop in mijn bed. 'Jade! Ga je nou eens aankleden!' hoor ik mijn moeder roepen. Ik loop naar mijn kledingkast en haal er een wit bloesje uit en een zwart met bloemetjes bedekt rokje. Dan loop ik naar de badkamer om me om te kleden, waar ik mijn kleine broertje, Ty, tegen het lijf loop. 'Hoi Jade' zegt hij. 'Lekker geslapen?' Ik knik en loop gauw weer door. Als ik eenmaal met hem in gesprek raak, sta ik hier volgende week donderdag nog. Daar heb ik momenteel totaal geen behoefte aan. Eenmaal in de badkamer sluit ik de deur en maak ik me klaar voor deze nieuwe dag.
Nog even de laatste haarlak spuiten en dan ben ik klaar. Ik sta voor de spiegel en bekijk mezelf. Uhg, wéér een puistje! Gelukkig niet heel erg in het zicht. Was ik maar zoals Yildiz. Zij is ook 16 jaar en heeft geloof ik nog nooit ook maar 1 pukkel gehad... Maarja, het is nou eenmaal zo, praat ik mezelf moed in. Ik open de deur en het eerste wat ik zie is mijn andere broertje, Senn, die me geïrriteerd aankijkt. 'Zo hé, ben je nu eindelijk klaar?!' vraagt hij nijdig. Ik kijk hem verward aan. 'Zo lang ben ik toch ook weer niet in de badkamer geweest', zeg ik kortaf. 'Je moet niet zo overdrijven Senn.' 'Overdrijven?!' roept hij in mijn gezicht. 'Je hebt daar meer dan een half uur gezeten! En als ik dan op de deur klopte gaf je geen antwoord!' Een half uur? Dan kan nooit! Snel kijk in op de klok die in de gang hangt. Is het al 5 voor 8?! Ik sjees naar beneden om in 4 minuten mijn ontbijt klaar te maken en naar binnen te werken. 'Daar ben je eindelijk', zegt ma. 'Je 2 boterhammen liggen klaar op de bar.' Ik glimlach naar haar. Ze kijkt naar me met dezelfde twinkels in haar ogen als 9 maanden geleden. Al 9 maanden wacht ik. Wacht ik op de reis. Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Als een vrolijke vlinder kwam ik de kamer binnen gefladderd, omdat ik mijn eerste Whatsappje van Luka -nu mijn vriendje- had ontvangen. Toen stonden mijn ouders voor me. Mijn moeder had haar handen achter haar rug en had dezelfde twinkels in haar ogen als nu. Zonder iets te zeggen gaf ze mij een enveloppe. Verrast en nietsvermoedend keek ik haar aan, onwetende van wat het had kunnen zijn. Uit de enveloppe haalde ik een kaart tevoorschijn. Ik weet nog precies wat erop stond:
Lieve Jade,
Pa en ik zijn zo trots op jou en je mooie prestaties, dat wij dat wel een grote beloning waard vinden. Na al dat harde werken verdien je wel een paar weekjes ontspanning. Op 17 juli gaan wij saampjes vliegen naar Kuala Lumpur! Ik heb er heel veel zin in! Ik hoop jij ook, lieve schat!
Dikke kus,
Pa en Ma xxx
Toen ik de kaart las, vloog ik mijn ouders meteen om de hals... Ik ga helemaal terug in de tijd. Dat leuke moment, de emoties en vooral het vooruitzicht. Het vooruitzicht heeft me al zo veel plezier opgeleverd, maar het leukste komt nog: de reis zelf! 'Jemig Jade! Waar zit jij toch steeds met je hoofd? Huppekee, opschieten en naar school jij! Je hebt nog maar 15 minuten om op tijd te komen!' Verschrikt kijk ik op, ik het heden, in het nu. Ik laat de gedachtes van 9 maanden geleden achter me en leef weer verder in het moment. Snel pak ik mijn rugzak en geef ik mijn moeder en zelfs mijn broertjes een kus. 'Veel plezier Shunshine' zegt ma lief. Terwijl ik de deur uitstap, hoor ik mijn kleine broertje Senn nog wat naroepen; 'Ga maar weer lekker zoenen met Luka!' Hij steekt uitdagend zijn tong uit. Een klein jongetje van 9 jaar en nu al zo bijdehand. Lachend en zuchtend stap ik door de achterdeur.
Zucht. Wéér tegenwind. Op de heenweg heb ik er last van, maar ook altijd op de terugweg. Het lijkt wel alsof er een soort vloek op me rust. Alsof de wind altijd tegen me is. Chagrijnig trap ik zo hard als ik kan door naar school, waar ik de komende maand nog even flink mijn tijd moet verspillen. Onhandig pak ik mijn mobiel uit mijn jaszak om te kijken hoe laat het is, waardoor vervolgens een oud mannetje naar me roept dat ik beter op het verkeer moet letten en blalala. Nog 2 minuten. Dat moet lukken. Als ik op school arriveer, gooi ik mijn fiets in het fietsenhok en ren ik de school in, waar zojuist de bel gaat. 'Ben je daar eindelijk?!' zegt mijn beste vriendin Yildiz. Ik zucht. Dat is al ongeveer de derde keer dat ik dat hoor vandaag. 'Gewoon verslapen' antwoord ik droog. 'Wat hebben we eigenlijk?' vraag ik haar. 'Frans' antwoordt ze droog terug. Dan begin ik te lachen. 'Sorry' zeg ik. En ze lacht terug. 'Ik ben gewoon enorm chagrijnig, omdat ik zo heb moeten haasten vanochtend.' Intussen lopen we naar lokaal 402 waar we Fransles hebben. 'Geeft niks hoor', zegt Yildiz vriendelijk. 'Heeft iedereen wel eens last van.'
Als we over de drempel van het lokaal stappen, kijk ik mevrouw Hanssen, onze docente Frans, recht in de ogen aan. Het lijkt alsof haar ogen vuur spuwen. 'Snel zitten' snauwt ze naar ons. 'Jullie zijn weer eens een minuut te laat', zegt ze grimmig. Maar 1 minuut. Wat zeurt dat mens nou. 'Ik zal jullie dus helaas te laat moeten melden.' 'Voor die ene, miezerige minuut?' vraagt Yildiz kortaf. 'Gaan we brutaal doen, meisie?' Yildiz rolt met haar ogen. Tijdens de Fransles zat ik naast Yildiz, maar na een maand werd mevrouw Hanssen al gek van ons en kregen we beiden een andere plek toegewezen. Zij naast Wilfred en ik naast Bram. Wilfred is een bijzonder typje, maar hij heeft op zich zijn aardige momenten. Bram daarentegen... Bram is een hele irritante game verslaafde die bovendien alles beter weet. Een aparte combinatie als je het mij vraagt. Enorm vervelend om naast te zitten dus. Ik pak mijn Frans boeken erbij en probeer op te letten, maar die irritantte stem van Hanssen en haar saaie manieren van lesgeven, maken het er niet makkelijker op. Elke keer als ik dreig te verdwijnen in mijn gedachtes -wat erg snel gebeurt tijdens zulke saaie lessen- schud ik met mijn hoofd om toch nog op te letten. Maar na de 4e keer lukt het me niet meer en zak ik langzaam weg. Mijn eerste gedachtes gaan uit naar Luka. Het liefste vriendje van de hele wereld. Al 6 maanden zijn we samen. Hij is anderhalf jaar ouder en zit 1 klas hoger dan ik. Als hij me aankijkt dan smelt ik helemaal weg in zijn mooie, groene ogen. Ik open mijn ogen en zie de groene ogen voor me. Maar het hoofd dat om de ogen heen zit is niet dat van Luka. Luka heeft geen kromme neus. En al helemáál geen doorlopende wenkbrauw! Nu pas, nu pas besef ik me dat het mevrouw Hanssen is die voor me staat; met haar groene ogen, overigens niet zo mooi als die van Luka. Ik hoor de klas om me heen lachen. 'Ieuw' flap ik eruit. 'Pardon?' Hanssen gaat rechtop staan en loopt naar haar bureau, waar ze vervolgens een briefje pakt en wat opschrijft. Ik kijk om me heen en ik weet het al: dit wordt weer een strafuur. Bram stoot me aan. 'Waar zat jij met je kop?' vraagt hij. Ik heb geen tijd om te reageren, omdat Hanssen woest een briefje in mijn handen stopt. 'Niet lezen, gewoon afgeven bij rector Spelden.' Dat is het enige wat ze zegt en dan word ik het lokaal uitgestuurd. Ik loop de gang door, op weg naar de rector die op de 2e verdieping in zijn kleine kantoortje zit. 'Niet lezen gewoon afgeven bij rector Spelden' gonst het in mijn hoofd. Ach, wat maakt het ook uit. Ik vouw het briefje open en lees het aandachtig;
Spelden,
Deze hier let wéér niet op (wat wel vaker gebeurt). Ik ben er flink klaar mee. Geen genade en flink straffen, dat zal haar goed doen.
A. Hanssen
Niet nadenkend verfrommel ik het briefje. De bitch. Langzaam slenter ik verder door de gang. 'Wat doet dat hier?' hoor ik een zware stem brommen. Ik draai me om. Zal hij het gezien hebben, van het briefje? 'Ik ben op weg naar rector Spelden' probeer ik zo normaal mogelijk te antwoorden. 'Loop dan een beetje door.' Dat is het enige wat hij nog zegt.
Ik klop op de deur van de rector. 'Binnen' hoor ik hem zeggen. Zwijgend loop ik het kantoortje binnen en leg het briefje op zijn bureau. Terwijl hij het leest, gebaart hij dat ik moet gaan zitten. 'Hoeveelste keer is het dat jij er nu bent uitgestuurd?' vraagt hij. Dit is serieus een lastige vraag. 'Eh...' is het enige wat ik kan uitbrengen, want eerlijk gezegd ben ik de tel kwijtgeraakt. 'De 8e keer dit jaar' zegt Spelden. Ik voel dat ik rood aanloop, maar ik had het wel kunnen verwachten. 'En wat nu verder? Ik kan je een flinke straf geven, maar of dat helpt...' Ik kijk naar beneden om zijn blik te ontwijken 'Wat vind jij zelf een toepasselijke straf?' Niks, helemaal niks denk ik. Maar als ik dat zou zeggen dan zwaait er al helemaal wat, dus zeg ik: 'Ik weet het niet meneer.' 'Wat dacht je van...' Ik verwacht nu iets vreselijks. 'Een uitleg.' Een uitleg? Ik kijk hem vragend aan. 'Waarom was je er deze keer uitgestuurd? Geef een verklaring.' 'Nouja...' stamel ik. 'Ik was aan het dagdromen, denk ik.' 'Leg uit, waar dacht je dan aan?' Ik zwijg. Moet ik nu echt zeggen dat ik over Luka aan het dagdromen was? 'Nou' dringt hij aan. 'Over Luka' zeg ik dan toch maar eerlijk. 'Luka?' herhaalt hij. 'Is dat je vriendje?' Ik knik. 'Ahaa. Ik hoop dat je begrijpt dat dit geen geldig excuus is.' Ik knik weer. 'Er zit helaas niks anders op dan je toch maar straf te geven. Ik heb geprobeerd je te sparen...' Hij typt wat op zijn computer. 'Dat wordt de komende week melden om half 8. En dan heb je nog geluk dat het maandag is en je je dus maar 4 keer hoeft te melden, inplaats van 5 keer. Zo he, wat een geluk... Hier ben ik dan maar mooi klaar mee. Ik redde het vandaag al amper en ik moest "pas" om half 9 op school zijn. Spelden overhandigd me een briefje. 'Morgen weer inleveren met een handtekening van een van je ouders.' Nee hè, ook dat nog.
JE LEEST
MH17
Teen FictionEen verhaal over het verschrikkelijke vliegtuig ongeluk op 17 juli 2014. Lees en beleef hoe Jade dit meemaakt.