Hoofdstuk 1

420 18 2
                                    

 Ik liep lachend door de gangen van Ilvermonry heen, het laatste jaar was net een paar weken begonnen

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.


Ik liep lachend door de gangen van Ilvermonry heen, het laatste jaar was net een paar weken begonnen.

'Ik ga jullie wel missen hoor' hoorde ik een van mijn vriendinnen plotseling zeggen en ik schudde met mijn hoofd.

'We hebben nog een heel jaar'

'Ja maar..' het gesprek werd plotseling verbroken door de zware stem van schoolhoofd Fontaine.

'Amelia, meekomen nu' zei hij duidelijke en ik keek hem verbaasd aan en ik knikte.

Ik keek even schouderophalend naar mijn vriendinnen die mij ook verbaasd aan keken. Onze schoolhoofd sprak bijna nooit met de leerlingen, alleen als hij een toespraak moest houden.

Met een rap tempo liep ik achter hem aan naar zijn kantoor. Toen ik daar binnen kwam stonden daar mijn ouders en ze keken mij in paniek aan.

'Amelia' piepte mijn moeder en ik bleef stil staan.

'Wat is er aan de hand?' Vroeg ik in angst.

'Het is je broer, Silas' zei mijn vader enkel en hij zuchtte.

Ik hapte naar adem bij het horen van zijn naam en ik bleef geschrokt stil staan.

'Pak je spullen je vertrekt naar Engeland' zei hij er snel achteraan.

Verbaasd bleef ik staan en ik schudde mijn hoofd.

'Ik wat?!' Riep ik dit keer maar mijn vader reageerde er niet op.

'We hebben hier geen tijd voor, pak je spullen nu!' Piepte mijn moeder maar ik bleef staan.

'Het boeit mij echt niet wat die eikel van een broer nu weer heeft gedaan!' Schreeuwde ik in onmacht maar niemand luisterde naar mij, dat deden ze toch nooit.

'Nu!' Riep mijn vader wat duidelijker en schudde met mijn hoofd en sprintte de kamer uit en ik rende door de gangen naar mijn leerlingenkamer.

Ik stormde mijn kamer binnen en begon woedend mijn kleding zo snel mogelijk in de grote hutkoffer te gooien. Hoe kon Silas mijn leven nog moeilijker maken dan dat het al was... Plotseling ging de deur open en een van mijn vriendinnen stond in de deuropening.

'Amelia, wat ben je aan het doen?' Vroeg ze en ik haalde mijn schouders op.

'We vertrekken naar Engeland, ik weet niet waarom of voor hoelang' zei ik zacht en mijn vriendin kwam op me af rennen en sloeg haar armen om mij heen.

'Ik moet gaan' zei ik uiteindelijk en ik tilde mijn hutkoffer op en ik gaf mijn vriendin nog een laatste knuffel voordat ik de leerlingenkamer uit rende.

Mijn ouders stonden al ongeduldig op mij te wachten in de gang.

'Eindelijk daar ben je' zuchtte mijn moeder.

'Waarom gaan we weg?' Zei ik boos maar mijn vader gaf geen antwoord, hij pakte me alleen bij mijn bovenarm en hij begon met een rap tempo te lopen. Ik stopte maar met het vragen, want antwoorden zou ik nu toch niet krijgen.

We stapte in de eerst volgende niet magische vliegtuig en we vlogen naar Engeland.

'Mam, wat is er nou aan de hand, wat heeft Silas nu weer gedaan, heeft het met mij te maken?' Vroeg ik nog een keer en ze schudde haar hoofd.

'Dat hoef jij niet te weten' zei ze enkel en ik voelde de woede opborrelen.

'Hoezo hoef ik dat niet te weten?! Jullie hebben mij uit mijn school getrokken en ik moest al mijn vrienden achterlaten' siste ik en mijn moeder keek mijn vader angstig aan die zijn hoofd schudde.

'We hebben het er wel over als we je hebben afgezet' zei hij en ik keek hem verbaasd aan.

'Afgezet? Afgezet waar?' Maar opnieuw kreeg ik weer geen antwoord. De hele vliegreis bleef het stil, niemand wilde ook maar iets zeggen.

We stapte daarna in een auto en reden nog voor een uurtje en we stopte voor een groot huis.

'Wat is dit' vroeg ik en ik draaide me om naar mijn moeder die een traan over haar wang had lopen.

'Mam, wat is er aan de hand?' Vroeg ik nu wat duidelijker en mijn vader zuchtte.

'Je broer Silas, heeft iets heel ergs verkeerds gedaan en wij moeten hem nu gaan zoeken voordat het erger word, voor je eigen veiligheid woon je eventjes hier'

Ik keek naar achteren, waar de grote zwarte letters wezenhuis zeiden.

'Silas is hier? Ik wil helpen zoeken!' piepte ik
Mijn ouders negeerde volledig mijn vraag

'Je begint morgen op Hogwarts, een tovenaar school hier in Engeland, we hopen dat we je snel weer terug zien' zei mijn vader en hij overhandigde een formulier die ik meteen aanpakte en ik keek erop.

'Ik snap nog steeds niet waarom ik niet gewoon in Amerika kon blijven' mompelde ik maar natuurlijk kreeg ik geen antwoord.

Amelia Hayes, stond er in grote koeienletters op. Beide ouders omgekomen in een auto-ongeluk.

'Waarom staat er Hayes? Mag ik mijn eigen achternaam niet meer gebruiken?'

'Nee schat, voor je eigen veiligheid heet je niet meer Amelia Crump maar Amelia Hayes oke?' Zei mijn moeder klam en ik knikte. Nog steeds snapte ik niet wat er aan de hand was.

Wat had mijn broer gedaan dat zo erg was dat mijn ouders het niet eens hard op konden zeggen? Iets ergers dan wat hij met mij had gedaan.

'We gaan je missen' piepte mijn moeder toen en ze sloeg haar armen om mij heen.

'Nou, wees sterk! We komen voor je terug' zei ze en mijn vader knikte. Langzaam draaide ik me om naar het weeshuis, waar ik dus nu mijn tijd uit moest zitten.

'Maar hoelang blijven jullie weg?' Zei ik zacht en ik draaide me om, maar de straat was leeg. Mijn ouders waren weg...

Will you still be there ? ||Remus Lupin Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu