‘Wat heb je daar?’ vroeg Eva toen ze Wolfs snel een plastic tasje met inhoud zag wegmoffelen. ‘Oh, dit?’ verbaasd keek hij naar de tas, net alsof ook hij het voor de allereerste keer zag. ‘Gewoon, iets wat ik zojuist heb opgehaald.’ Zo snel als hij kon probeerde hij naar boven te komen. ‘Floris Wolfs, houd halt en overhandig mij die tas,’ eiste Eva met haar politie stem. Met zichtbare twijfel deed hij wat er van hem geëist werd. Eva genoot net een tikkeltje te veel van dit moment.
‘Zo, zo. Nou, nou,’ speelde ze overtuigend terwijl ze de plastic tas van hem aanpakte en de inhoud grondig inspecteerde. ‘Een schoenendoos zie ik hier. En wat zit er in die schoenendoos?’ Met gespeelde overdaad tilde ze de deksel op. ‘Ach kijk nu toch wat we hier aantreffen,’ ging ze verder. ‘Meneer is hardloopschoenen gaan kopen. Want die had Meneer natuurlijk nog niet zeker?’ Lachend deed ze de deksel terug op de doos en gaf de tas terug aan Wolfs. ‘Nou, nee, toevallig niet,’ antwoordde Wolfs defensief. Het schaamrood stond op zijn wangen af te lezen. Eva vond het maar al te schattig, maar kon het toch niet laten een nieuwe, rake, opmerking te plaatsen. ‘Je weet wel dat je nieuwe schoenen in moet lopen hè? Als je hier nu al meteen mee gaat hardlopen kun je ervan uitgaan dat je blaren gaat krijgen.’ Halfbakken gingen Wolfs’ schouders omhoog. ‘Dat zal wel loslopen,’ mompelde hij. ‘Letterlijk of figuurlijk?’ haakte Eva hier slim op in. Na een vernietigende blik van haar partner in ontvangst te hebben mogen nemen gooide ze haar handen ter overgave de lucht in. ‘Je moet het helemaal zelf weten natuurlijk. Maar kom straks niet bij me klagen dat ik je niet gewaarschuwd heb.’
Nog geen half uurtje later stonden beide rechercheurs klaar om Eva’s deel van de weddenschap in te lossen. Wolfs had naast zijn nieuwe hardloopschoenen een trainingspak van de politie aangetrokken, en Eva haar kenmerkende zwarte top en kort broekje. ‘Klaar voor?’ vroeg ze, terwijl ze haar spieren aan het warm maken was. Op de plaats joggend keek ze haar partner vragend aan, terwijl die juist met een ongelooflijk ongelukkig gezicht naar zijn nieuwe schoenen stond te kijken. ‘Moet dit echt?’ Als antwoord deed Eva de voordeur open en gaf haar partner een klein duwtje dat hij haar voor moest gaan naar buiten. ‘Dit moet,’ lachte ze terwijl ze hem naar buiten volgde.
Vanaf de Sint Bernardusstraat volgden de twee de weg door de Helpoort richting het Stadspark, en zo via de Jeker naar het Aldenhofpark. Alles bij elkaar waren ze nog geen kilometer van hun woning verwijderd, maar Wolfs hield ineens halt en stond te hijgen alsof hij zojuist een complete marathon had voltooid. ‘Even. Wachten. Eva. Ik. Kan. Het. Niet. Bijhouden,’ puft hij. Joggend op de plaats stond Eva op een klein afstandje tevreden toe te kijken. ‘Kom op oude man, even doorzetten nu!’ Dat ze met zo’n opmerking een gevoelige snaar raakte bij haar collega wist ze maar al te goed. Wat ziet hij er toch aandoenlijk uit in zijn buitenproportionele trainingspak en helemaal buiten adem, dacht ze in zichzelf. Eva, doe normaal. Meteen zette ze zichzelf op de plaats.Wat is dat nu weer voor een bizarre gedachte? Haar afweermechanisme is nu eenmaal zo ingesteld dat zodra er ook maar de onschuldigste gedachte over haar partner langskomt ze zichzelf erop aanspreekt.
Wolfs leek duidelijk op zijn teentjes getrapt te zijn door de indirecte opmerking over zijn leeftijd, en hij wilde zich absoluut niet laten kennen. Met de grootste moeite, al dan niet verborgen, stond hij weer recht en volgde Eva verder het pad langs de Jeker af. Voorbij het Jekerpark, waar de huizen plaats maakten voor groene heuvels en velden, waren de twee praktisch alleen. Ze deelden het prachtige landschap enkel met wat vogels en hier en daar wat vee in de wei.
Niet veel later merkte Eva dat Wolfs weer achterop aan het raken was. ‘Kom je nog?’ riep ze achteromkijkend. Meteen zette hij de pas erin en binnen een paar seconden had hij haar ingehaald. ‘Kom je nog?’ nu was het Wolfs die achterom riep. Een glimlach vormde zich om Eva’s lippen. Zo snel als ze kon rende ze haar partner achterna. Op het moment dat ze hem dreigde te passeren werd ze van de zijkant vastgepakt en naar de grond getrokken. Met een zachte landing kwamen ze samen in het gras te liggen. Of het zo moest zijn kwam Wolfs half op haar terecht. Wat doet hij nu? Eva’s initiële schrikreactie werd meteen gevolgd door een onuitstaanbaar kriebelig gevoel over haar hele lichaam. ‘Denk jij mij te snel af te zijn?’ dreigde Wolfs terwijl hij haar overal waar hij kon maar kietelde. ‘Wolfs… Wolfs… Stop!’ smeekte ze. Tevergeefs bleek, want haar partner hield alles behalve op. ‘Dat krijg je ervan als je mij op zo’n hautaine manier behandeld Van Dongen. Als je denkt dat je beter bent dan mij. Dan moet je het bekopen met de kieteldood.’ De tranen van het lachen liepen over Eva’s wangen. Dit trok ze niet langer. Anderzijds zou ze willen dat dit nooit zou ophouden. Stop dit. Stop dit nu, dacht ze in zichzelf. Met alle kracht die ze nog kon vinden in haar getergde lichaam pakte ze Wolfs’ zijn rechterarm vast en draaide hem van haar weg. In een vurige snelheid waren de rollen nu omgedraaid en zat ze bovenop hem, zijn handen stevig vasthoudend zodat hij er niet nogmaals in zou slagen haar met een kietelaanval te verrassen. Met een grote glimlach lag Wolfs nu onder haar. Die uitdagende, grote glimlach. Ze was zich volledig bewust van het lichaam onder haar, maar het waren zijn lippen die nu alle aandacht opeisten. Zachte lippen die er zo fijn uitzagen, en haar als een magneet aan leken te trekken. Voorzichtig leunde ze steeds verder voorover. De centimeters afstand tussen hun monden veranderen langzaam naar millimeters. Vijf millimeter, vier, drie… EVA, doe normaal! Dit kan écht niet. Houd onmiddellijk op! Met dezelfde snelheid als de zojuiste overmeestering sloeg ze één been de andere kant uit en zorgde ervoor dat ze zowat een meter van Wolfs vandaan kwam te liggen. Hem aankijken durfde ze niet. In plaats daarvan keek ze naar de lucht. Witte wolken vlogen met grote vaart over. Kijken naar de lucht is goed. Lucht is veilig. Blijf naar de lucht kijken.
Door de oncomfortabele houding haalde ze het elastiekje uit haar haar en voelde meteen de wind er doorheen waaien. Voor een kort ogenblik was het compleet stil. Alleen de wind deed de bladeren om hen heen ritselen, en was tegelijkertijd het enige geluid dat werd voortgebracht.
Na wat een eeuwigheid leek te duren draaide Eva haar hoofd dan toch naar links. Meteen keek ze in de sprekende ogen van haar partner. Ze voelde zich rood worden, maar ze hoopte dat Wolfs het niet zou zien door de pluk haar die net op het juiste moment in haar gezicht waaide. Snel sloeg ze haar ogen neer toen ze zijn hand haar richting op zag komen. Met uiterste voorzichtigheid bracht hij de pluk haar terug op zijn plek, daarbij zachtjes over haar gezicht strelend. Even bleef zijn hand op de zijkant van haar hoofd liggen. Haar ademhaling versnelde en ze voelde van alles gebeuren in haar onderbuik. Waar komt dit nu ineens vandaan? Laat het alsjeblieft snel stoppen. Met een ruk trok ze haar hoofd weg van zijn aanraking en sprong op. ‘Wie het eerste thuis is!’ riep ze terwijl ze hard begon te rennen.
JE LEEST
Flikken Maastricht - In het kort gezegd
FanfictionEen verzameling van korte Flikken Maastricht verhalen. Want wie het kleine niet eert... Cover door: @Marleenh20