13 februari 2005
Met gebogen hoofd liep Marion het bureau binnen. Zwijgend nam ze plaats achter haar bureau, waar ze doodstil bleef zitten. Op Eva's begroeting reageerde ze niet. Haar handen rustte op een aantal documenten, maar haar blik bleef op het zwarte beeldscherm van haar computer gericht.
Met een schuin oog hield Eva haar collega en vriendin van achter haar eigen bureau in de gaten. Met één hand omklemde ze een kop koffie die inmiddels koud was geworden en met haar andere typte ze een aantal gegevens in op haar computer. Na een tijdje kon ze zich echter niet langer inhouden. Er zat haar collega iets dwars en Eva wilde weten wat. Met haar voeten schuivend over de grond reed ze haar bureaustoel Marion’s kant uit. De roodharige agente schrok op uit haar gedachten op het moment dat haar vriendin een hand op haar arm legde. ‘Hee, wat is er aan de hand?’ uitte Eva haar bezorgdheid. De schok was van Marion’s gezicht af te lezen, maar een antwoord bleef uit. Gerustellend streek Eva met haar duim over Marion's onderarm. ‘Wat het ook is, je weet dat je me alles kan…’ Ze was nog niet uitgesproken toen Marion haar mond opendeed. ‘Ik heb iemand aangereden.’ Ze was amper te verstaan. ‘Wat zeg je?’ Eva hoopte dat ze het niet goed gehoord had. ‘Ik heb iemand aangereden,’ herhaalde Marion. ‘Wat? Wanneer?’ Dit waren niet de behulpzame woorden waar ze haar collega mee kon steunen, maar Eva was nu zelf zo geschrokken dat dit het enige was wat ze voort wist te brengen. ‘Gisteravond. Ik… ik was op weg naar huis en ik zag hem niet. Ik zag hem echt niet. Het was donker en hij had geen licht op zijn fiets. Ik had groen. Ik zag hem echt niet Eva.’ Er liepen wat tranen over haar wangen. Eva voelde mee met haar vriendin, maar moest ook de feiten te weten komen om zo te kunnen bepalen hoe ernstig de situatie was. ‘Is hij…?’ Daarop schudde Marion overtuigend haar hoofd. ‘Nee, nee dat denk ik niet, maar hij is wel overgebracht naar het ziekenhuis. Ik weet niet, ik weet niet hoe erg… Hij is pas vijftien.’ Beide vrouwen schrokken op toen er vanuit Flamands kantoortje een luid: ‘Marion, mijn kamer graag, ‘ kwam. Eva gaf haar vriendin een bemoedigend kneepje en keek bezorgd toe hoe Marion zich naar het kantoortje van hun leidinggevende begaf.
Het had weinig gescheeld of Eva was zelf naar Flamands kamer gelopen om te vragen hoe het allemaal zat. Geduld was niet echt haar sterkste kant en nu haar vriendin in de problemen zat wilde ze haar koste wat kost helpen. Zenuwachtig ijsbeerde ze wat door de kantoortuin, de geïrriteerde blikken van collega’s negerend. Het leek wel een eeuwigheid te duren voordat de deur van de hoofdinspectrice eindelijk open ging en Marion naar buiten kwam. ‘En?’ vroeg Eva die zich niet langer in kon houden en met ferme passen op haar vriendin afliep. ‘Het gaat goed met de jongen, hij mag vandaag weer naar huis.’ De intense opluchting was van Marions gezicht af te lezen. Eva vloog haar meteen om de hals. ‘Wat goed, wat fijn!’ riep ze uit. Marion stond nog steeds als verdoofd in het midden van de kantoortuin. Pas toen Eva haar had losgelaten sprak ze. ‘Ik wil vanavond even langsgaan bij die familie. Ik moet mijn verontschuldigingen aanbieden.’ Eva knikte begrijpend. ‘Zal ik met je meegaan?’
Die avond reed Eva met Marion naast zich in de auto de Abtstraat in. De agente had een bos bloemen in haar linkerhand. Haar rechterhand trilde. ‘Dit vergeef ik mezelf nooit meer,’ fluisterde ze toen de auto tot stilstand was gekomen in de buurt van waar de jongen woonde. Eva zuchte en keek haar vriendin aan. ‘Het was niet jouw fout. Het is heel ongelukkig, maar dit zou iedereen kunnen gebeuren.’ Marion bleef stuurs voor zich uitstaren. ‘Die jongen heeft in het ziekenhuis gelegen doordat ik niet goed oplette.’ Nu schudde Eva haar hoofd. ‘Jij had groen en die jongen fietste door rood, in het donker, zonder licht op. De kans dat je hem had kunnen zien was zeer klein.’ Marion knikte langzaam. ‘Ja, misschien…’ Niet overtuigd. Met haar hand reikte ze naar het portier en stapte uit. Zonder nog een keer achterom te kijken liep ze naar nummer 68 en belde aan. Eva zag hoe haar collega uiteindelijk werd binnengelaten. Ze had er graag bij willen zijn om Marion steun te bieden, maar die had te kennen gegeven dat dit iets was wat ze alleen moest doen. Met haar vingers tokkelde Eva ongeduldig op het stuur. Eindelijk dan, na een minuut of 15 kwam Marion weer buiten.
Lijkbleek nam ze terug plaats op de passagiersstoel van de auto. ‘Gaat het?’ vroeg Eva bezorgd. Marion haalde haar schouders op. ‘Ze zijn niet boos.’ Daarop gaf Eva haar een bemoedigende glimlach. ‘Dat is alleen maar fijn toch?’ Marion staarde uit het raam. ‘Ze zijn niet boos, maar die jongen heeft nu wel een gebroken been en een hersenschudding.’ Even pauzeerde ze. ‘Omdat ik hem heb aangereden.’ Eva snapte het zo goed. Snapte zo goed waarom Marion zich schuldig voelde. Maar het deed haar pijn haar zo te zien en ze zou willen dat ze wat van dat schuldgevoel op zich kon nemen. Woorden schoten echter tekort. Ze pakte Marions hand vast en gaf er een klein kneepje in. ‘Zullen we bij mij thuis nog iets gaan drinken?’ Op die vraag ontving ze een klein knikje.
Vandaag
‘Die familie heeft na een maand nog een kaart naar me gestuurd. Heb ik je dat eigenlijk wel eens verteld?’ vroeg Marion. Eva zat naast het ziekenhuisbed op een stoel. De twee vrouwen waren herinneringen aan het ophalen. Gek eigenlijk, bedacht Eva zich. Normaal gesproken namen ze nooit eens de tijd om over dingen van vroeger te praten. Ontkennend schudde ze haar hoofd waarop Marion verder ging. ‘In die kaart stond dat ze me niks verweetten en dat ze hoopten dat het goed met me ging. Dat vond ik wel heel fijn. Zo kon ik het uiteindelijk voor mezelf een beetje afsluiten.’ Eva knikte dat ze het begreep. ‘Maar goed,’ veranderde Marion spontaan van onderwerp, ‘waarom hebben we het hierover? Laten we het over iets leukers hebben.’ Haar pretoogjes verraadden al lichtelijk wat er nu zou komen. ‘Over jou en Wolfs bijvoorbeeld. Hoe zit het daar nu allemaal mee?'
JE LEEST
Flikken Maastricht - In het kort gezegd
FanfictionEen verzameling van korte Flikken Maastricht verhalen. Want wie het kleine niet eert... Cover door: @Marleenh20