Hoofdstuk 6: De glimlach verdween niet

554 65 3
                                    

HOOFDSTUK 6

POV. Nesryn
Ik zit op een bankje op het station van Rotterdam. Ik wacht tot er en trein vanuit Groningen arriveert, omdat daar één of andere sukkel in zit die geobsedeerd is met elfen. Hij weet van het labincident af, en ik bedacht me dat hij nog eens handig kan worden. Ah, daar is de trein al. Even kijken, waar stapt hij uit. Oh, recht voor m'n neus. "Haay!! Leuk je te ontmoeten in het echt!" Ik ga denk ik maar heel erg ga slijmen. "Insgelijks, leuk om jou te ontmoeten, eh, waar zullen we heen gaan?" Hij staat er echt een beetje bij als een mislukte kever. "Oh, eh, ik weet wel een leuk terrasje in de stad, zullen we daar heen gaan?" Hij stemt in en we wandelen er naartoe. Als we gaan zitten bestelt hij een cola en ik mineraalwater. Ik kan het niet helpen, maar ik hou zo van water! Niet om in te zwemmen ofzo, maar de smaak ervan! Het is al zo sinds ik in een waterelf ben veranderd. Eigenlijk wel logisch... Het is eigenlijk wel een afgelegen terrasje, maar dat heb ik expres gedaan, ik wil, niet dat te veel mensen me zien. Ik heb dan wel mijn professionele masker op, ik lijk toch nog steeds wel een beetje op mezelf. En iedereen denkt dat ik een gevaarlijke gevangene ben. Niet echt handig... Maargoed.

POV. Emmyth
JAAAAAAAAAAAAAAAAAAA!!!!!!!!!!!!!!!! Ik kan weer normaal lopen!! Eerst was het nog erg wankel, maar het lukt me gewoon weer! Eigenlijk voelt het heel gek... Als je zo lang niet hebt kunnen staan. Maar het voelt ook gewoon geweldig! Ik wil rennen, springen, vliegen! En tja, waarom ook niet? Ik ren naar het raam, maar het lot staat toe. Ik blijf steken en voel een lelijke steek in mijn buik. Ohja, ik was even vergeten dat mijn pols en buik aan het infuus zaten... Helaas... Maar ik wil wel even de benen strekken, dus ik pak mijn infuus en loop de gang op. Als ik bij de lift kom wil ik op het knopje drukken, maar hij gaat al open. Er komen een paar dokters uit en ze staan naast een bed. Er ligt een lief oud dametje in. Ze glimlacht naar me en dan doet ze haar ogen dicht. De dokters schieten in de paniek en racen naar de O.K (operatiekamer)... Ik voel me gelijk verdrietig... Ik haat het dat mensen zo snel moeten sterven! Als mens heb je geluk als je 80 of 90 word. Wij elfen kunnen wel honderden jaren worden. Alleen merk je dat niet echt, want we blijven er de eerste honderd jaar uit zien alsof we nog ongeveer 25 zijn. Ik stap de lift in en druk op het knopje met de 'B' van begane grond. De lift gaat snel naar beneden. Ik zie mezelf in de spiegel. Ik ben alweer bijna hersteld, maar er zit nog steeds veel verband om me heen. De deuren gaan open en ik stap de drukke hal binnen. Ik kijk in het rond. Bij de spoedeisende hulp is het druk. Alle bedden liggen vol met mensen. Steeds meer dokters verzamelen zich in de ruimte en gaan rond de bedeen staan. Ik probeer te luisteren wat er allemaal gezegd word. Blijkbaar zijn er twee stadsbussen op elkaar geknald en er zijn veel slachtoffers, dat blijkt zeker. Ik wend mijn blik af. Waarom is het leven zo oneerlijk? Ik vraag me soms af waarom we eigenlijk bestaan... Ik kan alleen maar geen logische verklaring bedenken... Sommige mensen zeggen dat God ons gecreëerd heeft, maar als hij zo goed is, waarom zou hij dan ook voor auto-ongelukken zorgen, of voor ziektes... Ik weet het allemaal niet meer...

Emmyth 2: NandorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu