Met het hakje van haar pump tikte Nadia op de granieten vloer van de wachtkamer. De zwarte vloer vormde een contrast met de witte glimmende wandtegels. In de reflectie kon ze zichzelf alleen op de witte brede bank zien zitten. Haar rode krullen sprongen rond haar hoofd. Schuin tegenover haar zat een man van middelbare leeftijd. Hij droeg een krijtstreeppak. Het dunne pennetje in zijn hand vloog over zijn pda. Ze zuchtte.
Nadat de scanner, bij het voedselmagazijn, de chip in haar pols uitgelezen had, bleek dat haar vorige maandelijkse medische keuring verlopen was. De computer had haar uitgelogd en was verder gegaan met de volgende klant.
‘Mevrouw Zomers,’ galmde een vrouwenstem door de intercom. Nadia veerde op en liep naar keuringskamer twee, waar de deur van openzwaaide. Het volgende witte vertrek werd zichtbaar. Ze nam plaats op de zwarte stoel, waar een computer aan gekoppeld was. Haar chip werd nogmaals gescand, terwijl de bloeddrukmeter zich om haar arm sloot. In het daarop volgende kwartier, werd ze aan het onderzoek onderworpen waarin haar bloed werd geprikt, ze werd gewogen, haar vetpercentage werd gemeten en ze een potje met haar urine moest vullen.
Met een piep startte Nadia’s computer op. Ergens op het bureau, tussen haar boeken over databases en statistieken, de pennenbak, agenda, mobiele telefoon en fotolijstjes, moest haar knalgele koffiemok staan. Ze glimlachte, als ze niet zo goed met databases was geweest, was ze waarschijnlijk niet bij Sociatronics aangenomen.
Sinds Sociatronics de chip had ontwikkeld, waarmee ieders gezondheid aan een eetpatroon kon worden gekoppeld, was het tot een van de grootste bedrijven uitgegroeid. De gehele bevolking had een chip in de rechterpols gekregen, waarin medische gegevens werden opgeslagen. Alle gegevens werden in een centrale database opgeslagen. Het voedselmagazijn was aan deze database gekoppeld. Hierdoor kon men alleen nog producten krijgen die goed waren voor de eigen gezondheid.
‘Zoek je deze?’ Maria kwam met twee koppen koffie aanlopen. Ze zette de gele naast Nadia’s beeldscherm en nam plaats achter haar eigen bureau. Afgezien van een computer en pda was dat leeg. Haar bruine lokken waren keurig opgestoken en het grijze mantelpakje zat als gegoten.
‘Dank je,’ glimlachte Nadia terwijl ze een werknotitie van haar toetsenbord af plukte. Ze probeerde een rode pluk haar op zijn plek te duwen en streek haar blouse glad.
Op dat moment kwam haar chef, John Verdam, binnen lopen.
‘Nadia,’ zei hij joviaal terwijl zijn bierbuik boven zijn maatbroek uit schommelde,‘Hoe staat het met de database?’
‘Momenteel ben ik bezig met de militaire database. Voor de diverse functies heb ik de aanname-eisen bekeken en maak op basis daarvan een selectie. Als we de functiedatabase aan de hoofddatabase koppelen, zouden uit de gehele bevolking de meest geschikte personen geselecteerd kunnen worden.’
‘Prima, prima. Ik heb naar je idee gekeken om de bevolking op bacteriën te scannen. Momenteel worden de mogelijkheden in het lab onderzocht. Zelf wil ik een systeem ontwerpen waarin gecontroleerd kan worden wie met wie omgaat.’
‘Is dat niet in strijd met de privacy?’ zei Maria verbaasd.
‘Privacy?’ bromde John, ‘Privacy is een gevaar voor de samenleving.’ Hij draaide zich om en verliet de kamer.
‘Hoe zou hij dat toch doen?’ vroeg Maria.
‘Wat?’
‘Aan al het eten komen om zijn gewicht op peil te houden. Ik hoef maar een kilo aan te komen om geen chocoladerepen meer te krijgen bij het magazijn.’
Nadia haalde haar schouders op: ‘Er zullen altijd fabrikanten zijn die zijn gunst willen kopen met chocola en calorierijke maaltijden.’
Nadia stond in een hal met zeven donkere deuren. Ze haalde haar pols langs de eerste deur.
‘Geen toegang tot de woonkamer. U hebt er al twee uur in doorgebracht. Het is tijd voor beweging.’
Dan maar de tweede deur.
‘Geen toegang tot de badkamer. U heeft zich al gedoucht, meer water verbruiken is verspilling.’
Zuchtend ging ze naar de derde deur.
‘Geen toegang tot de voorraadkast. U hebt uw drie maaltijden voor vandaag al gehad.’
Snel door naar deur vier.
‘Geen toegang tot het toilet. U bent een uur geleden nog geweest. U hoeft nu echt niet.’
Deur vijf soms?
‘Geen toegang tot de garage. Het gebruik van de auto is slecht voor het milieu.’
Ze rende naar deur zes.
‘Geen toegang tot de slaapkamer. Het is nu veel te vroeg om te gaan slapen.’
Weg hier! Deur zeven.
‘Geen toegang tot de buitenwereld. U bent al vijf keer weggeweest, zes keer weggaan wijst op rusteloosheid.’
Zwetend schrok Nadia op. De oplichtende cijfers op haar wekker gaven aan dat het vier uur was. Ze stond op en liep naar de keuken, waar ze een glas water dronk. Het moest ophouden. Waar was ze me bezig? Die databases waren veel meer dan een hulpmiddel om de bevolking gezond te houden. Vastbesloten liep ze naar de woonkamer en startte haar laptop op.
‘John,’ bromde Nadia’s baas door de telefoon.
‘Met Nadia. Ik neem ontslag. Zet het journaal maar aan, dan zul je het begrijpen.’ Ze hing op voordat haar baas kon reageren.
‘- zullen een grote impact op het dagelijks leven hebben. Zo zal de werving van geschikte werknemers in de toekomst via databases geschieden. Uit de rapporten die wij door een werknemer van Sociatronics toegezonden hebben gekregen blijkt dat het bedrijf vergaande plannen heeft –’ Het beeld viel even weg, maar werd bijna direct weer zichtbaar.
‘- om de veiligheid van ons land te verbeteren. De raad van afgevaardigden noemde Sociatronics het beste wat ons land overkomen is.’ Ze drukte de tv uit.
Het beste wat ons land overkomen is? Met Sociatronics zouden de burgers geen vrijheid meer over houden. Alles wat ze deden zou vast komen te liggen in een database. Ze beet op haar lip. Hoe had ze hieraan mee kunnen werken? Ieder nadenkend mens had dit aan kunnen zien komen. De deurbel ging.
Voor haar stonden twee mannen in witte jassen. Iets verderop stond een wit busje.
‘Goedemorgen, mevrouw Zomers,’ zei de linker, een lange twintiger met donker haar.
‘We wilden u graag onderzoeken in het Centrum voor de psychische gezondheid. Dit naar aanleiding van een tip van uw baas. Als u zo vriendelijk zou willen zijn om met ons mee te gaan,’ zei de rechter, een brede man met blond haar.
‘Na een tip van mijn baas?’ zei ze schril.
‘Inderdaad Nadia,’ haar baas kwam langs de huizen aanlopen. Ze greep de deur en wilde hem dichtgooien, maar de linker broeder had zijn voet al tussen de deur en de rechter greep haar bij haar arm. Zijn hand omvatte haar arm in een ijzeren klem.
‘Dan zullen we het op uw manier moeten doen,’ de blonde man haalde een spuit met injectienaald uit zijn jas, terwijl de ander haar beide armen nu stevig vast hield. Ze probeerde zich los te wurmen, maar voelde de naald onder de huid van haar linkerarm doordringen. John kwam er nu ook bij.
‘Je dacht toch niet echt dat het echt zou lukken?’ Ze wilde hem uitschelden, tegen hem schreeuwen, maar haar ogen werden zwaar en alles om haar heen werd zwart.\urmen, maar voelde de naald al hem schreeuwen, maar haar ogen werden zwaar en alles om haar heen werd zwart.st hield.ar bij ha