De zon was inmiddels al lang verdwenen. Onder de bomen was het donker, heel af en toe gaf een gat in het bladerdak de eeuwige sterrenhemel erboven weer. Onze, nu veel grotere, groep begaf zich in stilte voort. Asl had al sinds ergens vanochtend geen woord meer gesproken en iets in me vroeg zich af waar hij mee zat, toch kon ik niet de energie opbrengen om het hem te vragen. Zelfs Tero was stil, maar dat maakte me niet uit. Op het moment was het al genoeg dat hij zich eindelijk weer bij me bevond. Ik had hem vreselijk gemist en het gevoel van opluchting dat ik had gehad toen ik hem weer zag viel niet te beschrijven. Tevens was ik Morgane dankbaar dat ze Cordelia had gered, al wist ik nog steeds niet precies wat ze had gedaan. Cordelia zag er een stuk beter uit en zat ontspannen op Hagen zijn merrie. Die nu trouwens samen met Morgane de rij sloot, alhoewel de Elf hem schijnbaar had geprobeerd te ontwijken nog niet veel eerder.
Een diepe zucht slakend, richtte ik mijn aandacht weer naar voren. We hadden eerder gerust, maar Aeolus had ons verteld dat het veiliger was om door te reizen. Schijnbaar bevonden we ons in een gevaarlijk stuk van Saltus. Alhoewel het voor iets anders dan een Elf waarschijnlijk overal gevaarlijk was. In ieder geval hield Aeolus een hoog tempo aan. Tero had gedurende onze rit nog niet veel gepraat. Wel kon ik overduidelijk de opluchting voelen die van hem afstraalde. Zijn gedachten waren rustig en zijn oren draaiden zo nu en dan naar een geluid in de verte. Hij volgde de grote Farantiaan voor ons, die met grote passen over een amper zichtbaar pad zich voort haastte. Soms kon ik Aeolus argwanend om zich heen zien kijken, maar hij vertraagde zijn pas niet. Asl liep ergens achter me. Dat ik een blik naar achteren wierp, kon ik zien dat hij enigszins moeite had om de passen van de grotere Farantiaan bij te houden. Ik kneep kort in de teugels en Tero draaide een van zijn oren naar me toe. De Eenhoorn had tuigage opgehad, wat opstappen een heel stuk makkelijker had gemaakt. Wel vroeg ik me af hoe hij eraan was gekomen. Zijn oude zadel en hoofdstel zouden in de stallen op landgoed Fyndabair moeten liggen. 'Hagen heeft het ergens vandaan gehaald.' De altijd kalme stem dreef door mijn gedachten heen. 'Hoe ben je hem nou eigenlijk precies tegengekomen?'. Opnieuw bleef het even stil. 'Ik was onderweg naar Fevuria toen ik hem tegenkwam. Hij had een idee over wat er gebeurt was en was vastbesloten om naar Saltus te reizen.' Tero stapte over een grote tak heen die over het pad lag. Hij vervolgde zijn verhaal niet, alsof hij niet durfde te vertellen wat er echt gebeurt was en ook klopte het niet helemaal met het excuus dat hij eerder had gebruikt. Een inwendige zucht slakend vroeg ik niet verder, maar probeerde ik de herinneringen van de Eenhoorn te onderzoeken. Het duurde alleen niet lang voordat Tero me door had. Pijn overstroomde me, er ging een steek door mijn hart heen, die net zo snel weer verdween als hij was gekomen. Ik was tegen een muur opgelopen en de herinnering die ik had gevonden, glipte zonder moeite door mijn vingers.
Net op het moment dat ik de Eenhoorn er opnieuw naar wilde vragen, klonk er achter me een luidde plof. Meteen draaide ik me om in het zadel. Het was Asl. De tak waar Tero over heen was gestapt, had de Farantiaan op de een of andere manier over het hoofd gezien. Hij probeerde wanhopig overeind te krabbelen, maar zodra hij steun zette op zijn gewonde arm, viel hij kreunend weer op de mossige grond. Een enkel blauw oog boorde zich in de mijne. Ik sloeg mijn been over het zadel en landde iets te hard op de grond. De klap trok pijnlijk door naar mijn hoofd, maar ik negeerde het duizelige gevoel en begaf me in de richting van de Farantiaan. Die zich inmiddels wel enigszins overeind had weten te hijsen. Bezorgdheid teisterden mijn gedachten. In de laatste uren was de kleur weggetrokken uit zijn gezicht. Donkere wallen sierden zijn normaal altijd sprankelendr ogen en op de plek van de wond was zijn uniform roodgekleurd. Voorzichtig pakte ik zijn goede arm vast en ondersteunde hem, terug in de richting van Tero. Aeolus stond inmiddels naast de Eenhoorn. Hij had een onleesbare uitdrukking op zijn gezicht, maar zijn ogen stonden bezorgd. Niet om Asl, maar om iets anders. Iets dat zich verborgen hield onder de schaduwen van de eeuwenoude bomen. Een gevaar dat we niet konden zien, niet aankonden zien komen als het besloot om aan te vallen. Zonder te spreken hielp Aeolus de gewonde Farantiaan op Tero zijn rug. Deze wilde protesteren, maar kon de kracht niet vinden om tegen hem in te gaan. Tero wierp me nog kort een verstandelijke blik toe en begon weer te lopen. Een kleine zucht ontsnapte over mijn lippen. Mijn blik gleed over het ingezakte postuur van de Farantiaan die ik de laatste tijd had leren kennen. Hij was altijd degene die probeerde met me te praten, om me op te vrolijken. Dit alles was mijn schuld. Als hij me in Farmlr-Gras niet naar het huis van Mart had gebracht, dan had Morgane hem nooit neer gehoekt. Dan zou hij nooit meegegaan zijn op deze reis en was hij nooit gewond geraakt. Opnieuw was het mijn schuld dat er iemand gewond was geraakt. Ik liet mijn blik van Asl afzakken en richtte deze op de grond voor me. Het donkere mos bracht geen troost. Hier en daar werd het onderbroken door donkere aarde of enkele sprieten gras. De bomen om ons heen stonden dreigend gebogen. Hun takken hingen, donkere blaadjes dwarrelden her en der naar beneden. Er waren geen dieren te bekennen. Zelfs de vogels hadden hun gekwetter gestaakt. Stilte hing in de lucht. Een benauwend gevoel drong zich naar binnen. Het omklemde mijn hart, stak in mijn botten. Iets stond ons op te wachten.
JE LEEST
Next to Earth - Ayame || Onder constructie
FantasyOnder constructie: 22/03/2020 'Sometimes you can't see what is right in front of you, But that doesn't mean it isn't there.' ~Balor _______________ Farantin, de planeet van legendes, mythes en mysteries. Ayame, de overlever, de Aardling. Ongewenst...