16

43 3 0
                                    

{Amber}
Het is een of twee uurtjes geleden dag ik mijn broer weer heb gevonden. We hebben zeker een halfuur elkaar staan knuffelen terwijl we huilden van geluk dat we elkaar weer gevonden hebben. Daarna zijn we naar mijn kamer gegaan en heeft hij alles uitgelegd.
'Dus Jason is ook mijn broer?' Ik bijt op mijn lip.
'Ja.' Zegt Cameron. 'En dat vechten was echt geen normaal ding van hem. Ik hoop dat je het hem kan vergeven.'
'Yeah sure.' Zeg ik. 'Heb jij ooit nog contact met mama en papa?'
Cameron zucht. 'Ze willen me uithuwelijken met een of ander meisje, maar ik heb nee gezegd. Nu zijn ze boos op me. Ik heb ze zeker twee jaar al geen contact meer gehad.'
'Wacht... het eerste jaar had je nog wel contact met hun? Maar niet met mij?' Ik kijk hem aan, en de tranen springen weer in mijn ogen.
'Ik heb ze gesmeekt om jullie te laten gaan Amber. Echt waar.'
Ik knik.
Ik pak mijn telefoon. Hij heeft een barst in het scherm omdat ik hem net heb laten vallen. Twee keer. Ik app Evi en Milou dat ik oké ben.
Ik zie Camerons achtergrond op het start scherm. Zie media 'Wie is dat?' Vraag ik.
Cameron kijkt me raar aan. 'Dit is Abby.' Zegt hij alsof hij niet begrijpt waarom ik zo schrik. 'En dat stukje hoofd ben jij.'
'Abby onze pleegzus?' Vraag ik verward.
'Wij hebben nooit een pleegzus gehad.' Zegt Cameron.
Een besef dringt tot me door. MIJN GOD
'Abby als in onze zus?' Piep ik.
'Ja. Welke Abby zou het anders moeten zijn?'
'Wat!' Ik kom geschrokken overeind. 'Hoe oud ben ik daar?'
'Een jaar of tien.'
'En hoe oud is Abby!'
Cameron kijkt me raar aan. 'En Abby zal wel 17 zijn of zo.'
Alles begint te draaien. Houdt dit ooit op? Mijn vermiste broer schijnt een tweeling te hebben, dus ik heb er al een broer bij, en nu een zus die als baby is overleden.
'Zij was 17.' Zegt Cameron nu zelfverzekerder. 'Jij en Justin waren 10. Dus ik was 12 toen.'
'Maar... dat is 6 jaar geleden. Abby was veel eerder dood.'
'Hoe bedoel je?' Zegt Cameron. 'Abby is overleden toen ze 19 was.'
'Niet waar, Abby stierf toch als twee weken oude baby?'
Cameron wendt zijn blik af.
'Cameron? Wat is er met Abby gebeurd?'
Cameron bijt op zijn lip. 'Abby is vermoord.' Fluistert hij dan schor. 'Ik weet niet wat papa en mama hebben gezegd, maar Abby is niet als baby doodgegaan.'
Ik schiet overeind en deins bij Cameron vandaan. 'Nee, niet.' Zeg ik.
'Hebben ze beweerd dat Abby een ander persoon was?' Vraagt Cameron. 'Geen zus of wat?'
Ik knik. 'Dit meisje was toch een pleegkind? Ze was opeens weg omdat ze weer terug kon naar huis, ze heette toevallig ook Abby, net zoals die baby die overleden was waarvan Justin en ik het geboortecertificaat van vonden.'
'Dat is een leugen.' Zegt Cameron. 'Abby is onze echte zus en die is vermoord toen ze 19 jaar was.'
Vermoord. 19 jaar. Abby Olivera.
'Amber... ik mis Abby nog elke dag. Ik weet zeker dat Abby echt bestaan heeft.'
Ik zucht. 'Geef me wat tijd om dit te verwerken please.'
'Natuurlijk Amber. Maar... wat moet ik nu tegen Justin zeggen?'
'Over Abby?'
'Nee. Over mij. Over jou. Over ons.'
'Boeit me niks.' Zeg ik bot. 'Zeg maar dat ik hem niet meer wil zien.'
'Hij wilde je helpen.'
'Ik meende wat ik zei. Hij claimt me. Ik hoef zijn hulp niet. Ik ben niet afhankelijk van hem of zo.' Ik sta op. 'Kan je gaan alsjeblieft? Ik ben moe.'
'Oké.' Cameron staat op. 'Moet ik je deze foto van Abby doorsturen?'
Ik knik. 'Graag. Dankjewel.'
'Altijd zusje.' Zusje. Het maakt me blij. Ik heb mijn broer weer terug. Maar ik ben een zus verloren voor ik überhaupt wist dat ze bestond. 'Hey Cameron.' Zeg ik glimlachend als ik de deur openmaak. 'Is dit alles? Geen andere broers of zussen meer?'
Cameron glimlacht naar me. 'Ik denk het niet.' Hij glimlacht naar me. 'Ik heb je gemist.' 'Ik heb jou ook gemist.' Zeg ik en ik geef hem nog een knuffel. Ik snuif zijn geur op. Ik heb mijn broer gemist.
Cameron maakt zich lachend van me los. 'Ik hou van je.' Zegt hij zacht.
'Ik ook van jou.'
Cameron draait zich om en loopt weg.
Ik doe de deur dicht en val op bed.

{Milou}
'Ze is oké.' Zegt Evi. 'Ze heeft me geappt.'
'Thank god.' Zeg ik. 'He. Mij ook. En Naomi heeft me ook geappt.'
'Wat zegt Naomi?' Vraagt Evi.
'Z-ze heeft geen leukemie.' Stiekem ben ik best opgelucht. Nadat Evi die mogelijkheid had geopperd ben ik continue bang geweest.
'Thank goodness.' Zegt Evi en ze glimlacht opgelucht.
'Maar ze heeft vanochtend haar spullen gehaald. Ze gaat weer terug naar huis.'
'Wat?!' Evi's stem slaat over. 'Waarom?!'
'Er staat dat er een andere ziekte is aangetroffen en...' Ik hoor mijn stem breken. 'En dat ze zeer jong zal sterven. Dus ze mag naar huis komen van haar ouders.'
'Haar grootste droom.' Zegt Evi zacht.
Ik knik. Naomi heeft altijd heimwee gehad naar huis. In tegenstelling tot velen hier, was er niks mis met haar ouders en hadden ze geen goede reden om haar weg te sturen. Naomi wist altijd dat als er iets zou gebeuren, dat ze weer makkelijk naar huis kon. Ik zou nooit naar huis kunnen. Mijn vader is ernstig ziek en gaat steeds verder achteruit. Ik wil hem zo graag zien, maar ik wil niemand tot last zijn. Mijn moeder is vertrokken toen bleek dat mijn vader een tumor had, en mijn tante vond het irritant dat ze voor hem moest gaan zorgen. Ze vond dat ik dat moest doen, maar de kinderbescherming die door mijn school was ingeschakeld vond van niet. Ik werd naar dit stomme internaat gestuurd door mijn tante. Met mijn vader ging het niet al te best, en ook al probeerde hij het tegen te houden, mijn tante stuurde me weg en haalde hem over om toe te stemmen. Ik voel tranen achter mijn ogen branden. Niet alleen omdat ik Naomi zo ga missen en omdat deze herinneringen niet fijn zijn, ook omdat Naomi niet eens de moed had om me in mijn gezicht te vertellen dat ze vertrok. Dat ze ziek was. Ik wil er voor haar zijn. Ik begin te huilen. Evi slaat haar armen om me heen.
'Ja het is triest voor ons.' Zegt ze. 'Maar denk eens aan Naomi. Ze is waarschijnlijk super blij dat ze naar huis kan Lou. Wees blij voor haar oké.'
Ik knik en veeg de tranen weg. Maar het verdrietige gevoel blijft.
Evi pakt mijn hand, en samen wandelen we naar onze kamer.
'Meiden ik heb mijn broer gevonden!' Juicht Amber zodra de deur opengaat en ze vliegt ons in de armen. 'Het is Cameron!'
Cameron? Ik kijk haar verbaasd aan. 'Wat?'
'Cameron en Jason zijn mijn broers.' Zegt ze en ze knuffelt ons plat. 'Oh ik ben zo blij.' Zegt ze en ze kijkt ons enthousiast aan. Dan ziet ze onze trieste gezichten. 'Wat is er?'
'Naomi.' Zegt Evi en de tranen springen in haar ogen. 'Ze is weg.'
'Weg?' Vraagt Amber niet-begrijpend.
Ik schraap mijn keel. 'Ze is naar huis.' Verduidelijk ik.
Ambers ogen worden groot. 'Zonder afscheid te nemen?' Vraagt ze geschokt.
Ik knik. Er ontsnappen tranen uit mijn ooghoeken.
Amber omhelst Evi en mij. Onze hoofden zitten dicht tegen elkaar aan. 'Wij blijven bij elkaar.' Fluistert ze. 'Naomi blijft in ons hart en wij blijven bij elkaar, uit het oog is niet uit het hart meiden. Naomi geeft nog steeds super veel om ons. Om jullie.'
Ik knuffel haar terug. 'We hebben elkaar.' Fluister ik terug.
'We hebben elkaar.' Herhaalt Evi zacht.

Together StrongWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu