Hoofdstuk 13: Moleculair precisiewerk

514 62 1
                                    

HOOFDSTUK 13

POV. Emmyth
Het is nog steeds pikkedonker. Het ruikt erg muf. Af en toe hoor je het geluid van een rat of een muis die voorbij rent. Ik zit hier met een jongen, Chris noemt hij zichzelf. Maar na alles wat er gebeurd is, weet ik niet of ik hem wel kan vertrouwen. Het enige dat ik nog weet is dat ik aan het vliegen was, onderweg naar een tekenwedstrijd. Het volgende moment krijg ik een klap op mijn hoofd en word ik wakker in één of ander bos. In mijn wereld hebben we op school de topografie van alle bossen in de wereld en hun kenmerken, maar om de één of andere reden herkende ik deze ene niet. Nu zit ik hier, in nog een onbekende ruimte. Er hangt een eindeloze, kille, holle sfeer... Ik wou dat ik er iets aan kan doen! Maar, wacht eens even! Dat kan ik toch ook?! Wow, ik heb zo lang bij de mensen gewoond dat ik bijna was vergeten dat ik een elf ben! Met mijn handen vorm ik een grote vuurbol die de ruimte beetje bij beetje verlicht. Eindelijk zie ik het gezicht van Chris. Hij heeft donkerbruin haar. Hij ziet er erg bleek uit, maar snel komt er weer kleur op zijn gezicht als hij de vuurbol ziet. Ah nee, Shit. Eigenlijk had ik dat niet moeten doen. Niemand mocht het meer te weten komen. Niemand mocht meer weten wat ik echt ben. Maarja... Als hij hier ook zit, denk ik dat hij al veel te veel weet. Zucht... "Jaja, ik weet het, dat kan ik ook... Aangezien je waarschijnlijk toch al weet dat ik een elf ben kan ik dat deel overslaan"... Zeg ik vermoeiend. Het enige wat Chris doet is me aanstaren, met een vreemde blik. Zijn ogen stralen ongeloof en verbazing uit, maar de rest van zijn gezicht zegt vastberaden, 'oké'... Ik wend mijn blik af van zijn gezicht en ik kijk wat rond. Pfffff, er lijkt geen einde te komen aan de duisternis, de vuurbal verlicht maar een klein stukje van de gehele ruimte. Ik laat hem wat verder zweven, totdat hij bij een muur aankomt. Daar laat ik hem hangen. Zo maak ik nog wat meer lichten en al snel zien we waar we zijn. Nouja, we zien de hele ruimte, maar het is erg onduidelijk wat het voor ruimte is. De muren zijn blauw en ijzig. Ik besef me nu pas dat het heel erg koud is. Chris heeft zich aan zichzelf vastgeklampt om warm te blijven. Hij bibbert als een gek. Het is eigenlijk best wel heel zielig, oh wacht, natuurlijk! Ik focus me op Chris en laat zijn lichaamstemperatuur weer stijgen naar normaal. "D-d-dankjewel" bibbert hij na... Er schijnt een ienimini straaltje licht door een klein gaatje aan de zijkant van de ruimte. Ik loop er voorzichtig heen. Mijn voetstappen klinken hol alsof er onder ons een enorm groot zwart gat zit. Misschien is dat ook wel zo... Steeds dichter naar het sleutelgat lopend, besef ik wat er allemaal gebeurd in mijn leven. Ik wil eigenlijk gewoon normaal zijn! Één keertje, één dagje, zonder al die zooi en stress waar ik middenin zit. Maar waarschijnlijk is dat onmogelijk. Ik ken mezelf al wat langer dan vandaag... Ik kijk met één oog door het sleutelgat. Ik zie niet veel. Door het sleutelgat leek het licht veel feller dan nu dat ik er echt doorheen kijk. Ik zie vaag een tafeltje staan. Er ligt iets op, iets grijs'. Nee, dat meen je niet! Het zijn sleutels! Zouden ze passen? "Chris?... Chrihiis!! Kijk! Sleutels! Misschien passen ze op het slot hier!" Zeg ik bijna over enthousiast. "Ja, allemaal leuk en aardig hoor, maar hoe komen we eraan? Ze liggen helemaal daar!" De gloed van hoop is bijna helemaal van Chris' gezicht verdwenen. Met een geërgerd gezicht draai ik me weer om naar het sleutelgat. "En dat noemt zichzelf een elfenkenner, tsssssss". Mompel ik zachtjes. Chris verstopt zijn gezicht weer achter zijn handen. Kom op! Moleculaire kinese! Werk! Langzaam maar zeker begint de sleutelbos naar me toe te bewegen. Sleutel voor sleutel draai ik het slot is, maar de deur gaat niet open. Het is een groots precisiewerk, want als ik hem laat vallen komen we vast in de problemen. Dan komt Nesryn weer binnen, ik weet dat zij het is, want ik zag haar gezicht toen ze me ontvoerde. De haat die ik voor haar voel is inmens! Ik kan het niet met woorden beschrijven, daar heb je een speciaal woordenboek voor nodig. De allerlaatste sleutel, mijn, ofnee, ónze enige hoop op een uitweg. Knarst het slot in. Langzaam draait hij zichzelf om, maar dan... Mijn concentratie valt weg en de sleutel valt bijna op de grond. Razendsnel weet ik hem op te vissen met mijn gedachten. In opperste concentratie probeer ik het nog een keer. Chris is inmiddels naast me komen staan en staat vol verwachting naar me te staren. Het is best wel eng... Nóg een keer knarst de sleutel het slot in. Hij draait langzaam naar links. Ik hoor een klik en dan...

Emmyth 2: NandorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu